Tekst Luc van Koppen
Foto Bart van Vliet

Van een ondernemer die van gft-afval compost wil maken tot een circulair windmolenpark: honderden ondernemers kloppen ieder jaar aan bij het Versnellingshuis om hulp te krijgen bij circulaire initiatieven.

“Het is de springplank om met ondernemend Nederland grotere stappen te zetten naar een economie waarin we de grondstoffen niet verspillen. Goed voor generaties na ons. Goed voor onze klimaatopgave. Ik hoop van u te horen!” Dat zei toenmalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven enthousiast in 2019 bij de start van het Versnellingshuis dat ze lanceerde, gezamenlijk met Maria van der Heijden directeur MVO Nederland en Hans de Boer – de inmiddels overleden voorzitter van VNO-NCW.

Pionieren

Twee maanden daarna werd programma-manager Imke Haenen gevraagd om het Versnellingshuis verder vorm te geven. “Het was vliegensvlug opgezet. Er was een telefoonnummer en een website en een kleine kring van adviseurs. En veel ambities. Het was pionieren en vooral al doende leren.”

De praktijk leerde dat er veel vragen leefden bij ondernemers. Wat is een circulaire businesscase en hoe kom ik tot een goed plan van aanpak? Hoe kan ik mijn plannen financieren? Kunnen jullie me helpen met het vinden van de juiste partners? Imke: “We merkten al snel dat er veel dezelfde vragen werden gesteld. Daar hebben we handige tools voor gemaakt, zodat ondernemers zelf hun antwoord kunnen vinden. Los van die tools helpen we ieder jaar ongeveer driehonderd ondernemers met hun vragen.”

Die vragen zijn heel gevarieerd. “Dat is bijvoorbeeld een lokale ondernemer die van het gft-afval van horeca wormencompost wil maken. Hij liep tegen afval-regelgeving aan. Dat hebben we voor hem opgelost; hij heeft nu een ontheffing gekregen. Er zijn ook grotere samenwerkingsverbanden van bedrijven die een hele keten willen sluiten, bijvoorbeeld circulaire matrassen, maar ook een windmolenpark. Daar hebben we circulaire keten-ondersteuning voor opgezet.”

Alwin Roest en Imke Haenen

Moonshots

Alwin Roest (VNO-NCW/MKB-Nederland) licht dit toe. “Bedrijven zijn vaak toeleveranciers van andere bedrijven. Als één bedrijf circulair wil worden, heeft dat consequenties voor de ander. Alleen door ketensamenwerking kunnen we komen tot een gesloten circulair systeem.

Versnellingshuis

Het Versnellingshuis is een samenwerkingsverband van VNO-NCW/MKB-Nederland, MVO Nederland, Het Groene Brein, en het ministerie van IenW. Ze werken nauw samen met een netwerk van zo’n honderd andere partijen en loketten.

Het Versnellingshuis is geen huis in fysieke zin; de 20 tot 25 mensen werken bij hun eigen organisatie. Een deel van hun werk besteden ze aan het Versnellingshuis. Ze ontmoeten elkaar vooral online.

Het Versnellingshuis is voor vier jaar opgezet. In februari 2024 wordt besloten over de voortgang. Alle partijen hebben inmiddels wel de intentie uitgesproken om door te gaan.

Contact

Website: Versnellingshuis Nederland Circulair

E-mail: hallo@versnellingshuisce.nl

Telefoon: 030-2305600.

Maar die ketensamenwerking is relatief nieuw en niet gemakkelijk. Want alles moet op elkaar aansluiten en er spelen soms natuurlijk ook verschillende belangen. Daarom biedt het Versnellingshuis hiervoor ondersteuning vanuit een onafhankelijke positie. Met ons instrument Moonshots helpen we bij het scherpstellen van de ambitie, of we zoeken mee naar ontbrekende partners die willen instappen.”

Ze hebben al twintig van die Moonshot-projecten ondersteund. Bijvoorbeeld een keten van bedrijven die hun e-commerce verpakkingen willen aanpakken. Sinds dit jaar bieden ze ook voor de uitvoeringsfase soortgelijke ondersteuning: Alwin: “Dat doen we met het instrument 'ketendoorbraakprojecten'. Door meerjarige ondersteuning zorgen we dat de circulaire ambities in zo’n keten daadwerkelijk van de grond komen".

Dat er vraag naar ondersteuning voor ketensamenwerking is merken ze. Een speciale subsidieregeling voor circulaire ketenprojecten kreeg ruim vijfhonderd aanvragen. Hebben ondernemers de circulaire economie ontdekt? Imke: “Wij merken veel interesse. Ook omdat ondernemers de risico’s van grondstoffen-schaarste zien en ze merken dat vooral jongeren graag willen werken bij een bedrijf met duurzame doelstellingen. Natuurlijk zijn wij een klein onderdeel van een veel groter nationaal programma circulaire economie. Er moet nog veel meer gebeuren om echt tot die circulaire economie te komen en minder te verspillen. Maar er is beweging.”

Waar zijn ze na vier jaar Versnellingshuis het meest trots op? Imke: “Veel ondernemers weten ons te vinden. Ook is er nu een heel uitgebreid netwerk van private en publieke organisaties. We weten elkaar goed te vinden om de ondernemers te helpen.” Alwin: “Die focus op de ondernemer bindt iedereen. En ook al werken we allemaal bij andere organisaties: we voelen ons collega’s.”