De duurzaamheidsroute A35 loopt vanaf Nijverdal tot aan de Duitse grens vlak achter Enschede. Dertig kilometer snelweg door zes gemeenten, die allemaal andere wensen en voorwaarden hebben voor het opwekken van duurzame energie. Paul Bielen, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat, gelooft dat zo'n groot project alleen kan slagen door vanaf het begin omwonenden te betrekken. Hij organiseerde bijeenkomsten en maakte een enquête die door 850 mensen is ingevuld. “Door mensen meteen te betrekken win je hun vertrouwen. Bovendien geven ze ons uitgangspunten om mee te werken.”
In september en oktober 2021 is Paul begonnen met fysieke en digitale bijeenkomsten in de verschillende gemeenten. “Zonder dat we zelf plannen hebben gepresenteerd, hebben we mensen gevraagd naar hun ideeën, wensen en zorgen met betrekking tot de opwek van duurzame energie. Het is belangrijk om hier blanco in te gaan. Alleen op die manier voelen ze zich echt gehoord en serieus genomen. Je merkt dat sommigen meteen innovatieve ideeën hebben en actief meedenken. Anderen zijn vooral bang dat de zonnepanelen niet in het landschap passen. Het is belangrijk om naar al deze wensen en opmerkingen te luisteren. Daarbij moet je wel eerlijk blijven. Bij sommige ideeën weet je bijvoorbeeld al meteen dat het economisch niet haalbaar is. Zonder meteen bot ‘nee’ te zeggen kan je betrokkenen uitleggen waarom deze plannen niet doorgerekend gaan worden. Verwachtingsmanagement is bij dit soort participatie het toverwoord.”
Haalbaarheid
Over het algemeen vindt Paul dat de gesprekken met de omgeving op een hele mooie constructieve manier verlopen. “Mensen zijn kritisch, maar op een positieve manier. Ze denken echt mee over de mogelijkheden. Sommige zorgen kunnen we niet wegnemen, maar we kunnen ze wel onderzoeken. Biodiversiteit wordt bijvoorbeeld vaak genoemd. Daar gaan we in een later stadium onderzoek naar doen. Het is belangrijk om mensen de verschillende stappen in het proces uit te leggen. Het heeft in deze fase nog helemaal geen nut om de effecten op biodiversiteit op een bepaalde plek te onderzoeken, als we nog niet eens weten of het überhaupt haalbaar is om zonnepanelen op die plek te leggen. Als mensen dat begrijpen en zien dat zo'n onderzoek wel op de agenda staat, haal je de zorgen misschien niet meteen weg, maar creëer je wel vertrouwen dat er iets mee gebeurt.”
De haalbaarheid van een project bestaat volgens Paul uit drie componenten. “We beginnen met de ideeën vanuit de omgeving. Vervolgens onderzoeken we of die technisch mogelijk zijn en als laatste kijken we naar de economische haalbaarheid.” Van alle haalbare suggesties die tijdens de bijeenkomsten zijn gedaan heeft een ontwerpbureau bouwstenen gemaakt, die eind november in een tweede digitale bijeenkomst zijn gepresenteerd. De bouwstenen bestaan uit verschillende manieren om zonnepanelen in het landschap in te passen. Denk aan stroken zonnepanelen vlak langs de snelweg, of iets verder ervandaan, zonnepanelen in knooppunten, zonnewanden, maar ook zonnepanelen boven parkeerplaatsen. “Door dit te visualiseren en te presenteren krijgen mensen meteen een goed beeld van de verschillende mogelijkheden.”
Zonnepanelen die niet op Rijksgrond staan
“We hadden bij de A35 al snel door dat duurzame energie niet zomaar economisch haalbaar is", vertelt Paul. "De stroken langs de snelweg zijn vrij smal, waardoor ontwikkelkosten van zonneparken hoog zijn. Om dit project economisch te laten slagen moeten we dus verder dan alleen onze eigen grond kijken, bijvoorbeeld naar grond van de gemeente.” Volgens Paul is het goed om dit soort dingen in een pilot uit te zoeken. “Ik weet zeker dat er meer Rijkswegen zijn waar wij zo weinig eigen grond hebben dat er geen haalbare businesscase is. Het is belangrijk om hierop te anticiperen en met gemeentelijke partners te zoeken naar oplossingen. Uiteindelijk is het ook de bedoeling dat mensen financieel kunnen participeren. Dat doen ze natuurlijk niet als het project niets oplevert.”
Een zonnige A6: 'Participatie start met een blanco vel'
Het pilotproject langs de A6 is begonnen met een blanco vel waarmee de mogelijkheden voor de opwek van energie werden verkend. Dat is dan ook al twee jaar het motto van Suzanne Borneman van Rijkswaterstaat. “Het hele proces was een samenspel tussen alle partijen. Uiteindelijk hebben we alle positieve punten uit de verschillende ideeën samengevoegd tot het synthesemodel en een set bouwstenen die richting geven aan het vervolgproces", vertelt Suzanne. Inmiddels is het project in de planfase en wordt het model verder uitgewerkt. “We blijven ook in deze fase samenwerken met belanghebbenden. Het Rijksvastgoedbedrijf brengt de gronden uiteindelijk marktcomfort, openbaar en transparant op de markt. We zullen tegen die tijd marktpartijen uitnodigen zich in te schrijven voor de uitvoering.”