Tekst Janneke Vrijland
Foto Global Partnership against the spread of Weapons and Materials of Mass Destruction

Het gevaar van chemische, biologische, radioactieve of nucleaire (CBRN) wapens en middelen is een wereldwijde uitdaging. Het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma, het grootschalige gebruik van chemische wapens in Syrië, de potentiële inzet van virussen als biologisch wapen door terroristen: de dreiging van massavernietigingswapens heeft enorme impact op internationale vrede en stabiliteit. Daarom zet Nederland zich in voor ontwapening, wapenbeheersing en het tegengaan van de verspreiding van dit soort wapens, zoals ook beschreven in doel 3 van de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018-2022 (GBVS).

Leestijd: 3 minuten

"The Global Partnership Against the Spread of Weapons and Materials ‍‍‍of Mass Destruction (the Global Partnership) is an international initiative aimed at preventing the proliferation of chemical, biological, radiological and nuclear weapons and related materials".

Het Global Partnership against the spread of Weapons and Materials of Mass Destruction (GP)

Nederland werkt in het Global Partnership (GP) intensief samen met andere landen en organisaties om de verspreiding van massavernietigingswapens tegen te gaan. Sinds de oprichting in 2002 is het initiatief uitgegroeid tot een belangrijk internationaal mechanisme tegen CBRN-proliferatie. Met een pragmatische insteek, gericht op projecten die landen helpen de eigen capaciteit op te bouwen.

De Nederlandse delegatie bij de bijeenkomst in Quebec

De Nederlandse inzet

Tijdens de GP-bijeenkomst van 17-19 oktober in Quebec, zette Nederland zich in voor coördinatie van internationale samenwerking. Het is belangrijk dat  organisaties als IAEA, UNODC, UNOCT en GICNT elkaar aanvullen en zorgvuldig afwegen waar ze aan de slag gaan. Ook willen we dat landen die behoefte hebben aan assistentie, weten waar ze terecht kunnen.

Een ander speerpunt voor Nederland is implementatie: landen moeten internationale afspraken nakomen en zorgen dat ze de nationale beveiliging van CBRN-materiaal op orde hebben. Dit is in ieders belang: een aanval met CBRN-middelen heeft namelijk altijd grensoverschrijdende gevolgen. Bewustwording van risico’s is vaak een eerste stap.

Sancties voor Noord-Korea

Om druk uit te oefenen op Noord-Korea zodat het afziet van kernwapens, is een streng internationaal sanctieregime van kracht. Om aan deze sancties te voldoen moeten landen nationaal maatregelen nemen op het gebied van handel en export, in de financiële sector en op andere terreinen. Dit kan een flinke uitdaging zijn, er zijn dan ook veel initiatieven en projecten om landen daarbij te helpen. Om deze activiteiten te stroomlijnen lanceerde Eva van Ginneken (BZ) namens Nederland een internationaal coördinatieplatform (DCM - DPRK Sanctions Capacity Building Coordination Mechanism). Via het DCM kunnen donoren informatie uitwisselen over capaciteitsopbouwprojecten en kunnen landen aangeven aan welke capaciteit behoefte is. 

Biosecurity: samenwerking met het RIVM

Onze GP delegatie kwam niet alleen van Buitenlandse Zaken; ook biosecurity expert Saskia Rutjes van het RIVM nam achter het bordje Nederland plaats. Saskia maakt deel uit van de biosecurity werkgroep en presenteerde onder meer de ernstige biosecurity risico’s in Oostelijk Afrika. Het RIVM is internationaal een gewaardeerde speler, dankzij succesvolle projecten in Oeganda, Kenia en Maleisië, maar ook door bijvoorbeeld de voortrekkersrol in de Global Health Security Agenda. Binnen de biosecurity werkgroep werden afspraken gemaakt om wereldwijd de biosecurity gerelateerde capaciteitsopbouwprojecten beter op elkaar af te stemmen. In het aprilnummer van de Veiligheidsdiplomaat werden biologische veiligheid en het werk van de RIVM al uitgelicht.

“The threat of nuclear and radiological terrorism remains one of the greatest challenges to international security, and the threat is constantly evolving.” (NSS Communique)

Voorkomen van nucleair terrorisme

In het Nuclear Security Summit (NSS) proces 2010-2016 hebben wereldleiders afspraken gemaakt en toezeggingen gedaan, die opgevolgd moeten worden. In de nuclear and radiological security werkgroep gaf Janneke Vrijland (BZ) aan hoe Nederland hieraan voldoet: de reactor in Petten is omgebouwd zodat er geen hoogverrrijkt ‘weaponsgrade’ uranium meer wordt gebruikt maar het minder proliferatiegevoelige laagverrijkt uranium. Ook hebben we een onafhankelijke toezichthouder (ANVS) ingericht en alle relevante internationale verdragen zoals het CPPNM geratificeerd. CBRN security heeft zowel in onze GBVS als de nationale Defensienota een voorname plaats, gezien de grote en ontwrichtende impact die aanval met zulke wapens zou hebben.

Internationale samenwerking is essentieel. Samen met GP-partners helpen we landen zich aan hun afspraken te houden en zorgen we ervoor dat IAEA en Interpol voldoende middelen hebben voor hun belangrijke werk. Alles met het uiteindelijke doel dat overal ter wereld; in ziekenhuizen, industrie, laboratoria, kerncentrales, militaire faciliteiten en waar dan ook, voorkomen wordt dat nucleair en radioactief materiaal in handen komt van kwaadwillenden.