Tekst Jasper van der Elst
Foto ©NIMH

Nederland maakt al sinds de oprichting in 1949 deel uit van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De reden voor het oprichten van de NAVO was de dreiging die uitging van de Sovjet-Unie en diens satellietstaten in Oost-Europa. Met het einde van de Koude oorlog veranderde de missie. Hierna ging het bondgenootschap zich richten op acties buiten het verdragsgebied. Nu oude dreigingen zich weer voordoen aan de randen van het verdragsgebied, houdt de NAVO zich 75 jaar na oprichting weer bezig met de taak waarvoor ze ooit was opgericht: collectieve verdediging. In dit artikel gaan we in vogelvlucht langs de geschiedenis van de NAVO en de Nederlandse relatie met dit unieke bondgenootschap.

Leestijd: 3 minuten

De ondertekening van het Verdrag van Washington, de oprichting van de NAVO (1949).

Waar staat de NAVO voor?

De NAVO is een politiek-militair bondgenootschap. Dit betekent dat het niet alleen gericht is op de verdediging van het grondgebied, maar ook de waarden die wij als bevolking van de bondgenoten belangrijk vinden. Volgens het oprichtingsverdrag beschermt de alliantie de “beginselen van democratie, persoonlijke vrijheid en rechtsorde”. Ook is de NAVO defensief en erop gericht om de vrede te bewaren, zoals afgesproken is in het Handvest van de Verenigde Naties.

Collectieve verdediging 1.0

Het belangrijkste middel van het bondgenootschap om die waarden te verdedigen is artikel 5 van het Verdrag van Washington. Hierin staat dat een aanval op één NAVO-land een aanval is op alle NAVO-landen. Om de verdediging en samenwerking tussen de strijdkrachten van deze landen mogelijk te maken, werd een gezamenlijk systeem van bevelvoering en militaire planning opgezet.

In de militaire plannen van de NAVO nam ook Nederland deel. Daarom zaten er permanent Nederlandse troepen aan de grens tussen democratisch West-Duitsland en communistisch Oost-Duitsland. Hiervoor waren de vele Nederlandse dienstplichtigen onmisbaar. Tegelijkertijd heeft Nederland sinds 1967 nog steeds een van de operationele hoofdkwartieren van de NAVO in Brunssum. Vanuit zo’n operationeel hoofdkwartier maakt de NAVO plannen om de verschillende strijdkrachten samen te laten optrekken.

Binnen de NAVO ligt de verantwoordelijkheid bij de politiek. De Noord-Atlantische Raad is het hoogste besluitvormingsorgaan van de NAVO en neemt beslissingen met unanimiteit. De Raad bestaat uit vertegenwoordigers van alle bondgenoten. De voorzitter van de Noord-Atlantische Raad is de secretaris-generaal. Dit is altijd een Europeaan, terwijl de hoogste militaire commandant altijd een Amerikaan is.

Nederland heeft drie secretaris-generaals geleverd: Dirk Stikker (1961-1964), Joseph Luns (1971-1984) en Jaap de Hoop Scheffer (2004-2009).

Nederlandse panterinfanteristen in Bosnië als onderdeel van de NAVO-vredesmacht SFOR (1997).

Nederland en de NAVO buiten het verdragsgebied: Joegoslavië en Afghanistan

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 was de Koude Oorlog definitief voorbij en verdween de nadruk op collectieve verdediging. In plaats van de alliantie op te heffen, werd deze gebruikt om vrede en veiligheid wereldwijd te verbeteren. Nieuwe doelen kregen meer nadruk, zoals het uitvoeren van humanitaire- en vredesmissies in conflictgebieden, buiten het grondgebied van de bondgenoten. De eerste van deze interventies buiten het verdragsgebied was de NAVO-aanwezigheid in Joegoslavië van 1992 tot 1999.

Ook Nederland heeft bijgedragen aan veel NAVO-missies. Zo namen Nederlandse troepen deel aan de VN-vredesmacht in Bosnië. Daar waren ze onderdeel van NAVO-operaties die vanuit de lucht VN-troepen bijstonden, vooral na Srebrenica. In Afghanistan droegen Nederlandse militairen onder de NAVO-vlag bij aan het verbeteren van stabiliteit en veiligheid in de regio Uruzgan.

Collectieve verdediging 2.0

Met de annexatie van de Krim in 2014 en de grootschalige Russische agressieoorlog tegen Oekraïne in 2022, veranderde het dreigingsbeeld rond Europa drastisch. Voor Nederland bracht het neerschieten van vlucht MH17 de nieuwe dreiging pijnlijk dichtbij huis. 

De NAVO moest zich, als drager van de Europese veiligheidsopbouw, weer bezighouden met de collectieve verdediging van het NAVO-grondgebied. Momenteel is de NAVO hard bezig om nieuwe plannen te ontwikkelen om weer gevechtsklaar te worden. Tegelijkertijd worden bondgenoten weer aangespoord om hun militaire gereedheid op te krikken door meer geld uit te geven en de productiecapaciteit van de defensie-industrie op te schalen. Dit is de reden dat NAVO-landen afgesproken hebben om minimaal 2% van hun BBP aan defensie uit te geven. Hiermee wordt een groei van de Europese legers mogelijk gemaakt. Deze waren na het einde van de Koude Oorlog meer op missies ingericht en konden daardoor minder goed tegemoetkomen aan de noodzaak tot collectieve verdediging.

De huidige wereld is de meest gevaarlijke in decennia en we moeten ons hier veel beter op voorbereiden. Dat vindt Rob Bauer, Nederlandse Admiraal binnen de NAVO. In deze context is de NAVO belangrijk: de garantie van artikel 5, de planstructuur en de coördinerende functie beschermen allemaal de veiligheid van de landen en burgers van de alliantie en de waarden waarvoor zij staan.

De NAVO houdt ons al 75 jaar vrij en veilig en daarvoor moeten we ons blijven inzetten. Op naar de volgende 75 jaar!