Tekst Sybren Enserink en Merijn Noppers

Zijn vredesmissies of regionale samenwerking het antwoord?

Al-Qaida en Islamitische Staat winnen aan terrein in de Sahel. Ze vormen ook een steeds grotere bedreiging voor vrijwel alle kustlanden van de Golf van Guinee, vooral de noordelijke provincies van Ivoorkust, Ghana, Togo en Benin. Ondertussen moet de VN-vredesmissie MINUSMA gedwongen vertrekken uit Mali en lukt het West-Afrikaanse landen maar niet om de handen ineen te slaan. Reden genoeg voor Directeur-Generaal Beleid Koen Davidse van het ministerie van Defensie om met regionale veiligheidsexperts in gesprek te gaan gedurende zijn bezoek aan Ghana in december voor de UN Peacekeeping Ministerial conferentie.

Leestijd: 4 minuten

VN-top in Ghana

Vanuit de hele wereld kwamen ministers en topambtenaren naar Ghana om tijdens deze tweejaarlijkse conferentie militairen, politiemedewerkers en andere bijdragen toe te zeggen voor VN-vredesmissies. Nederland bood capaciteitsopbouw aan op niches als de opleiding van inlichtingenofficieren en projecten die de samenwerking tussen militairen en burgers in het gebied bevorderen. Met de VS, Ghana en Zambia zegde Nederland ook toe om scherfvesten te leveren aan vrouwelijke VN-militairen. “Reguliere scherfvesten zijn gemaakt voor de mannelijke maat en zorgen bij vrouwen voor gevaarlijke situaties en blessures,” vertelt Davidse. Dit terwijl vrouwelijke militairen cruciaal zijn, omdat diversiteit in missies simpelweg beter is en helpt om meer contact met de lokale bevolking te leggen”.

Ondanks het toenemende aantal brandhaarden in de wereld, ligt het fundamentele probleem niet bij de beschikbaarheid van vredestroepen. Tijdens de conferentie bleek onder landen die troepen leveren nog altijd voldoende animo om bij te dragen. Maar de internationale gemeenschap en de VN-Veiligheidsraad zijn door geopolitieke spanningen intern verdeeld over nieuwe missies. En voor een vredesmissie is ook het akkoord van het gastland nodig, terwijl landen als Mali, de Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek (al dan niet terecht) steeds meer kritiek uiten op het functioneren van missies. De VN-top was succesvol in het vergaren van de benodigde vredesmissiecapaciteiten, maar bood helaas niet het politieke antwoord op de vele uitdagingen waar de Sahel en andere instabiele regio’s in de wereld voor staan.

VN-vredessoldaat met vertegenwoordigers uit Ghana, Zambia, de VS en Nederland
VN-vredessoldaat (midden) demonstreert haar scherfvest. Van links naar rechts om haar heen: vertegenwoordigers van Ghana, Zambia, de VS, en Directeur-Generaal Beleid Koen Davidse

Crisis regionale samenwerking

Ook de West-Afrikaanse landen zelf lukt het niet om een gezamenlijk antwoord te vinden. In december 2023 stapten de door militaire junta’s geleide Niger en Burkina Faso uit de G5 Sahel. Hierdoor kwam dit in 2014 opgerichte samenwerkingsverband gericht op veiligheid effectief ten einde. Ondertussen hebben Mali, Niger en Burkina Faso hun eigen samenwerkingsverband opgericht, genaamd de Alliantie van Sahelstaten. Ook kondigden de drie landen op 28 januari hun vertrek uit het West-Afrikaanse samenwerkingsverband ECOWAS aan. Daarnaast zoeken ze steeds meer samenwerking met niet-westerse partners als Rusland en Iran.

De staatsgrepen hebben tot een politieke breuk geleid tussen de West-Afrikaanse kustlanden en de Sahel. Zo is de samenwerking binnen het in 2017 opgerichte Accra Initiatief een steeds grotere uitdaging geworden vanwege politieke tegenstellingen tussen de leden. Het doel van het Accra Initiatief is om de samenwerking en het delen van inlichtingen op het gebied van contra-terrorisme tussen West-Afrikaanse landen te verbeteren. De internationale gemeenschap is vooralsnog terughoudend om financiële steun te verlenen. Nederland blijft de ontwikkelingen volgen en ondersteunt een project van de ngo Promediation, dat als doel heeft de samenwerking van de lidstaten van het Accra Initiatief te bevorderen.

Civiel-militaire samenwerking in de strijd tegen terrorisme

Zelfs in Ghana, een land dat vaak als baken van vrede en stabiliteit wordt gezien, zijn er grote uitdagingen op het gebied van veiligheid. Zo sprak Koen Davidse met Daniel Mumuni van de ngo Catholic Relief Services over het belang van vertrouwen tussen burgers, lokale autoriteiten en veiligheidstroepen om gewelddadig extremistisme tegen te gaan. Nederland steunt in het noorden van Ghana projecten van deze ngo.

Ervaringen uit de Sahel-regio tonen aan dat slechte relaties tussen veiligheidstroepen en de burgerbevolking de achilleshiel zijn van contraterrorismebeleid in de regio. Geweld van veiligheidstroepen tegen de burgerbevolking is een drijfveer voor kwetsbare jongeren om hun toevlucht te zoeken tot gewelddadige groeperingen. Daarnaast kunnen veiligheidstroepen moeilijk opereren en inlichtingen vergaren over terreuractiviteiten in gebieden waar de burgerbevolking hen wantrouwt. Daarom is een speerpunt van het Nederlandse contraterrorismebeleid in de kustlanden het ondersteunen van civiel-militaire samenwerking. Dit beperkt zich niet alleen tot hoe militairen omgaan met de burgerbevolking, maar richt zich ook op de politie, douane en gendarmerie. De doelstelling is dat samenwerking leidt tot meer vertrouwen tussen veiligheidstroepen en burgers en aanpak van straffeloosheid van veiligheidstroepen die zich misdragen ten opzichte van burgers.

Nederland zal in de komende jaren nauw betrokken blijven bij de strijd tegen terrorisme in West-Afrika. Door in te zetten op innovatieve benaderingen als het verbeteren van de relatie tussen veiligheidstroepen en burgers naast het bevorderen van regionale samenwerking proberen we een relevante bijdrage te leveren aan een stabielere en veiligere regio. In de recent gepubliceerde Kamerbrief ‘Nederlandse inzet in de Sahel-regio’ wordt de Nederlandse (veiligheids)inzet in de regio verder uiteengezet.