Ernst Lobbezoo, kolonel Bureau Reservist en Samenleving (BReS) bij Defensie, een van de initiatiefnemers van de vernieuwing

"De krijgsmacht wordt uitgedaagd door onverwachte dreigingen, nieuwe technologieën en maatschappelijke ontwikkelingen. We moeten excellent zijn, alleen al omdat de tegenstander dat ook probeert te zijn. Daarvoor moet de krijgsmacht wendbaar zijn en moet flexibiliteit robuust worden ingeregeld. Als je luistert naar wat er gaande is op het gebied van veiligheid, technologie en maatschappij, kun je feitelijk niet anders dan je snel daaraan aanpassen. Dit is in de politieke discussie, maar ook internationaal en in contacten met bedrijfsleven al langer onderkend. Het is echter sneller gezegd dan gedaan.

De omgeving vroeg ons te veranderen

Bezuinigingen en hoge missiedruk hadden binnen de krijgs-macht grote impact, vergrootten operationele beperkingen en creëerden een bepaalde mindset: ‘alles wat veranderde, leidde tot verschraling’. De situatie vroeg om financiële ruimte voor herstel, maar ook om transformatie. Voor anders werken is een stevig fundament nodig. Die nieuwe principes biedt het concept van de Adaptieve Krijgsmacht. Deze principes zijn gestoeld op maatschappelijke verankering, samenwerking en flexibilisering in een ecosysteem en leunen minder op ‘planning’ en ‘verantwoording’ van de gesloten organisatie. We ontwikkelden daarvoor eerst een gedeelde visie en eenduidigheid over wat zo’n concept dan moest inhouden. Tegelijk moesten we snel beslissen hoe we zouden doorontwikkelen.

“ Anders omgaan met menselijk potentieel biedt kansen voor de gehele bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling.”

De omslag in denken begon met een andere personele strategie

In het personeelsbestand willen we een andere verhouding tussen ‘zelf en samen’ en tussen ‘vast en flexibel’. Dat maakten we beleidsmatig al in 2014 concreet in een beleidsnota over het reservistenbeleid. Dit raakte al snel de bredere HRstrategie. Anders omgaan met menselijk potentieel biedt kansen voor de gehele bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling. Er ontstonden ideeën over hybride contractvarianten met private marktpartijen of overheden en nieuwe begrippen als ‘wisselstroom’ en gedeeld werkgeverschap.

“ Kleine decentrale interventies en experimenten maakten het verschil om het strategisch ook beter te durven verankeren.”

Pilots bevorderden het draagvlak

Bij innovaties op gebieden als organisatie-inrichting, functies en professionaliteit krijg je de achterban nooit meteen op nieuwe patroondoorbrekende ontwikkelingen mee. De flexibele component voelt als een bedreiging en hardnekkige meningen domineren de discussie. Bij Defensie werken betekent dat je geschikt en bereid bent tot uitzendingen, veel oefenen en functiewisselingen en overplaatsingen, dat kan en wil niet iedereen opbrengen. Iedereen die heeft gediend weet dat de band met de krijgsmacht daardoor ‘diep’ gaat, dus kun je ruimte geven zonder mensen te verliezen.

“ We hebben iedereen hard nodig, veiligheid is van ons allemaal.”

Kleine decentrale interventies en experimenten maakten het verschil om het strategisch ook beter te durven verankeren. Het waren in het begin kleine groepen mensen die daaraan durfden te beginnen, het vereiste leiderschap om die kleine groep ruimte te geven. Inmiddels zijn de neuzen – politiek, ambtelijk en militair – op strategisch niveau dezelfde kant op gericht. Dat geeft decentraal ruimte om tot de beoogde wendbaarheid te kunnen komen.

Denk niet voor anderen

De randvoorwaarden om te leren: willen, weten, kunnen

Het begint met de bereidheid anders te willen kijken! Niemand kan zo’n traject alleen lopen, maar er zijn wel initiatiefnemers nodig. Vanuit een klein ’netwerk’ had iedereen vanuit de eigen positie invloed. In proeftuinen en bijeenkomsten waren duidelijke kantelingen te zien. Nu zie je dat mensen steeds meer dezelfde boodschap verkondigen of zelfs al aan het verbeteren zijn. De uitwerking krijgt gaandeweg ook wel andere invulling. Dat is niet erg. De plannen schrijven niet voor hoe iedereen het moet doen. Maar de koers is bepaald, uitgangspunten zijn helder en het wiel is in beweging gezet.

Veranderen vraagt tijd

Veranderen gaat niet met een ‘big bang’. In dit soort veranderprocessen heeft iedereen een eigen verantwoordelijkheid. Je moet durven pionieren en experimenteren in een model waarin je nog niet precies weet hoe het moet gaan werken. Daarbij is één ding zeker: je gaat niet meer vanuit de geslotenheid van je organisatie kijken naar jezelf. De intensivering van inzet van reservisten bleek een ultieme brug om de bredere ontwikkeling naar het samenwerken binnen een netwerk in de samenleving weer een extra zet te geven."

Gouden tip van Ernst:

Ga niet voor andere mensen of organisaties bedenken wat ze wel of niet willen. Ga met mensen om tafel zitten. Dan zit er veel meer rek in dan vaak gedacht.