Tekst Reitze de Graaf
Foto Marieke Duijsters

Inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties betrekken bij besluitvorming, liefst in een zo vroeg mogelijk stadium. Om samen te komen tot beter beleid. Dat is wat de Directie Participatie van IenW bepleit. Met de jaren lukt dat steeds beter. Een gesprek met Janneke de Jong (Directeur Participatie) en Liset Verschoore (coördinator participatie-advies).

Participatie begon als een verplicht onderdeel van het beleidsproces. Met wettelijk vastgestelde inspraakmomenten, en het kunnen indienen van een zienswijze op voorgenomen beleid. Vaak pas laat in het proces. Dat gaf bij bewoners en bedrijven regelmatig het gevoel dat hun mening er al niet meer toe deed. Inmiddels staat er bij IenW alweer een aantal jaren een stevige Directie Participatie, die zorgt dat we veel eerder in de beleidsvorming meer te weten komen over de opgave en de mensen voor wie we het doen.

Janneke de Jong werkt al langere tijd bij de Directie Participatie, en is er sinds eind vorig jaar directeur. Zij ziet dat betrokkenen laten meepraten over beleidsvoornemens nog steeds gevoelig ligt in Den Haag: “Participatie is soms best spannend. Het kost tijd en er lijkt niet altijd ruimte om echt iets met de opbrengst te doen. Tegelijkertijd hoor ik ook wel van collega’s dat ze beseffen best in een bubbel te zitten. Participatie kan helpen om uit die bubbel te komen om minder verrast te worden aan het eind van je proces. Je kunt met participatie wensen, ideeën, behoeften en zorgen ophalen, en tot nieuwe inzichten en inspiratie komen voor een vraagstuk.”

Liset Verschoore en janneke de Jong op kantoor, met op de achtergrond Den Haag oost
Liset Verschoore (links) en Janneke de Jong. Foto: Sjoerd van der Hucht

Coördinator van het adviesteam Liset Verschoore heeft de doorontwikkeling van participatie bij IenW van dichtbij meegemaakt en werkt 12,5 jaar bij directie Participatie. “Ik zie een beweging naar voren, we organiseren de participatie steeds eerder in het beleidsproces. We worden ook creatiever. We zetten verschillende participatievormen en methoden in om meer mensen te betrekken. Inclusief de mensen die we minder vaak op een participatiebijeenkomst tegengekomen. We zoeken mensen ook actief op. Bijvoorbeeld op straat; dan horen we vaker de stem van het stille midden dat zich niet actief uitspreekt voor of tegen beleid. Participatie organiseren is niet ingewikkeld, het is vooral een kwestie van doen! Het belangrijkste is dat je oprecht nieuwsgierig bent, dat je terugkoppelt wat je met de inbreng doet en dat je betrouwbaar bent en afspraken nakomt.”

Participatie is beslist niet het creëren van draagvlak. Janneke is daar stellig over: “Dat is nooit het doel. We willen mensen niet overtuigen van onze oplossing. We willen alle perspectieven op tafel hebben, luisteren naar de zorgen die mensen hebben en de kansen die mensen zien. Zo nemen we betere besluiten en bereiken we een beter resultaat. Draagvlak kan dan wel een mooi bijproduct zijn.”

Liset: “Omdat het beleid van IenW grote gevolgen kan hebben, kunnen alle verschillende meningen en belangen die door participatie naar boven komen het wel complex maken. Toch is het belangrijk om open te zijn en ‘de pijn vroeg te pakken’ zoals we dat noemen. Zo kun je met de betrokkenen erover in gesprek gaan, naar elkaar luisteren en wellicht nog samen oplossingen vinden. Bovendien kunnen bewindspersonen hierdoor ook goed geïnformeerd worden voor dat zij belangrijke besluiten nemen.”

Lelylijn

We moeten eerst naar buiten en dan pas een pen op papier zetten, zoals SG Jan Hendrik Dronkers zegt. Dat is onder meer de inzet van het participatietraject rondom de aanleg van de Lelylijn. Of er een treinverbinding tussen Groningen en Amsterdam komt, is nog in onderzoek. Toch konden alle belanghebbenden er al over meedenken. Via een website kreeg iedereen de gelegenheid om op de stoel van de bestuurder te gaan zitten. En aan te geven welke ontwerpprincipes ze het belangrijkst vinden als we de verbinding tussen het Noorden en de Randstad willen versterken.

Staatssecretaris Vivianne Heijnen in gesprek met twee studentes over de Lelylijn
Staatssecretaris Vivianne Heijnen spreekt met studenten van ROC Friese Poort in Emmeloord, met wie ze het participatietraject rond de Lelylijn officieel startte. Heijnen: ‘Ik vind het belangrijk dat iedereen kan meepraten over de plannen voor de Lelylijn. Ik ben benieuwd naar wat inwoners verwachten van de Lelylijn, welke kansen zij zien, maar ook welke zorgen zij hebben. Ik ben ervan overtuigd dat onze plannen beter worden als we de inbreng van inwoners daarin meenemen.’ Foto: Wiebe Kiestra

Janneke: “Ruim 11.000 mensen hebben de moeite genomen om een half uur met ons mee te denken. Ze hebben daarbij ook hele concrete ideeën en schetsen aan ons meegegeven.” De verwachting is dat de eerste resultaten voor de zomer openbaar worden gemaakt. En het participatietraject stopt niet bij de online raadpleging. Tijdens de hele looptijd van het onderzoek naar de Lelylijn zullen belanghebbenden worden betrokken.

Grensregio's

Het is zelfs mogelijk om nog eerder naar buiten te gaan. De Directie Participatie organiseert dit jaar veldbezoeken aan een aantal grensregio’s. Niet om reflectie op te halen voor bestaande voornemens, maar om te luisteren naar inwoners over welke kwesties in hun directe leefomgeving spelen. Zodat we als ministerie beleid kunnen gaan ontwikkelen waar dat nodig is.

Inwoners van de gemeente Eemsdelta in gesprek met medewerkers van IenW. Foto: Directie Participatie.

Janneke is net terug van een veldbezoek aan de gemeente Eemsdelta, in Noordoost-Groningen. Een gemeente met zo’n 45.000 inwoners, met Delfzijl en Appingedam als grootste kernen. Maar ook met een aantal dorpjes waar maar enkele tientallen mensen wonen. Janneke is nog helemaal enthousiast over de creativiteit en de organisatiekracht van de bewoners: “Openbaar vervoer is hier in die kleine dorpjes bijna niet; iedereen is dus aangewezen op de auto. Maar niet iedereen kan autorijden. Daarom hebben inwoners zelf een soort vrijwilligers-vervoerscentrale opgezet voor schoolgaande kinderen.”

“In gesprekken met inwoners zie je dat ze vooral meegenomen willen worden in de plannen van de overheid. Je hoort: ‘praat met ons, neem onze belangen serieus en stel ons niet voor voldongen feiten’. De mensen voor wie we beleid maken, tijdig bij beleid betrekken is een randvoorwaarde om politieke ambities en beleidsdoelen op de grote maatschappelijke opgaven te kunnen realiseren.”

Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving

Janneke is naast directeur van de directie participatie ook algemeen secretaris van het bij wet ingestelde Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). Een plek waar, onder leiding van onafhankelijk voorzitters en een professioneel secretariaat, de verbinding wordt gelegd tussen samenleving en overheid. Het OFL past beproefde en nieuwe manieren van samenwerking en overleg toe op nationale opgaven in de fysieke leefomgeving: de omgeving waar we wonen, werken, reizen en recreëren. Daarbij horen ook onderwerpen als landbouw, natuur, energie en water. Het OFL werkt dan ook breder dan alleen voor het ministerie van IenW.

Janneke: “We zien de complexiteit van de maatschappelijke opgaven toenemen. Tegelijkertijd zien we een verlangen van mensen en organisatie om gezien en gehoord te worden. Het OFL is een unieke plek waar oprechte nieuwsgierigheid en naar elkaar luisteren gestimuleerd worden. De onafhankelijk voorzitters en het secretariaat hebben daarin inmiddels veel ervaring en expertise opgebouwd en die zetten ze graag breder in.”

Het Noordzeeoverleg is een mooi voorbeeld. De Noordzee is in gebruik bij heel veel verschillende partijen met soms conflicterende belangen. Denk aan de visserij, aanleg van windmolenparken, de zeevaart en natuurbescherming. Binnen het Noordzeeoverleg lukt het de betrokken partijen op een goede manier in gesprek te blijven over de uitvoering van het Noordzee-akkoord.

Voorbeelden van OFL opgaven waar overheid en samenleving nog gezamenlijk een weg moeten vinden zijn het Nationaal Klimaatplatform en het Nationaal Overleg Natuur inclusief.

Kennisknooppunt Participatie

Met de jaren is er veel ervaring opgebouwd over participatieprocessen en participatievormen. Die ervaring deelt de directie graag binnen de organisatie, en breder binnen de overheid. In 2018 heeft de directie het Kennisknooppunt Participatie opgericht. Door de verbinding tussen praktijk en wetenschap te versterken werkt de directie Participatie via het Kennisknooppunt daarnaast aan het verder ontwikkelen van het vakgebied rondom participatie.

Zelf aan de slag met participatie? Op Kennisknooppunt Participatie staan snelstudies, handreikingen en tips om participatie stap voor stap vorm te geven. Je vindt er een tal van documenten die behulpzaam kunnen zijn. In de podcastserie Participatiepraat vertellen ervaringsdeskundigen hoe zij hun participatietraject hebben opgezet, en wat er wel en niet goed ging.