Kim Lammers, hockey-international: Van brons naar goud
Na de parallelsessies is het tijd voor hockeykampioen Kim Lammers. De zaal hangt gelijk aan haar lippen. Lammers houdt een zeer bevlogen en persoonlijk relaas over het overwinnen van tegenslag. Zo werd ze twee keer gepasseerd voor de Olympische Spelen, moest ze terugkomen van een zware knieblessure, en werd haar team getraind door militairen onder barre omstandigheden.
De weg naar succes gaat volgens Lammers langs vier punten. Ten eerste: continu verbeteren. “Als ik niet presteer, neemt iemand anders mijn plekje in. Hou tegelijk focus op wat je goed kan. Ik was zelf te veel onder de indruk van Naomi van As en legde daardoor eerst te veel druk op mezelf.” Ten tweede: omgaan met tegenslag. “In de bergen hadden we honger, slaap, kou, we wisten niet waar we aan toe waren. Er werd ons onrecht aangedaan. Laat je je daardoor afleiden van je doel?” Ten derde: samenwerken. “Dat betekent elkaars kwaliteiten kennen en elkaar respecteren. Team is king. Je moet niet zomaar de beste spelers opstellen, maar het beste team. We gingen werken met de teamrollen van Insights en ook elkaar feedback geven volgens dit model.” En tot slot: inspireren. “We hebben rolmodellen nodig. Voor mij was dat Wietske de Ruiter. Zo wilde ik als kind worden.”
Lammers illustreert dit ruim met filmpjes: van haar eerste tv-interview tot de militaire oefeningen, en uiteraard de goals. Want dat die weg tot succes geleid heeft, is duidelijk. Op de Spelen in 2012 werd ze met het dameshockeyteam olympisch kampioen. En was dat life changing? Niet eens. “Het is uiteindelijk maar een medaille.” Maar de mentaliteit die het bij haar gekweekt heeft: die is wel life changing. Die lessen komen van pas nu ze organisatieveranderingen begeleidt. Astrid Joosten spreekt na afloop namens iedereen als ze zegt: “We hadden nog uren naar je kunnen luisteren.”
Dat de link met de dagelijkse praktijk van de functioneel beheerder niet expliciet gelegd wordt, is bijzaak. En tegelijk: er zijn parallellen te over. ICT-beheer kampt eveneens met tegenslagen. Er zijn continu storingen op te lossen. Je moet focus houden op je doel en goed leren samenwerken als team. Bovendien heeft de omgeving hoge verwachtingen van ICT (“de hockeydames worden altijd kampioen”) en dus kun je die bijna alleen maar teleurstellen. Eén groot verschil: als de hockeyers de verwachtingen waarmaken, worden ze ingehaald als kampioenen. Als ICT-beheer goed presteert, volgt geen applaus. Het is een vanzelfsprekendheid dat apparatuur en applicaties functioneren. Net zoals het vanzelfsprekend is dat er water uit de kraan stroomt.
Een ondankbare rol, zoals Astrid Joosten aan het begin van de dag al constateerde. Beheerders zijn de stille krachten in elk departement. “Gaat het goed, hoor je niets. Gaat het niet goed, dan begint iedereen keihard te piepen en moet het meteen worden opgelost.” De beheerders laten zich daardoor niet uit het veld slaan (om de parallel met het hockey maar weer aan te halen). Iedereen is ervan doordrongen dat dat water essentieel is. De dag heeft nieuwe sprankeling gebracht. En daar wordt aan het eind van het event op getoost.