Tekst Andrés van Niekerk en Louise van Gend
Om terrorisme effectief te bestrijden is het belangrijk om samen te werken, nationaal maar ook zeker internationaal. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zet zich in voor de internationale samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding. Een van de belangrijke partners is de Verenigde Staten. De Veiligheidsdiplomaat sprak met Andrés van Niekerk, diplomaat contraterrorisme in Washington.
Hoe ervaar je de afgelopen 3,5 jaar op de Nederlandse ambassade in Washington?
Washington is een geweldige stad om als diplomaat te mogen wonen en werken. Nederland werkt intensief met de VS samen op allerlei fronten. Er is elke dag wel breaking news en de VS blijft internationaal zeer agendabepalend. Ik maakte hier onder andere het laatste anderhalf jaar van president Trump mee, de presidentsverkiezingen, de Black Lives Matter-protesten en de aanval op het Capitool. En ook de midterm-verkiezingen die vorige maand plaatsvonden waren spannend en een belangrijke graadmeter voor de staat van de Amerikaanse democratie. Never a dull moment in Washington dus.
De transitie van Trump naar Biden betekende wel een omslag in de manier waarop wij op de ambassade ons werk dagelijks invullen. Onder Biden is het minder chaotisch dan onder Trump, maar wil de VS vooral samenwerken met landen die écht iets te bieden hebben. Voor Nederland dus van groot belang om duidelijk te maken waarom wij ergens aan tafel moeten zitten en meer in te zetten op thema’s waar wij een verschil kunnen maken. Bijvoorbeeld als het gaat om de bestrijding van terroristische groeperingen in het buitenland en de preventie van radicalisering tot gewelddadig extremisme.
De aandacht van de VS verschuift steeds meer van contraterrorisme naar de competitie van China. Wat betekent dit voor jouw werk?
Het klopt dat de VS al een aantal jaren bezig is om de bladzijde definitief om te slaan van twee decennia contraterrorisme na 9/11 naar een fase waarin de competitie met China centraal staat. Daar is ook alle reden voor. Terrorisme wordt in de VS niet meer gezien als de allerbelangrijkste nationale veiligheidsdreiging en China eist op alle fronten de politieke aandacht op. Dit is overigens niet nieuw. Voormalig president Obama probeerde in 2012 ook de blik meer op Azië te richten maar werd toen geconfronteerd met de opkomst van ISIS in Irak en Syrië en de stichting van het IS-kalifaat.
Toch blijven de Amerikanen internationaal actief als het gaat om de strijd tegen terrorisme. De Amerikaanse militaire campagnes in o.a. Afghanistan, Irak en Somalië hebben het terrorismeprobleem namelijk niet opgelost. Als gevolg begint ook de VS zich steeds meer te richten op een duurzame aanpak van terrorisme door meer aandacht te besteden aan preventie, mensenrechten en het adresseren van de grondoorzaken van conflict en gewelddadig extremisme. Hiervoor zijn wel meer investeringen nodig in de ‘softe’ niet-militaire kant van terrorismebestrijding. Die verandering gaat langzaam, maar is wel een positieve ontwikkeling die ook goed aansluit bij het Nederlandse beleid. Nederland zet zich namelijk al jaren in voor een gebalanceerde aanpak, waar preventie van radicalisering een grote rol speelt. De VS zet bovendien meer in op samenwerking met bondgenoten, waaronder Nederland, om lasten over meer schouders te verdelen. Terrorisme bestrijd je uiteindelijk samen, niet alleen.
Kun je een voorbeeld geven van de samenwerking met de Verenigde Staten?
Nederland en de VS werken internationaal goed samen. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de samenwerking met de Amerikanen in de ‘Anti-ISIS Coalitie’. Zo zitten wij binnen die internationale Coalitie onder andere samen met de VS een werkgroep voor over buitenlandse terroristische strijders. Begin december hebben wij samen met de Amerikanen een grote bijeenkomst op hoog niveau met veertig landen georganiseerd in Den Haag waar afspraken zijn gemaakt over de aanpak van ISIS in Irak, Syrië, Afghanistan en op het Afrikaanse continent. Voor de VS zijn we voor dit soort bijeenkomsten en werkgroepen een ideale partner omdat wij goed georganiseerd, proactief en op samenwerking gericht zijn.
Wat worden in Washington gezien als de grootste uitdagingen op het gebied van terrorismebestrijding?
Een belangrijke trend die wij hier zien is dat de dreiging van terrorisme de afgelopen jaren veranderde en dat die dreiging steeds meer is vervlochten met andere veiligheidsdreigingen. Je ziet bijvoorbeeld dat extremistische groeperingen ook betrokken zijn bij drugshandel of door sommige staten worden ingezet als pionnen in regionale machtspolitiek. Wat de aanpak extra lastig maakt is dat organisaties als Al-Qaeda en ISIS ook steeds meer op lokaal niveau actief worden en erin slagen lokale grieven uit te buiten, zoals we bijvoorbeeld zien gebeuren in de Sahel of in Noord-Mozambique. Dit vereist dus ook van Nederlandse en Amerikaanse kant een op maat gesneden aanpak per regio en een continue aanpassing aan de nieuwste dreigingen die op ons afkomen.
Daarnaast maken de Amerikanen zich ook steeds meer zorgen over de opkomst van rechtsextremistisch terrorisme. Terrorismebestrijding heeft zich de afgelopen twintig jaar vrijwel uitsluitend gericht op jihadisme, maar in de VS wordt de dreiging van rechtsextremisme tegenwoordig als een grotere dreiging gezien. Die ontwikkeling kan ook niet los gezien worden van de verharding van het politieke klimaat in de VS, de invloed van complottheorieën en de normalisatie van extremistische retoriek. Dit zijn ontwikkelingen die ook voor Nederland relevant zijn en waar wij de komende jaren samen met de VS en andere partners een antwoord op zullen moeten vinden.
Lees het volgende artikel: Een verre vriend én een goede buur: cyberdialoog met Zuid-Afrika.