Tientallen kilometers zonnepanelen, langs vijf rijkswegen, door twaalf gemeenten. De energieroute Noord-Holland is een omvangrijk project. Projectmanager Jan Timmerman ging vol energie met de voorverkenning aan de slag en zorgde er samen met omgevingsmanager Wouter van Buizen van de provincie voor dat alle twaalf gemeenten enthousiast werden en bleven.   

De energieroute Noord-Holland is een lang traject geworden omdat het eigenlijk bestaat uit twee delen: het noorden en zuiden van Noord-Holland.  “Omdat we tegelijkertijd begonnen, hebben we besloten om de voorverkenning in één keer gezamenlijk te doen”, vertelt Timmerman. “Dat heeft als voordeel dat je alle stappen maar één keer hoeft te zetten. Een nadeel kan zijn dat het proces wat trager gaat, omdat er zoveel partijen meedoen. Maar, dat is bij deze voorverkenning absoluut niet het geval.”   

Jan Timmerman, projectmanager bij Rijkswaterstaat (links) en Wouter van Buizen, omgevingsmanager bij de provincie Noord-Holland (rechts)

Allereerst startte Timmerman samen met de provincie een samenwerkingsorganisatie. “Dit soort projecten kan je alleen vanuit samenwerking doen. De provincie was onze eerste gesprekspartner. Daarna kwamen de gemeenten en de netbeheerder. Vrij snel hebben we een bestuurlijke startbijeenkomst georganiseerd. Hier heeft iedereen kennis met elkaar en met het project gemaakt. We hebben een ambtelijk kernteam opgesteld, met vertegenwoordigers van de verschillende gemeenten. Ook hebben we een stuurgroep opgericht, die besluiten kan nemen. Hierin zitten wethouders, gedeputeerden, een directeur van Rijkswaterstaat en Liander. Uiteindelijk zijn dit de mensen die deze ontwikkeling mogelijk kunnen maken.”   

“Met een intentieverklaring zorgen we ervoor dat het project niet als vrijblijvend wordt gezien.”

Intentieverklaring, ook een goed communicatiemiddel

Omdat het project door twaalf verschillende gemeenten loopt, hebben de gemeenten en provincie zich voorgenomen om een provinciaal inpassingsplan op te stellen. “Dat is nogal wat, want daarmee ontneem je de macht van de gemeenten”, vertelt Van Buizen.  Het is volgens hem belangrijk om bij zo’n plan gelijkwaardig samen te blijven werken met de gemeenten. “Hoewel iedereen enthousiast is over het idee merk je soms toch angst voor het overdragen van de regie. Ik blijf gemeenten eraan herinneren dat we dit samen hebben voorgenomen en dat het uiteindelijk om het grotere geheel draait. Daarnaast volgen we deze procedure alleen wanneer alle projectpartners hiermee instemmen.”  

Timmerman werkte ondertussen aan het plan van aanpak voor de voorverkenning. “Dit proces duurt ongeveer zes maanden en bestaat uit drie eindproducten. De scope, het plan van aanpak voor de verkenning en de intentieverklaring. De laatste is niet noodzakelijk, maar met een intentieverklaring zorgen we ervoor dat het project niet als vrijblijvend wordt gezien, we investeren immers allemaal een groot aantal uren in het project. Daarnaast is het een goed communicatiemiddel. Alle collegeraden lezen de verklaring en zijn op die manier allemaal op de hoogte van de plannen. Dat is een mooie en belangrijke bijkomstigheid.”   

De exploitatiefase is formeel geen onderdeel van het programma OER. De ontwikkelaar is degene die in deze fase de regie heeft. Toch blijven we als Rijk wel betrokken door de ontwikkelaar waar nodig te ondersteunen.

Afbakenen en vormgeven

De voorverkenning is het objectieve gedeelte van het traject. “De technische kant is hierbij het belangrijkst. Waar is het technisch mogelijk om zonnepanelen te bouwen? Daarbij houden we rekening met onderwerpen als verkeersveiligheid en natuur. Natuurlijk kijken we ook naar de economische kant, is het rendabel om zonnepanelen te plaatsen? Maar, dit doen we in deze fase op hoofdlijnen. Er kunnen jaren overheen gaan voordat de panelen aangelegd worden. Een precieze inschatting van de kosten is daarom nu nog onmogelijk.”  

Hij is een groot fan van het uitvoeren van een goede voorverkenning. “We bakenen af en het project krijgt echt vorm. Als je dat niet doet en alle mogelijkheden openlaat...” “Dan krijg je een boel ideeën waar je niet altijd iets mee kan”, vult Van Buizen aan. “We hebben ervoor gekozen omwonenden in dit stadium niet te laten participeren. Dat kan een vals gevoel van invloed geven omdat we nog weinig concreets met de ideeën kunnen doen. In overleg met de projectpartners leek het ons beter om het project af te bakenen en een eerlijk, volledig en realistisch verhaal te tonen, waar mensen in een later stadium op kunnen reageren”.  

“Hoewel iedereen enthousiast is over het idee merk je soms toch angst voor het overdragen van de regie.”

Wat kunnen gemeenten in deze fase doen?

Hoewel het merendeel van het werk tijdens de voorverkenning bij Rijkswaterstaat ligt, vindt Timmerman het wel essentieel om deze fase gezamenlijk met de gemeente, provincie en netbeheerder te doen. “Het is prettig als alle deelnemende organisaties in een vroeg stadium genoeg capaciteit hebben om na te denken over zowel de technische, economische, als maatschappelijke kant. Het is goed als gemeenten al een idee hebben over hoe ze bijvoorbeeld de participatie willen inrichten. Als er tijdens de voorverkenning al ruimte en tijd wordt gereserveerd, scheelt dat tijd in volgende fases. 

De voorverkenning van de energieroute Noord-Holland is inmiddels succesvol afgerond. Timmerman is positief over de samenwerking. “Het is in mijn vorige projecten nog nooit zo makkelijk en snel gegaan als hier. Iedereen wil bijdragen en meedenken. Ik vind het echt bijzonder dat we dit proces met zoveel partijen goed hebben afgerond en ik ben heel benieuwd of we ook zo voortvarend verder gaan met de verkenning. Over een jaar geef ik graag nog een interview om daarover te vertellen.”