Tekst Onno Koopmans en Monique Korzelius
Iedereen kent de verhalen over de gruwelijkheden die de krijgsheer Joseph Kony en zijn Verzetsleger van de Heer twee decennia lang over Oeganda hebben uitgestort. Wellicht kunnen sommigen zich de door al-Shabaab opgeëiste bloedige aanslag in 2010 tijdens de finale van het wereldkampioenschap voetbal ook nog herinneren. Toch is Oeganda niet het land dat door de meeste mensen geassocieerd zal worden met terrorisme en gewelddadig extremisme.
Allied Democratic Forces
Minder bekend is dan ook de van oorsprong Oegandese, maar nu vooral in de Democratische Republiek Congo actieve rebellengroepering Allied Democratic Forces (ADF). Zij worden door de Oegandese regering als een bedreigende terroristische organisatie beschouwd. De oorspronkelijke drijfveer van de ADF in de jaren 90 was het stichten van een islamitische staat in Oeganda. Hoewel deze doelstelling de afgelopen jaren verwaterd leek, wordt tegenwoordig toch een actieve link vermoed met ISIS/Daesh, die de organisatie noemt als de ‘Centraal Afrikaanse provincie van de Islamitische Staat’. De groepering voert momenteel geen aanvallen uit op Oegandees grondgebied, maar blijft wel actief strijders werven uit de moslimminderheid en daarbinnen vooral uit de vaak sociaal geïsoleerde salafistische groeperingen in Oost-Oeganda.
Grondoorzaken
Als grootste aanleiding van radicalisering en rekrutering wordt, naast armoede en het gebrek aan toekomstperspectief, het gevoel van achterstelling door de overheid genoemd. Daarnaast speelt ook de extra harde aanpak van de moslimminderheid door de veiligheidsautoriteiten hierin een rol. Dit laatste wordt ondersteund door het feit dat slechts 12% van de bevolking moslim is, terwijl de gevangenissen voor meer dan de helft bevolkt worden door mensen met een islamitische geloofsovertuiging. Dit gegeven kan door rekruteerders gemakkelijk misbruikt worden om gedetineerden te radicaliseren. Daarom ondersteunt Nederland samen met de EU een programma van UNODC, UNCTED en de Oegandese autoriteiten, om de mogelijke radicalisering in de gevangenissen in Oeganda tegen te gaan.
PVE-Toolkit Training
Het bovenstaande betekent gelukkig niet dat Oeganda binnenkort zal worden overspoeld door allerlei islamitisch gedreven gewelddadige aanslagen, maar waakzaamheid en serieuze aandacht voor brede preventie is wel op zijn plaats. Dit is ook onderkend door de ambassade in Kampala die de ambassadestaf de zogenoemde ‘Preventing Violent Extremism (PVE) Toolkit’training aanbood (lees ook het artikel ‘Veiligheidsbeleid en Ontwikkelingswikkelingssamenwerking’ over de PVE Toolkit) . Dit instrument helpt collega’s op de ambassade om binnen nieuwe of bestaande programma’s van ontwikkelingssamenwerking na te denken over de mogelijke effecten van die activiteiten op de (grond)oorzaken van radicalisering. Dit was de eerste training die specifiek voor een enkele ambassade werd uitgerold. Dat bood de gelegenheid om specifieker op de Oegandese context en de programma’s van ambassade Kampala de focussen.
Bewustwording
Tijdens de training bleek dat de medewerkers die zich bezighouden met voedselzekerheid, economische ontwikkeling en seksuele reproductieve gezondheid en -rechten zich meer bewust worden van de potentiële drijfveren van radicalisering en gewelddadig extremisme. Terwijl de politieke, goed bestuur en rechtsstaatsontwikkeling-collega’s alles door een bezorgdere en sombere lens bekeken.Dankzij de toolkit wordt nu bewust en in gezamenlijkheid nagedacht of de ontwikkelingsprogramma’s een mogelijke impact kunnen hebben op de machtsbalansen in de lokale gemeenschappen waar de activiteiten worden uitgevoerd. Zo kan een positief werkgelegenheidsproject voor jongeren invloed hebben op het zelfbeeld en positie van bepaalde kwetsbare jongeren uit dezelfde gemeenschap die niet onderdeel zijn van het project. Dit zou nog verder versterkt kunnen worden als de ‘uitgesloten’ groep het gevoel heeft dat de uitsluiting gebaseerd is op etniciteit of geloof.
Vanaf nu wordt er op de ambassade in Kampala gericht en proactief gekeken of met relatief kleine aanpassingen van OS activiteiten eventuele negatieve gevolgen kunnen worden verminderd. Of dat er zelfs een positieve bijdrage kan worden geleverd aan het voorkomen van radicalisering en gewelddadig extremisme. Dit betekent niet dat alle Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s in Oeganda zich nu specifiek gaan richten op de preventie van gewelddadig extremisme. Het betekent wel dat er nu bewust wordt nagedacht over radicalisering als onderdeel van een breder contextanalyse en meer specifiek over de mogelijke impact op een samenleving. Daar waar relevant en mogelijk zullen de OS activiteiten worden aangepast om ook een eigen steentje te kunnen bijdragen in de aanpak van deze problematiek die inmiddels een groot deel van de wereld bezig houdt.