In het klimaatakkoord staat dat in 2030 zeventig procent van onze elektriciteit uit hernieuwbare bronnen moet komen. Ruimte is daarbij een uitdaging. We kunnen de klimaatdoelen alleen maar halen als we ruimte dubbel benutten. Zonnepanelen op daken zijn daarvan een voorbeeld, maar energie kan ook opgewekt worden langs snelwegen, of op water. Het Rijk bezit ruim 4.000 km² grond en meer dan 10.000 km² wateroppervlakte. Hoe die ruimte het beste ingezet kan worden om energie op te wekken verkennen we in de pilot Hernieuwbare energie op rijksgrond.
In tien projecten leren we al doende hoe we op een efficiënte, (kosten)effectieve manier én met maatschappelijk draagvlak rijksgrond aan marktpartijen ter beschikking kunnen stellen. In het pilotprogramma wordt onder andere onderzocht welk type locaties geschikt zijn, welke randvoorwaarden er gelden en op welke wijze de grond, binnen geldende wet- en regelgeving, kan worden aangeboden aan de markt. De leerervaringen passen we direct toe in het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER), de opvolger van de pilot. Meer weten over de projecten? Dat lees je in het artikel Hoe ver zijn de projecten?
In zowel het pilotprogramma als in OER werken Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland samen in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.