Tekst Roos van der Leij
Sinds 7 oktober is de veiligheidssituatie in Israël en de Palestijnse gebieden geëscaleerd tot een gewelddadige oorlog tussen het Israëlische leger en Hamas. Op de posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) in Tel Aviv (Israël) en Ramallah (Palestijnse gebieden) is het alledaagse werk sterk veranderd. In februari 2024 spraken wij met Benjamin Nolan, beleidsmedewerker op de post in Ramallah, over zijn werk in deze context.
Leestijd: 3 minuten
Sinds wanneer werk je op deze post?
“Ik werk hier op de post in Ramallah sinds augustus 2023 en woon in het Palestijnse Oost-Jeruzalem, samen met mijn man. Dit is voor mij mijn eerste buitenlandplaatsing binnen het programma Internationaal Beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken (IBBZ). Vanuit mijn eerdere functies binnen het ministerie en het maatschappelijk middenveld heb ik mij vooral gericht op ontwikkelingssamenwerking in Oost-Afrika. Hoewel het Midden-Oosten voor mij een nieuwe regio is, focus ik mij hier op de onderwerpen veiligheid en rechtsorde. Dat is een combinatie van politieke- en ontwikkelingssamenwerking.”
Wat is jouw ervaring daar na 7 oktober?
“De wereld staat hier op zijn kop. Voor de uitbraak van de oorlog lag de wereld nog aan je voeten in het Heilige Land. Zeker in de eerste maanden was er een totaal ander veiligheidsbeeld. Hoewel we niet in Gaza zitten, is de strook maar zo’n 85 kilometer van ons verwijderd. De gevechtsvliegtuigen razen hier over ons heen.
Onder de Palestijnse bevolking heerst een groot gevoel van onveiligheid en iedereen maakt zich zorgen over een escalatie naar een regionale oorlog. Er zijn zichtbaar meer militairen en openlijk gewapende burgers op straat en de situatie op de Westelijke Jordaanoever heeft is in decennia niet zo slecht geweest. Waar Jeruzalem normaliter ongeveer 5 miljoen toeristen per jaar trekt, was het in de eerste maanden van de oorlog een spookstad. De normaal zo levendige en kleurrijke binnenstad stond er verlaten bij. Als lange Nederlander keek ik in de rij voor de Heilige Grafkerk over de hoofden heen. Nu loop ik zo naar binnen en ben ik overal alleen. Het is een verdrietig beeld.”
Hoe ervaar je het werk in dit conflict?
“Nederland zet zich in voor een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat. Mijn specifieke bijdrage daaraan is de advisering over de Nederlandse investeringen in de Palestijnse justitie- en veiligheidsketen. Zo levert Nederland bijvoorbeeld militaire, politionele en civiele bijdragen aan internationale veiligheidsmissies. Ook is Nederland de grootste investeerder van het Palestijnse rechtstaatprogramma, dat door het United Nations Development Programme (UNDP) in samenwerking met Palestijnse organisaties wordt uitgevoerd. Tot slot onderhoud ik een breed netwerk met mensen die inzicht hebben in de veiligheidssector en de dynamiek tussen Israël en het Palestijnse bestuur. We zijn de ogen en oren hier wat betreft de belangen van Nederland. Wat we horen en zien vertalen we naar informatie en adviezen voor de ministers en de ministeries in Den Haag. Natuurlijk wordt dit alles sterk beïnvloed door de huidige oorlog – niets is meer zoals voor 7 oktober.
Het is professioneel en emotioneel een moeilijke tijd om dit werk te doen. In mijn omgeving spreek ik veel Palestijnen die dagelijks de gevolgen van een langdurige bezetting ervaren, zonder perspectief op een vredige en veilige toekomst. Zij zitten al 30 jaar vast in een gestagneerd vredesproces dat is vastgelegd in de Oslo-akkoorden. De oorlog laat wederom zien dat deze situatie onhoudbaar is. De politiek lijkt nu veel meer in beweging. De Nederlandse vertegenwoordiging zet zich in om het leed in deze oorlog te verminderen.
Daarnaast zetten we ons in om een politiek proces op te zetten dat perspectief kan bieden aan de jongere generatie Palestijnen. De Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever ervaren een nog hogere veiligheidsdreiging dan hier. Zij zien wat er in Gaza gebeurt als onheilspellend voorbeeld voor wat er bij hen kan gebeuren. Het is belangrijk dat wij alles op alles zetten om dat te voorkomen. Onze gebalanceerde relatie met zowel de Palestijnse Autoriteit als de Israëlische overheid maakt ons een relevante partner in dit gesprek.”
Wat motiveert jou in je werk?
“Ondanks alle ellende en verdriet waar je dagelijks mee geconfronteerd wordt, proberen we hoop te houden. Elke dag valt te bezien wat we vandaag kunnen doen om te zorgen dat het morgen ook maar iets beter is. Juist tussen alle verdriet door je werk blijven doen is belangrijk. We blijven kijken hoe we in deze omstandigheden kunnen bijdragen aan perspectief op een vredig en veilig leven voor de mensen hier. Zeker voor de jonge generatie, die hunkert naar een andere toekomst dan het verleden van hun (voor)ouders.
Tegelijkertijd moeten we ook realistisch blijven. Er is vooralsnog geen uitzicht op een einde aan de oorlog of de bezetting. In alle tijden blijft het belangrijk te luisteren naar de Palestijnen, door het met hen te hebben over hoe zij hun toekomst voor zich zien. Uiteindelijk zullen zij zelf aan het roer moeten staan om een veilige, toekomstbestendige situatie te creëren.”