Hoe betrek je de omgeving bij energieprojecten en creëer je draagvlak? In de pilot Hernieuwbare energie op rijksgrond steken de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) de handen ineen om financiële participatie bij energieprojecten mogelijk te maken. Tara Dekker (RVB) en Swim Stigter (RVO) begeleiden deze projecten. Ze zijn er inmiddels achter dat ieder gebied anders is. “Iedere gemeente heeft andere wensen, het is echt maatwerk", zegt Tara.
Met financiële participatie krijgt de omgeving de mogelijkheid om financieel profijt te hebben van de opbrengsten van het energieproject. Er zijn vier verschillende vormen van financiële participatie:
- mede-eigenaarschap via een coöperatie of vereniging
- financiële deelname, via bijvoorbeeld aandelen
- een omgevingsfonds waarbij een deel van de opbrengsten wordt gedoneerd aan de omgeving
- de omwonendenregeling, waarbij direct omwonenden voordeel krijgen, zoals korting op elektriciteit.
Gevoel van eigenaarschap
De eerste stap die Swim neemt in nieuwe pilotprojecten is in gesprek gaan met de gemeente. “Wensen voor financiële participatie moeten uit de omgeving komen. Sommige gemeenten hebben daar al over nagedacht en beleid gemaakt. Voor andere gemeenten is het helemaal nieuw.” Het is belangrijk dat omwonenden in een zo vroeg mogelijk stadium worden betrokken. “Op sommige plekken zijn zonneparken omstreden. Door mensen meteen mee te laten praten krijgen ze een gevoel van eigenaarschap en daardoor ondervinden ze minder hinder van het park. Een financiële prikkel, zoals delen in de opbrengst, of korting op elektriciteit kan daarbij helpen", zegt Swim.
Onbekend terrein verkennen
“We hebben in de pilotprojecten geleerd om op een open manier te communiceren" , zegt Tara. “De realiteit is dat we vaak niet weten wat de beste oplossing is. Omdat het een pilot is, is het zoeken naar de juiste weg. Het werkt het beste om dit vooraf goed over te brengen. Met de gemeenten en provincies waarmee we samenwerken bespreken we dat we wegen inslaan waarvan we de bestemming vooraf niet weten. Soms moeten we terug, of een andere weg bewandelen. Het doel van het programma is om een goede werkwijze te vinden die in de toekomst op grotere schaal uitgerold kan worden bij andere projecten. Dat betekent dat alles nieuw is en er ook dingen mis kunnen gaan.”
Sommige pilots gaan sneller dan andere. De gesprekken met gemeenten rond de A7 gaan bijvoorbeeld heel voortvarend. “We zijn in juni begonnen en er is nu al een duidelijk kader voor financiële participatie gemaakt”, vertelt Swim. “Heel anders is het bij de A37 in Drenthe. Dat is veel groter en gaat over veertig kilometer snelweg. Er zijn zoveel gemeenten en omwonenden betrokken die allemaal andere wensen hebben, daar zijn we langer mee bezig.” Het is volgens Swim in zo'n geval belangrijk dat alle partijen naar elkaar blijven luisteren en openstaan voor compromissen.
Samenwerken sleutel tot succes
“Het Rijk kan en wil als grondeigenaar geen participatie afdwingen”, vertelt Tara. “Dat zou betekenen dat overal dezelfde regels gaan gelden. We hebben in de pilots juist gezien dat er geen ‘one size fits all’- oplossing is. Als gemeenten goed beleid ontwikkelen voor financiële participatie kunnen wij wel helpen om op basis van dat beleid de beste ontwikkelaar te vinden, daarbij is het belangrijk om goed samen te werken.”
Sommige gemeenten hebben al richtlijnen gemaakt, zoals bij de A6, A7 en A37. “Vooral bij de A37 pakken gemeenten echt een actieve rol. Er is subsidie beschikbaar en een kennisplatform ontwikkeld. Het helpt ons om te weten dat er coöperaties worden opgericht en dat gemeenten daar een rol pakken. Omwonenden kunnen niet altijd op eigen houtje meedoen, ook hier is samenwerking dus belangrijk", vertelt Tara. “De gemeenten zorgen er onder andere voor dat de coöperaties onderling niet gaan concurreren. Wij willen lokaal eigendom, maar het is natuurlijk niet de bedoeling om bewoners met onze tenderprocedures tegen elkaar uit te spelen”, legt Swim uit.
Gemeenten: maak beleid voor financiële participatie
De belangrijkste les die Swim en Tara geleerd hebben is geduld. “Er zijn zoveel partijen betrokken. Om die allemaal dezelfde kant op te krijgen is vaak een lange adem nodig", zegt Swim. Tara adviseert andere gemeenten om alvast beleid voor dit soort situaties te ontwikkelen. “Ik denk dat de kans vrij groot is dat iedere gemeente in de toekomst op een bepaalde manier met energieprojecten te maken krijgt. Dat proces gaat een stuk soepeler als daar op het gebied van financiële participatie al beleid voor is.”