Behalve het pilotprogramma, werken we op veel meer gebieden aan hernieuwbare energie. Wist je bijvoorbeeld dat er circa 3.000 snelladers langs de snelwegen moeten komen en dat we één van de grootste Nederlandse windmolenparken laten bouwen op de Maasvlakte? Wist je dat in Almere het eerste subsidievrije zonnepark gebouwd wordt en dat we verderop langs de A6 onderzoeken of we door de realisatie van mobiliteitshubs de congestieproblematiek op het elektriciteitsnet kunnen verkleinen?

Op weg naar 3000 snelladers

Naast de opgave om meer hernieuwbare energie op te wekken, zal ook onze vraag naar energie veranderen. Bijvoorbeeld op de weg door meer elektrisch te gaan rijden. Om dat mogelijk te maken is er een Nationale Agenda Laadinfrastructuur. Een punt op die agenda is het plaatsen van snelladers op verzorgingsplaatsen langs snelwegen. Rijkswaterstaat heeft samen met partners onderzocht wat de voorwaarden zijn om dit te kunnen doen. Uit dat onderzoek kwam dat het plaatsen van 3000 snelladers in de periode tot 2030 een ‘realistisch haalbaar’ scenario is. Er zijn enkele onderzoeken uitgevoerd naar de aansluitproblematiek van de snelladers. Daaruit is naar voren gekomen dat er maatschappelijke kosten bespaard kunnen worden indien we zonne- en windparken (productie) kunnen koppelen aan de laadpleinen (afname). We doen hier in 2022 nog verder onderzoek naar. Lees de onderzoeksresultaten tot nu toe op rwsduurzamemobiliteit.nl.

VOICE-OVER: Het klimaat verandert.
En met een samenleving die op volle kracht draait,
staat de leefbaarheid steeds meer onder druk.
Om vrij te kunnen blijven bewegen, moeten we schoner en efficiënter gaan reizen.
Om duurzame mobiliteit mogelijk te maken, worden er andere eisen gesteld
aan de wateren en wegen die Rijkswaterstaat beheert.
In deze video leggen we uit hoe Rijkswaterstaat werk maakt
van duurzame mobiliteit.

(Beeldtitel: Duurzame mobiliteit. Laadinfra op verzorgingsplaatsen. Gerben Passier en Sten Heijnis:)

OPGEWEKTE JINGLE

GERBEN PASSIER: De CO2-uitstoot moet omlaag, ook van mobiliteit.
Je zult in de toekomst steeds meer elektrische voertuigen op de weg zien,
zowel personen- als vrachtauto's.
Daarom hebben we meer laadpunten nodig, ook langs de snelweg.
STEN HEIJNIS: Het opladen van de voertuigen kost elektriciteit.
Als we die elektriciteit produceren met fossiele brandstoffen,
dan leidt dat alsnog tot CO2-uitstoot
en daarom hebben we meer duurzame energie nodig
in de vorm van wind- en zonne-energie.

(De wieken van windturbines draaien snel rond.)

PASSIER: Rijkswaterstaat beheert de snelwegen
en we kunnen bijdragen aan de transitie naar duurzame mobiliteit
door te zorgen voor voldoende snelladers langs die snelwegen.
Een kans hierbij voor Rijkswaterstaat is
om samen met netbeheerders en aanbieders van laadpalen de uitrol te faciliteren.
Belangrijk hierbij is te zorgen voor duidelijkheid
over waar, wanneer en hoeveel laadpalen er komen.
HEIJNIS: Rijkswaterstaat kan met haar ruimte langs snelwegen een bijdrage leveren
aan het opwekken van wind- en zonne-energie.
Om deze energie aan het stroomnet te kunnen leveren,
zijn elektriciteitskabels nodig.
Als we dit slim combineren, dan hoeven er minder kabels de grond in
en daarmee kunnen de maatschappelijke kosten omlaag.

(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op rwsduurzamemobiliteit.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2021.)

RUSTIGE MUZIEK

Laat maar waaien

Op de zeewering van de Maasvlakte wordt in opdracht van Rijkswaterstaat een groot windpark gebouwd. De Maasvlakte is een ideale locatie voor de ontwikkeling van een windpark, het waait er hard en er wonen geen mensen in de directe omgeving. De stroom die wordt opgewekt zorgt ervoor dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat klimaatneutraal is. De leerervaringen uit dit project nemen we meteen mee in onze pilotprojecten. In dit filmpje legt technisch adviseur Teun Lamers uit hoe de voorbereiding van het project in z'n werk gaat.

(Beeldtitel: Windpark op de Tweede Maasvlakte. Een strand.)

TEUN LAMERS: Hier op de zeewering van de Tweede Maasvlakte komt een windpark
van ongeveer 110 megawatt.
En dat gaat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
van groene stroom voorzien.
Op de zeewering komen 22 windturbines,
verdeeld over de harde zeewering, waar we nu staan, en de zachte zeewering hierachter.
En de zachte zeewering bestaat uit een vooroever met een strand en duinen.

(De zachte zeewering vanuit de lucht.)

De harde zeewering bestaat uit een blokkendam
en een stenig duin met daarachter een dijk.
En die wering is zo ontworpen
dat die de energie bij een grote storm uit de golven haalt
en dat daarmee dus met veel minder kracht het water op de dijk komt
en zo kan die het binnenland beschermen tegen de zee.
De harde zeewering, die heeft de functie om eigenlijk intact te blijven
als er een extreme storm is,
en remt ook daarmee de golven en beschermt het achterland.
En de zachte zeewering is gemaakt om deels af te kalven.
Dus het zand gaat dan eigenlijk weg uit de wering
en daarmee remt die ook de zee
en blijft daarmee ook voldoende het achterland beschermen bij extreme storm.
Het plaatsen van windturbines in een dijk is nog best wel een ding voor Rijkswaterstaat.
Wij gaan natuurlijk over de weringveiligheid,
dus we hebben ook de aanbieders in de aanbesteding goed na laten denken
over hoe ze die windturbines gingen realiseren.
Op de harde zeewering worden de windturbines
op een soort van laagjes grond met daartussen doek geplaatst
waardoor ze wat verhoogd in de dijk komen te staan.
En dat biedt voldoende weringveiligheid
om ook nog een grote windturbine te kunnen plaatsen.
Op de zachte zeewering worden de windturbines op monopiles gebouwd.
Die worden 25 tot 30 meter de grond in getrild
en zijn stalen, holle buizen die normaal worden toegepast voor de windparken op zee.
Hier passen we het toe omdat het de veiligste manier van plaatsen is
en dat is uniek in Nederland.
Het windpark zal bestaan uit twee typen windturbines.
Op de harde zeewering een op ongeveer 80 meter masthoogte
met een rotordiameter van ongeveer 120 meter
en op de zachte zeewering een windturbine op ongeveer 110 meter masthoogte
met een rotordiameter van 162 meter.
Ter vergelijk, de radartoren hier achter me is 70 meter hoog.
De windmolens van dit windpark gaan per jaar 430 gigawattuur aan groene stroom opwekken.
Daarmee gaan we alle bruggen, wegen, sluizen en kantoren
van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat van stroom voorzien.
430 gigawattuur is ongeveer 74 miljoen keer je telefoon opladen.
In 2030 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
zich tot doel gesteld om energieneutraal te worden.
Daarvoor is groene stroom nodig
en dat gaat dit windpark opwekken, zeven jaar eerder dan gepland, in 2023.

(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op windparkmaasvlakte2.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2021.)

Mobiliteitshubs langs de A6

Het Nederlandse elektriciteitsnet is (bijna) vol. Dat heet netcongestie en is een grote uitdaging voor de aanleg van zonne- en windparken omdat we op sommige plekken geen stroom meer op het elektriciteitsnet kunnen zetten. In het pilotprogramma kijken we samen met de regionale netbeheerders naar slimme oplossingen die we kunnen toepassen om projecten toch te kunnen aansluiten. Zo zijn we samen met Qirion Energy Consulting en lokale stakeholders in pilotproject A6 zon Lelystad Dronten gedoken. Er is door Qirion in opdracht van RWS een verkennende studie uitgevoerd naar de mogelijkheden van mobiliteitshubs. Er is onder andere onderzocht op welke manier mobiliteitshubs (waar veel elektrische auto’s hun accu's laden) een deel van de opgewekte zonne-energie lokaal kunnen gebruiken. Conclusie: Mobiliteitshubs maken het in bepaalde omstandigheden mogelijk om zonneparken aan te sluiten ondanks netcongestie en dragen bij aan het verduurzamen van de mobiliteit. Voor een succesvolle ontwikkeling zijn een integrale ruimtelijke aanpak en brede samenwerking cruciaal. Lees ook het onderzoeksrapport op energieoprijksgrond.nl.

Eerste subsidie-vrije zonnepark

Tussen de A6 en de Trekweg bij Almere zal het eerste subsidievrije zonnepark in Nederland verrijzen. In november 2021 heeft het Rijksvastgoedbedrijf de locatie aan Vattenfall gegund. In de openbare inschrijving is aan ontwikkelaars gevraagd om rekening te houden met de bodemkwaliteit én aan te geven hoeveel SDE++ subsidie zij nodig zullen hebben om het park te ontwikkelen. De winnende inschrijver heeft gekozen voor een slimme oplossing: een zonvolgend system met bifaciale panelen, waardoor er meer licht, lucht en regen op de bodem kan komen. Daarnaast zullen zij geen SDE++ aanvragen voor dit project. Beide uitdagingen pakt Vattenfall graag aan. Op deze manier zorgt het programma voor zonneparken met meerwaarde en stimuleren we ontwikkelaars om slimme oplossingen te bedenken.

Lees meer over het subsidievrije zonepark op de website van Solar Magazine.