Tekst Roos van Keulen

De ontwapeningswereld gold lange tijd als een 'technisch' en 'hard' domein. Een mannenwereld dus. Roos van Keulen laat zien waarom ook hier diversiteit en gendergelijkheid meer dan ooit nodig zijn.

Diplomaten en experts die zich begeven in het domein van non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening (Armscontrol, Disarmament en Non-proliferation; ADN) hebben hun handen vol aan de oorlog in Oekraïne. Ze staan voor lastige vragen: hoe kunnen we elkaar in diverse multilaterale ontwapeningsfora nog in de ogen kijken, nu al het vertrouwen dat jarenlang is opgebouwd, weer is afgebrokkeld? En (hoe) valt er nog iets te winnen op dit dossier?

Om dergelijke complexe vraagstukken op te lossen, moeten we ons wellicht ook over een ander vraagstuk buigen: hoe kunnen we meer vrouwen en andere ondervertegenwoordigde groepen in de ADN-sector krijgen? Dit artikel ligt toe welke uitdaging er op gebied van gendergelijkheid voor ons ligt en waarom het van belang is om zelfs in deze crisistijd, ons binnen het ADN-werkveld bezig te houden met dit onderwerp.

Al bijna veertig jaar stagnatie

Sinds het jaar 2000, toen resolutie 1325 getiteld ‘vrouwen, vrede en veiligheid’ in de VN veiligheidsraad (VNVR) werd aangenomen, is er steeds meer aandacht voor de rol van vrouwen (en andere ondervertegenwoordigde groepen) in internationale beleidsvorming en diplomatie omtrent veiligheid. 

In het verleden werd het veiligheidsdomein vooral gepercipieerd als een ‘hard’, technisch en (dus) ‘mannelijk’ beleidsonderwerp. Tegenwoordig wordt dankzij verschillende wetenschappelijke onderzoeken grote meerwaarde gezien in de betrokkenheid van vrouwen bij vredesprocessen om tot duurzame conflictoplossingen te komen.  Toch zijn er nog maar weinig concrete stappen gezet in de ontwapeningswereld om gendergelijkheid te bewerkstelligen.

Uit onderzoek van het VN-instituut voor ontwapeningsonderzoek (UNIDIR) uit 2019 is namelijk gebleken dat in het veiligheidsdomein en in het bijzonder de ADN-sector, nog steeds een gender gap aanwezig is.

Zo is een derde van de diplomaten in ontwapeningsfora vrouw. Op niveau van delegatiehoofd zakt dit percentage naar een vijfde.  Ook bestaan ADN-adviseurs, -onderzoekers en –experts, veelal uit mannelijke chemici, biologen, medici en industrieel ingenieurs.

Het rapport concludeert dat in de diverse internationale diplomatieke ontwapeningsfora – van de Eerste Commissie , het nucleaire Non-Proliferatie Verdrag (NPV) tot het Biologisch Wapenverdrag (BTWC) en de Conference on Disarmament in Genève (CD) – er in de afgelopen veertig jaar nauwelijks progressie is gemaakt met de genderbalans.

Die genderbalans blijkt beter in evenwicht op andere diplomatieke vlakken zoals humanitaire hulp, mensenrechten en culturele zaken.  Dit suggereert dat de eerdere gepercipieerde, binaire genderstereotype verdeling van ‘harde, mannelijke’ beleidsonderwerpen en ‘zachte, vrouwelijke’ beleidsonderwerpen, een hardnekkig frame is dat nog steeds in zekere mate aanwezig is.

Statistieken over het aantal vrouwen in ontwapeningsfora.
VN-statistieken over het aantal vrouwen in ontwapeningsfora. Bron: UNODA, 2019

Verschillende maatschappelijke perspectieven

Nederland is voorstaander van een diverse en inclusieve sector die verder gaat dan alleen de binaire man-vrouw-verdeling en ook LHBTI+, etniciteit en leeftijd omvat. Diversiteit van vertegenwoordigers is van belang voor internationale beleids- en besluitvorming.

Het gedachte-experiment van de filosoof John Rawls illustreert deze Nederlandse visie goed. Hij wierp de volgende vraag op: stel je voor dat je niet weet waar je bent geboren en wie je bent: je weet niet hoe oud je bent, welke huidskleur je hebt, of je man of vrouw bent, rijk of arm, hoogopgeleid of laagopgeleid.

Deze zogenoemde ‘sluier van onwetendheid’ zou er volgens Rawls toe leiden dat beleidsmakers uit eigen belang, de meest eerlijke, gelijke en inclusieve wetten, normen en beleidsregels zouden kiezen: ze willen immers niet het risico lopen dat ze zichzelf benadelen of achterstellen door bepaalde sociale lagen of culturele groepen voor te trekken. Zo zou een rechtvaardige maatschappij ontstaan.

Omdat we ons in de echte wereld helaas al bewust zijn van onze sociale klasse en eigenschappen, is het van groot belang om te zorgen dat besluitvormers en beleidsmakers uit een diverse groep mensen komen die verschillende maatschappelijke perspectieven met zich meebrengen.

Het Marie Curie Fellowship programma

Om de gender gap in het ontwapeningsdomein te verkleinen, financiert Nederland samen met een aantal andere landen het Marie Curie Fellowship programma van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) . Dit programma verschaft voor twee jaar beurzen voor studiekosten, inclusief stage bij het IAEA en accommodatie, aan honderd vrouwelijke, getalenteerde studentes die een ADN-gerelateerde studie volgen. Nederland sponsort tien deelnemers uit lagere inkomenslanden. Langs deze weg hoopt men om meer vrouwen aan het werk te krijgen in de ADN-sector.

Om meer interesse te wekken bij (vrouwelijke) studenten voor de ADN-sector wordt momenteel gewerkt aan het uitbreiden van een Nederlands ADN-netwerk bij universiteiten en (hoge)scholen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan vervolgens dit netwerk informeren over interessante internationale kansen zoals beurzen, mentorprogramma’s, stagemogelijkheden of vacatures. Zo hoopt Nederland vrouwen te stimuleren en aan te moedigen om technische velden te betreden. 

Andere Nederlandse gendergelijkheidsinitiatieven

Naast financiële steun voor gendergelijkheidsprojecten zoals het Marie Curie Fellowship programma, draagt Nederland op een aantal andere manieren bij aan gendermainstreaming, het promoten van het genderperspectief en het stimuleren van gendergelijkheid in de ADN-sector.


Zo worden er regelmatig internationale genderevenementen bijgewoond of (mede)georganiseerd. Ook geeft Nederland tijdens internationale ADN-bijeenkomsten het goede voorbeeld door te zorgen voor een diverse delegatie en in toespraken een genderparagraaf op te nemen.


Daarnaast steunt Nederland tijdens tekstonderhandelingen van ADN-resoluties, bijvoorbeeld in het kader van de Eerste Commissie van de AVVN, resoluties en tekstvoorstellen waarin het genderperspectief wordt belicht of gendergekleurde taal wordt vervangen door neutralere taal. Zo wordt er in sommige teksten naar de voorzitter verwezen met ‘he’ en ‘him’.  De afgelopen paar jaar is er steeds meer gendertaal in resoluties van de Eerste Commissie verwerkt.  


Tot slot draagt Nederland bij aan de ‘International Gender Champions’ (IGC) groep: een internationaal netwerk van hoge mannelijke en vrouwelijke besluitvormers en diplomaten dat zich inzet om genderbarrières af te breken en gendergelijkheid binnen hun invloedssfeer een werkelijkheid te maken.  

Bij de uitvoering van het Nederlandse genderbeleid in de ontwapeningssector wordt er samengewerkt met gelijkgezinde landen die van gender een prioriteit hebben gemaakt, zoals Canada, IJsland, Denemarken, Zweden, Japan, Noorwegen, Finland, het VK, Australië en Mexico.

Statistieken over het gebruik van gendertaal in resoluties van de Eerste Commissie van de AVVN. De Eerste Commissie is een subgroep van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en richt zich op het thema veiligheid en ontwapening. Bron: UNODA, 2020

Meer diversiteit noodzakelijk om de impasse te doorbreken

Diversiteit en gendergelijkheid is wellicht een onderwerp dat door vele ADN-experts en -diplomaten momenteel wordt gezien als een randzaak. Gendersensitief beleid in het ontwapeningsdomein, te beginnen bij genderinclusiviteit en gebalanceerde taal, is echter van essentieel belang om onze eigen ‘frames’ te doorbreken en perspectieven mee te nemen van verschillende groepen uit de samenleving.

Dat begint bij meer bewustwording over hoe onze visies en ideeën zijn gevormd door onze eigen ervaringen en achtergrond. Ze zijn daardoor per definitie niet inclusieI

Incorporeren van een genderperspectief heeft dus meerwaarde voor een effectiever, innovatiever en rechtvaardiger ADN-beleid. Een nieuwe, diverse lichting van ADN-experts, diplomaten en besluitvormers, die een breed scala aan nieuwe perspectieven, prikkelende ideeën en unieke oplossingen met zich meebrengen, is momenteel misschien nog wel onze grootste hoop om de jarenlange impasse in ADN-onderhandelingen te doorbreken.

Het gevaar dat op de loer ligt is dat deze nieuwe lichting (vrouwelijke) experts en diplomaten bestaande frames overnemen: enkel het aantal vrouwen vergroten betekent namelijk niet per definitie meer betekenisvolle en meer diverse vertegenwoordiging. Het is dus vooral van belang dat er ruimte wordt gecreëerd in de sector voor diversiteit in denken. Zeker aankomende tijd heeft de wereld creatieve en innovatieve denkers nodig om te voorkomen dat de oorlog in Oekraïne ons een paar decennia terugzet in ons doel om massavernietigingswapens de wereld uit te krijgen!

Roos van Keulen is dossierhouder gender & youth bij de afdeling non-proliferatie, wapenbeheersing en nucleaire zaken bij de Directie Veiligheidsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken.