Tekst Iris Loonen en Mathijs Vermathen
Foto UN Women/Shazia Usman

Er bestaat een duidelijk verband tussen wapenhandel en gendergerelateerd geweld. Daarom houdt Nederland bij het vormgeven van beleid over wapenexport expliciet rekening met het risico dat bepaalde wapens worden gebruikt bij bijvoorbeeld geweld tegen vrouwen en kinderen.

Leestijd: 4 minuten

Wat is gender-based violence?

Volgens UN Women, de VN-organisatie die zich inzet voor vrouwenrechten en gendergelijkheid, verwijst de term gendergerelateerd geweld (gender-based violence) naar schadelijke praktijken die zijn gericht tegen een individu of een groep, op basis van hun gender. Dit type geweld is geworteld in genderongelijkheid en schadelijke gendernormen, waarmee vooral vrouwen, meisjes en leden van de LHBTQI+ gemeenschap worden geraakt, maar ook mannen en jongens.

Gendergerelateerd geweld kan veel verschillende vormen aannemen: van geweld achter de voordeur, verkrachting en femicide, tot ongewenste omgangsvormen en seksuele intimidatie. In conflictsituaties worden sociale relaties op scherp gezet, wat vaak leidt tot een toename van gendergerelateerd geweld. Dit is sinds 2014 bijvoorbeeld het geval in de Oekraïne.

Daarnaast kan in conflictsituaties sprake zijn van conflict-gerelateerd seksueel geweld, ook wel ‘seksueel geweld als oorlogswapen’ genoemd. Hieronder vallen alle vormen van seksueel geweld die door statelijke of niet statelijke actoren worden gepleegd. Doel is een bepaalde bevolkingsgroep te terroriseren of vernietigen.

Wapenhandelsverdrag

De verkoop en verspreiding van wapens kan direct of indirect leiden tot gendergerelateerd geweld.  Daarom legt het Wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT) de statenpartijen - waaronder Nederland - de verplichting op in hun wapenexportbeleid actief aandacht te besteden aan het voorkomen van gendergerelateerd geweld. Zo worden statenpartijen verplicht om bij het beoordelen van een exportvergunning voor militaire goederen het risico mee te wegen dat deze goederen, direct of indirect, worden ingezet bij geweld tegen vrouwen en kinderen.

In het vierde Nationale Actieplan 1325 over Vrouwen, Vrede en Veiligheid heeft Nederland de implementatie van artikel 7.4 van het Wapenhandelsverdrag expliciet als doel opgenomen om bij te dragen aan de betere bescherming van vrouwen en kinderen in conflicten. Ook heeft Nederland transparantie over gender-based violence in Wapenhandelsverdrag hoog op de agenda gezet.

Nederlandse wapenexportbeleid

In Nederland is het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de toetsing van exportvergunningen voor militaire goederen. Die toetsing vindt hoofdzakelijk plaats aan de hand van EU-criteria over wapenexport. Gender-gerelateerde risico’s vormen een integraal onderdeel van deze toetsing.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken kijkt altijd of er in het land van bestemming significante zorgen bestaan over gendergerelateerd geweld. Ook worden zorgen in de toetsing expliciet benoemd. Denk aan de levering van wapens aan een gevangenis waar gendergerelateerd geweld is voorgekomen. Of aan een land waar bepaalde krijgsmachtonderdelen zich tijdens een uitzending schuldig hebben gemaakt aan gendergerelateerd geweld. Bron van informatie voor de toetsing zijn ook publicaties van de speciale VN-Gezant voor seksueel geweld in conflictgebieden, Pramila Patten.

Nederland heeft daarnaast – als een van de weinige landen – de verplichting aan de Tweede Kamer te rapporteren als een vergunning specifiek wordt afgewezen op basis van gendergerelateerd geweld.

Kennisontwikkeling

Bij gendergerelateerd geweld worden veelal lichtere (hand)vuurwapens ingezet. De link tussen de export van deze vuurwapens en gendergerelateerd geweld is relatief eenvoudig en duidelijk.

De Nederlandse wapenexport bestaat vooral uit hoogwaardige onderdelen voor gebruik in grotere, vaak maritieme, systemen zoals radars voor schepen. Het is daarom lastig om een directe link vast te stellen tussen goederen die vanuit Nederland worden uitgevoerd en gendergerelateerd geweld in het land van bestemming. Er zijn echter ook meer indirecte en minder voor de hand liggende manieren waarop wapensystemen bij kunnen dragen aan gendergerelateerd geweld. Nederland draagt daarom ook actief bij aan de internationale kennisontwikkeling en gedachtevorming rondom wapenexport en gendergerelateerd geweld, bijvoorbeeld door internationaal onderzoek en rapporten te ondersteunen en financieren.

Lees het volgende artikel: 5 vragen aan Hester Somsen, oud-directeur DVB