Tekst Martin Lamboo
Foto Martijn Beekman
Op jonge leeftijd leerde hij al om ‘diep respect’ te hebben voor ordehandhavers. Pieter Verhoeve, sinds 2019 burgemeester van Gouda, staat sinds kort aan het hoofd van de Taskforce Onze hulpverleners veilig. “Als Taskforce zijn we enorm gemotiveerd om het geweld tegen politie, boa’s en brandweerlieden stevig terug te dringen. Het is te gek voor woorden dat iemand deze mensen uitscheldt, belaagt met vuurwerk of andere vormen van agressie en geweld toepast. Als hoeders van onze veiligheid verdienen zij juist enorm veel waardering en dank. Zij zijn de helden van de publieke zaak!”
Pieter Verhoeve (nu 40) was al jong burgemeester. Toen hij in 2012 werd benoemd op zijn eerste post, het Utrechtse Oudewater, was hij zelfs de jongste burgemeester van Nederland. Zijn interesse voor ordehandhaving zat er al vroeg in. “Op mijn 18de stond ik al – met dispensatie van de Inspecteur - op een middelbare school les te geven aan pubers van 14, 15 jaar. Je krijgt dan werkelijk van alles om je oren geslingerd. Ik heb met mijn kop vol in de wind gestaan. Door schade en schande leerde ik dat ‘orde houden’ echt een vak apart is. En ik kreeg diep respect voor wat ik wel noem ‘het grondpersoneel van de publieke zaak’: de mensen die directe contacten onderhouden met de burger en die daarmee primair het imago én het functioneren bepalen van de publieke zaak. En binnen die groep dan nog eens in het bijzonder: degenen die - dag in, dag uit - instaan voor onze veiligheid: politie, boa’s en brandweer.”
Voorzitter
Toen de Taskforce Onze hulpverleners veilig voorjaar 2020 van start ging, trad burgemeester Verhoeve aanvankelijk toe vanuit het werkgeversperspectief van de boa’s. “Tenslotte is de aanpak van deze problematiek ook een stuk personeelszorg. Als overheid moeten we goed voor onze mensen zorgen.” Na het terugtreden, afgelopen zomer, van Marja van Bijsterveldt als taskforcevoorzitter, werd Verhoeve door minister Grapperhaus gevraagd de leiding van de Taskforce over te nemen. Eind september ging hij van start.
Veenbrand
Ons land mag dan van oudsher bekend staan om zijn ‘poldercultuur’, ook maatschappelijk onbehagen is er eigenlijk altijd geweest. “Zelfs met zeer forse uitingen daarvan”, merkt Verhoeve op. “Neem de gruwelijke moord op de gebroeders De Witt in het ‘Rampjaar’ 1672, diverse heftige oproeren in de 18de en 19de eeuw, of de sociale onrust in de jaren ’30, zoals het Jordaanoproer. En na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld de provomanifestaties, de krakersrellen en de boosheid over de kruisraketten. Zie het als een soort veenbrand, die af en toe weer oplaait en die kan leiden tot heftige uitbarstingen van geweld.”
Zo ook nu weer. Bij het huidige geweld tegen hulpverleners spelen volgens Verhoeve twee versterkende factoren een belangrijke rol. “Via social media delen we veel meer en veel sneller nieuws en beelden met elkaar. Dat heeft uiteraard z’n goede kanten, maar het betekent ook dat potentiële raddraaiers snel weten waar een ‘feestje’ te beleven is en bewust naar zo’n stad afreizen om zo de boel te laten escaleren. Een tweede katalyserende factor is de crisis: corona, de aangescherpte maatregelen die daarmee samenhangen en de maatschappelijke onvrede die hieruit voortvloeit. Let wel: het gaat hierbij om relatief kleine groepen die zich extreem gewelddadig gedragen, zoals onlangs in Rotterdam en eerder al bij de avondklokrellen. Maar ze zorgen er wél voor dat de veiligheid van onze hulpverleners nu extra in het geding is.”
Norm versterken
Het Actieprogramma waarmee de Taskforce agressie en geweld tegen politie, boa’s en brandweer wil terugdringen, kent een aanpak op drie hoofdlijnen: versterking van de norm, veilig werkgeverschap en het voorkomen én vervolgen van agressie.
“Het zijn lijnen die elkaar aanvullen en versterken en waarbij ook gedegen onderzoek naar de beste interventiestrategieën een belangrijk uitgangspunt vormt”, vertelt Verhoeve. “Neem de snelrechtzaken naar aanleiding van de Rotterdam-rellen. Binnen enkele dagen kwamen de eerste verdachten al op de zitting. Het OM heeft bij het formuleren van de strafeis goed duidelijk gemaakt dat er voor dit soort geweldsdelicten tegen hulpverleners een strafverzwaringsfactor geldt van 200 procent. En ook helder uitgelegd waarom dat zo is. Die uitleg werd, samen met de verhalen van de hulpverleners die slachtoffer waren van dat geweld, goed opgepikt door de media. Zo draagt die strengere strafeis ook bij aan het versterken van de norm.”
Gastles
De taskforce kent verschillende preventieprogramma’s voor de jeugd. Hier leren jongeren wat respect voor elkaar en richting hulpverleners eigenlijk betekent. Zo zocht de taskforce bijvoorbeeld aansluiting bij de (door JenV opgezette) gedragsinterventie Alleen Jij Bepaalt Wie Je Bent (AJB), een programma dat meer dan 1200 deelnemers kent. Verhoeve: “Ook heb ik samen met voetbalscheidsrechter Serdar Gözübüyük de aftrap gegeven van een serie gastlessen op een school voor praktijkonderwijs. Een fantastische ervaring. De scheidsrechter vertelde hoe hij zelf op en rond het voetbalveld met agressie en geweld was geconfronteerd. En hoe belangrijk het is dat jongeren juist respect opbrengen voor degene die de wedstrijd in goede banen probeert te leiden. Van daaruit was voor mij de stap naar respect voor hulpverleners als politie, boa’s en brandweer niet groot. Laat ze hun werk doen, eerbiedig ze! Aan het eind stelde ik de leerlingen de vraag wie er zelf bij deze ‘helden van de straat’ wilde werken. Er gingen heel wat handen de lucht in! We gaan dit soort initiatieven zeker verder uitbouwen.”
Veilig werken
Met de tweede pijler van het actieprogramma, veilig werkgeverschap, biedt de taskforce ondersteuning aan de werkgevers van politieagenten, boa’s en brandweerlieden in hun verantwoordelijkheid voor een veilige werkomgeving. “Die verantwoordelijkheid begint al in de opleiding”, benadrukt Verhoeve. “Neem de politie. We weten dat de komende tijd heel veel agenten met pensioen gaan. De politie moet alle zeilen bijzetten om de sterkte op peil te houden. Zo is de opleidingsduur verkort, met als gevolg dat jonge agenten van 19, 20 jaar al de straat op gaan – ook bij heftige incidenten. Dat betekent dat je al vroeg in de opleiding aandacht moet besteden aan vaardigheden als sociale weerbaarheid en de-escalerend optreden. Een voorbeeld dat ook in de opleiding van de boa’s als extra aandachtspunt zou moeten worden meegenomen.”
Verder wil de taskforce het stelsel van opvang en nazorg voor agenten die een (ernstig) incident hebben meegemaakt verder helpen uitbouwen. “Bij de extra middelen die op Prinsjesdag aan de politie zijn toegewezen zit ook een bedrag van circa 18 miljoen euro per jaar voor goede, professionele nazorg aan politieagenten die - onder andere - als gevolg van ernstig geweld waarmee ze zijn geconfronteerd PTSS hebben opgelopen. Dat bedrag stelt de politie in staat om het nazorgstelsel verder te ontwikkelen en te verbeteren. En niet alleen voor de agenten die het direct aangaat. Zoiets raakt vaak ook hun gezinsleden. Wat kun je bijvoorbeeld nog méér doen voor de partner en kinderen van een boa, brandweerman of –vrouw, of politieagent? Wat kunnen we op het punt van goede nazorg bijvoorbeeld leren van elkaar en van andere organisaties? Bijvoorbeeld van Defensie, dat al veel langer met dit bijltje hakt? Ook met dit soort zaken zijn we als taskforce inmiddels volop aan de slag.”
Handelingsperspectieven
De derde en laatste pijler uit het actieprogramma betreft maatregelen om agressie te voorkomen en handelingsperspectieven te bieden aan omstanders en mensen in de directe omgeving van de potentiële daders. Hiervoor is volgens Verhoeve eerst nog nader onderzoek nodig. “Bijvoorbeeld naar de precieze rol van omstanders. Sommigen kiezen ervoor om mee te gaan doen. Die pakken zelf een steen en gaan óók gooien. Anderen doen dan misschien niet actief mee, maar ze blijven wél toekijken en de boel filmen met hun smartphone, om het later op internet te zetten. Dat kan een enorme impact hebben op de hulpverleners, hun partner of hun kinderen. Ik snap heel goed dat de meeste mensen zich niet meteen geroepen voelen om zelf de held uit te hangen door raddraaiers aan te spreken of tegen te houden. Maar je kunt er ook voor kiezen om weg te gaan, zodra een demonstratie uit de hand dreigt te lopen. Dan hinder je de hulpdiensten niet en je geeft de relschoppers minder kans om zich te verschuilen in de massa. Verreweg de meeste mensen willen geen rotzooi schoppen of schade veroorzaken. We gaan onderzoeken hoe we die ‘zachte krachten’ in de samenleving kunnen emanciperen, sterker kunnen maken en hoe we ze in bepaalde situaties een duidelijk handelingsperspectief kunnen geven.”
Lange adem
Voorlopig is de Taskforce Onze hulpverleners veilig voor vijf jaar ingesteld. Verhoeve: “We staan voor een lastige klus, die we niet kunnen klaren zonder de steun van het departement én van het parlement. Het is dan ook mooi dat de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting van JenV een motie heeft aangenomen om onze taskforce te waarborgen en te zorgen voor voldoende financiële middelen om deze weerbarstige problematiek duurzaam te kunnen aanpakken. Die motie werd door een zeer grote meerderheid van de Kamer gesteund. Maar goed, je hebt het hier over gedragsverandering; de aanpak zal een kwestie worden van de lange adem. Kijk naar de Taskforce Overvallen, waarvan burgemeester Aboutaleb jarenlang voorzitter was -onlangs is hij afgelost door burgemeester Hamming van Zaanstad. Die loopt al sinds 2009! Maar wél met aantoonbare resultaten: eerst was er een kentering in het aantal overvallen en daarna volgde een forse daling. Die taskforce geldt voor ons als een stimulerend voorbeeld. Het zou fantastisch zijn als ons iets dergelijks gaat lukken. Onze hulpverleners verdienen het!”