Tekst Joost Bunk en Celine Hazeleger
De bilaterale relatie van Nederland en Zuid-Afrika gaat ver terug. Via samenwerking op het gebied van cybersecurity richt deze dynamische relatie zich nu ook op de problemen van de toekomst. Want hoewel Zuid-Afrika geografisch ver weg ligt (9.000 kilometer) zijn wij in cyberspace feitelijk buren. Hoe werken Nederland en Zuid-Afrika samen in het digitale domein? In dit artikel legt Joost Bunk van de Nederlandse ambassade in Pretoria uit waarom de samenwerking met Zuid-Afrika op dit dossier zo belangrijk is.
Leestijd: 4 minuten.
Waarom Zuid-Afrika?
Sinds de start van de oorlog in Oekraïne bevindt Zuid-Afrika zich in het voetlicht van internationale betrekkingen vanwege de toonaangevende rol die het land speelt binnen de Non-Aligned Movement (NAM) en de Global South. Zuid-Afrika kan daarom de koers beïnvloeden voor een grote groep Afrikaanse landen op belangrijke thema’s, waaronder cyber.
“Het is bijna een no-brainer voor Nederland om te investeren in de relatie met Zuid Afrika op dit belangrijke dossier”, aldus Joost. “Zuid-Afrika is al sinds de start van de discussies betrokken bij het vormgeven van de internationale governance van onze digitale wereld. Zo nam Zuid-Afrika deel aan alle expertonderhandelingen in de Group of Governmental Experts ‘on Cyber’ van de Verenigde Naties (VN), en neemt het actief deel in de onderhandelingen over cybercrime. Hiermee vertolkt Zuid-Afrika de positie van de Global South op deze belangrijke onderwerpen en pleit Zuid-Afrika bijvoorbeeld voor een inclusieve en gelijke digitale wereld.”
Hoewel de visie van Zuid-Afrika niet altijd volledig overeen komt met die van Nederland, zijn er tal van aspecten, zoals mensenrechten en internationaal recht, waarbij dit wel het geval is. Joost: “Experts beschouwen Zuid-Afrika vaak als een ‘swing state’ in de internationale politiek, maar ik denk dat dit niet volledig recht doet aan de strategie van dit land. Zuid-Afrika heeft duidelijk voor ogen wat haar belangen zijn en probeert die voor het voetlicht te brengen, net als Nederland. Het moet tegelijkertijd navigeren in een wereld waarin zowel Oost, als West, aan Zuid-Afrika trekken.”
Brengen én halen
Nederland heeft met Zuid-Afrika een zogenaamde Joint Commission for Cooperation (JCC). Dit is een ministeriële bijeenkomst waarin de ministers de samenwerking op verschillende onderwerpen evalueren. Ook is in 2017 door minister Pandor en minister Blok besloten om cybersecurity op de agenda te zetten. “Sindsdien werken wij hier in Pretoria en in Den Haag hard aan het vormgeven van deze relatie. De samenwerking met Zuid-Afrika daagt Nederland namelijk ook uit om naar zichzelf te kijken. Wij hebben vaak goed voor ogen wat we komen halen, maar juist zo’n partnerschap vraagt ook dat je goed luistert naar wat de vraag is.”
De samenwerking bestaat daarom ook uit veel verschillende activiteiten. Zo biedt Nederland via Instituut Clingendael trainingen aan voor cyberdiplomaten uit zuidelijk Afrika. In deze meerdaagse trainingen worden diplomaten geïnformeerd over de ins- en outs in de internationale cyberarena. “Het is niet zo dat daar alleen maar het Nederlandse perspectief wordt geboden en daarna wordt verzocht om bij het kruisje te tekenen. Instituut Clingendael geeft met behulp van experts een goed overzicht van wat er speelt en het belang daarvan. Het is uiteindelijk aan de landen om een eigen koers te bepalen. Deze aanpak wordt door deelnemende landen gewaardeerd.”
Regionale dialoog
Het Zuid-Afrikaanse Department of International Relations and Cooperation (DIRCO) en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken organiseerden samen met de denktanks ORF America en Research ICT Africa een derde iteratie van de zogenaamde Cyber Policy Dialogue for Southern Africa op 31 oktober en 1 november 2022. “Door middel van deze regionale dialoog willen we expert-onderhandelingen over cyber in de VN nauwer koppelen aan regionale prioriteiten. Daarmee verstevigen we het lokale eigenaarschap van VN-afspraken en willen we samen de VN-discussies beïnvloeden zodat deze beter aansluiten bij lokale behoeftes. Bijvoorbeeld als het gaat om publiek-private samenwerking.”
Waar de eerdere versies digitaal plaatsvonden, kwamen nu bijna zestig beleidsmakers, onderzoekers, NGO’s en ondernemers bijeen in Pretoria om twee dagen lang te spreken over cybersecurity. Op twee na waren alle landen van zuidelijk Afrika vertegenwoordigd.
“Ik ben pas sinds augustus 2022 in Pretoria, maar deze bijeenkomst was voor mij echt al een hoogtepunt. Het was een levendige en rijke discussie over tal van onderwerpen; van cybercrime tot capaciteitsopbouw en van internationaal recht tot samenwerking bij opsporing. Ik vond het vooral boeiend om te horen hoe collega’s deze internationale discussie koppelden aan uitdagingen waar zij tegenaan lopen in hun eigen land. Dit biedt vervolgens ook weer kansen voor de Nederlandse expertise.”
“Daarnaast was het interessant om te horen hoe de link werd gelegd tussen de United Nations Convention on the Law of the Sea en de discussie binnen de VN Open Ended Working Group on Cyber over een normatief kader binnen het cyberdomein. Mooi om te zien hoe het internationaal zeerecht, gebaseerd op het werk van de wereldberoemde Nederlander, Hugo de Groot, vandaag de dag nog een inspiratie vormt voor internationale samenwerking.”
Cyber Dialoog
Voor strategische overleg en om sturing te geven aan de samenwerking, hebben Nederland en Zuid-Afrika een zogenaamde Cyber Dialoog. Hierin spreken ambassadeur in Algemene Dienst voor Cyber en Veiligheid, Nathalie Jaarsma en haar counterpart, ambassadeur Nozipho Mxakato-Diseko elkaar regelmatig, bijvoorbeeld over resoluties in de VN of gezamenlijke projecten.”
“Elkaar face-to-face spreken biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld misverstanden weg te nemen of nader uitleg te geven. Zo kan Nederland bijvoorbeeld de zienswijze van Zuid-Afrika meenemen bij het opstellen van een positie. Daarnaast wordt de dialoog gebruikt om de samenwerking weer nieuwe impulsen te geven. Zo nam onlangs het Nationaal Cyber Security Centrum deel aan de Cyber Policy Dialogue en bekijken we nu hoe we andere departementen verder kunnen betrekken in deze samenwerking.”
“Een veelzijdige relatie waarin Nederland en Zuid-Afrika samen werken aan de uitdagingen van zowel nu als de toekomst. Een verre vriend maar tegelijkertijd een goede buur.”