Dirk Rinkel, Centrale coördinator integriteit Justitie en Veiligheid (JenV)
In 2015 zouden medewerkers van JenV -destijds VenJ -zich mogelijk niet aan de integriteitregels houden. De ADR onderzocht het aannemen van geschenken en het ingaan op uitnodigingen. Er bleek op een breed gebied van personeelsintegriteit ‘achterstallig onderhoud’ te zijn. Zo was de infrastructuur voor het integriteitsmanagement niet bij alle dienstonderdelen voldoende op orde.
De infrastructuur voor het integriteitsmanagement verder ontwikkelen
"Om je professioneel en integer te leren gedragen, is een gedragscode niet voldoende. Daarvoor is ook het goede gesprek nodig. Hiervoor moet bewust ruime tijd worden genomen en in een veilige omgeving plaatsvinden om je vrij te kunnen uiten. We willen daarom de infrastructuur voor het integriteitsmanagement vanuit een sterke basis en met de toepassing van de juiste instrumenten verder ontwikkelen en versterken. Daarbij streven we naar meer uniformiteit en gezamenlijkheid, waarin ruimte blijft voor maatwerk voor de dienstonderdelen. Dit proces heeft tijd nodig. De urgentie en noodzaak van deze aanpak wordt gedragen door de SG, brede bestuursraad en de integriteitscoördinatoren van de dienstonderdelen."
De instrumenten voor het integriteitsmanagement
Dirk geeft de aanpak vorm met een expertgroep. Deze bestaat uit integriteitscoördinatoren van de dienstonderdelen, die onderlangs voor breed draagvlak zorgt.
De SG liet vier instrumenten in gebruik nemen:
- een model procedure voor het melden van integriteitschendingen en misstanden;
- een model instructie voor het bevoegd gezag hoe zij een melding moeten afhandelen;
- een model interne klachtenregeling ongewenste omgangsvormen;
- een leidraad vertrouwenspersonen.
Dit was een belangrijke mijlpaal. Nu de SG eigenaar is van een aantal dienstonderdelen, waar eerst de verschillende DG’s dat waren, kan de SG in de driehoek eigenaar - opdrachtgever - opdrachtnemer zelf de integriteitrisico’s agenderen.
Inzichten stimuleren het leren en ontwikkelen binnen de organisatie
Met de analyses van basisinformatie wil JenV in de toekomst patronen en rode draden onderkennen en een proactieve aanpak stimuleren.
Voor de basisinformatie denken we aan:
- Cockpitinformatie: concern brede stuur- en managementinformatie over opzet, bestaan én werking;
- Resultaten van kwetsbaarheids- en risicoanalyses: welke kwetsbaarheden leveren de top-3 of top-5 van risico’s op en met welke maatregelen kunnen deze worden beheerst?;
- Rapportages en signalen van vertrouwenspersonen, bedrijfsmaatschappelijk werkers, bedrijfsartsen en medezeggenschap.
De hiermee verkregen inzichten reiken zorgen voor houvast bij het gesprek en helpen bij het bepalen en gemeenschappelijk maken van welk gedrag wel en welk gedrag niet toelaatbaar is. Deze inzichten stimuleren het leren en ontwikkelen binnen de organisatie. Omdat JenV een grote en diverse organisatie is, moet er ruimte zijn voor eigenheid en moet de lijnorganisatie voor dit gesprek wel de urgentie voelen en echt betrokken zijn."
Het ADR-onderzoek versnelde het op orde brengen van de infrastructuur en was de trigger om dit vraagstuk breder, meer uniform en samen met de dienstonderdelen aan te pakken. Het droeg bij aan de intrinsieke motivatie binnen het departement om te werken aan een goede basis voor een veilig en open klimaat.
De gouden tip van Dirk:
Zonder veilige leer- en werkomgeving, kan een organisatie niet leren en veranderen. Begin daarom bij de basis en zorg voor een goede opzet, bestaan en werking van een gezamenlijk integriteitaanpak. Pas met een goede basis kan er een veilig en open klimaat ontstaan om het goede gesprek te voeren en te leren van en met elkaar.