Samen werken wij aan

Dit artikel hoort bij: JenV Magazine 16

de aanpak van mensenhandel

Veld met arbeiders

De aanpak van mensenhandel

In het regeerakkoord van 2017 – Vertrouwen in de toekomst – kondigde het kabinet een intensivering aan van de aanpak van mensenhandel. Die aanzet in het regeerakkoord heeft in 2018 geleid tot het Programma Samen tegen Mensenhandel; een ambitieus plan, met als doel het aantal slachtoffers van mensenhandel terug te dringen. Dat was nodig, want in de jaren daarvoor was de aandacht voor de aanpak van mensenhandel verslapt. Onder de paraplu van het programma werken meerdere organisaties – onder andere ministeries, gemeenten, politie, OM, opvang- en zorginstellingen, jeugdhulpverlening en scholen - samen aan tientallen projecten om mensenhandel aan te pakken.

Meer informatie over mensenhandel vind je op www.wegwijzermensenhandel.nl en op de LinkedIn-pagina Samen tegen mensenhandel.

Veld met arbeiders

“We zijn een soort beweging geworden tegen mensenhandel”

“Mensenhandel kent vele vormen. Van het meisje dat door haar vriendje gedwongen wordt seks te hebben met andere mannen tot de asielzoeker die in een wasserij onder erbarmelijke omstandigheden veel te lange en vaak onbetaalde uren moet draaien. De cijfers liegen er niet om: in Nederland gaat het om ongeveer 5000 geschatte slachtoffers mensen per jaar. Of dit aantal overeenkomt met de werkelijkheid is nog maar de vraag, want mensenhandel is een zogenoemd ‘haaldelict’: als je  niet actief op zoek gaat naar signalen van mensenhandel, dan zie je het ook niet.

Om mensenhandel succesvol aan te pakken is samenwerking essentieel, want het is een complex probleem. Niet alleen omdat het om verschillende vormen van uitbuiting gaat – seksuele, arbeids- en criminele uitbuiting - ook het feit dat je met slachtoffers en daders te maken hebt maakt het ingewikkeld. Want dat betekent zorg- én veiligheidsproblematiek. Bovendien kan het om Nederlandse en buitenlandse slachtoffers gaan. Daar komt nog bij dat mensenhandel vraagt om een integrale aanpak: van preventie tot de veroordeling van verdachten - en alles wat daar tussen zit.

Nicole Brenninkmeijer
Nicole Brenninkmeijer

Die samenwerking verliep aanvankelijk niet vanzelfsprekend. De hernieuwde aandacht voor mensenhandel kwam voornamelijk uit de koker van de verschillende departementen en stakeholders voelden zich weinig meegenomen. Door zoveel mogelijk partijen te betrekken bij het uitwerken van de plannen hebben we toch commitment bereikt. Ik zie samenwerken soms als oefenen, het kan weleens schuren. Dan is het belangrijk dat je elkaar blijft opzoeken en meeneemt in wat er speelt. Dat lukt steeds beter, zowel met departementen onderling als met stakeholders; de aanpak van mensenhandel is echt onze gezamenlijke opgave geworden.

We hebben inmiddels mooie producten opgeleverd, zoals voorlichtingsfilms, handreikingen en trainingen. Ook hebben we grote stappen gezet. Bijvoorbeeld in de agendering en de ontwikkeling van gemeentelijke beleid. En in de samenwerking met de politie en het OM op het gebied van opsporing en vervolging, die al heeft geleid tot een toename van het aantal OM-verdachten. Als JenV hebben we een coördinerende rol; de problematiek wordt per traject opgepakt door de experts uit het veld. We zijn eigenlijk een soort beweging geworden tegen mensenhandel waarbij onder de hashtag #samentegenmensenhandel talloze projecten lopen, ook buiten het programma om.

Toch betekent dat niet dat we er al zijn; er is nog genoeg te doen. Zoals de herziening van de strafbaarstelling van mensenhandel in het Wetboek van Strafrecht, het beter gebruiken van technologie bij onder andere online preventie en opsporing, het borgen van de gemeentelijke aanpak en een plan van aanpak voor kwetsbare jongeren. De voorstellen liggen klaar, het is aan het nieuwe kabinet om daar keuzes in te maken.”

Nicole Brenninkmeijer
Programmamanager Mensenhandel, Ministerie van Justitie en Veiligheid

Veld met arbeiders

“De informatie die wij binnenkrijgen is goud waard”

“Het Programma Samen tegen mensenhandel heeft de aandacht voor deze vorm van criminaliteit een impuls gegeven. Terecht, want het is eigenlijk een moderne vorm van slavernij. Je denkt misschien in eerste instantie aan het meisje dat tegen haar wil in de prostitutie belandt. Maar mensenhandel gaat ook over de vrouw die als au pair naar Nederland is gekomen maar ondertussen als onderbetaalde huishoudster overuren draait.

De aangiftebereidheid onder slachtoffers is gering waardoor de kans bestaat dat situaties van mensenhandel onder de radar blijven. Bij de – vaak – buitenlandse slachtoffers heerst argwaan tegen de politie. Bovendien verkeren zij in een kwetsbare positie: zij hebben vaak grote schulden gemaakt om naar Europa te komen en worden bedreigd of gechanteerd om die schuld af te lossen.

Bij gebrek aan aangiftes moeten we op een andere manier aan onze informatie komen. Een belangrijke bron vormen de signalen die we uit verschillende hoeken krijgen. Dat is de kracht van het programma: bij alle aangehaakte organisaties is de alertheid groot. De informatie die wij zo binnenkrijgen is goud waard, want door die aan elkaar te knopen en te verrijken kunnen wij komen tot een ‘mogelijke indicatie van mensenhandel’. Daar hebben we een methodiek voor ontwikkeld: domeinoverstijgend, informatiegestuurd werken (DIGW). De melding bijvoorbeeld dat een jong meisje in een hotel is aangetroffen zegt nog niet zoveel. Maar als je de context daarbij meeneemt, zoals de omstandigheden waaronder dat is gebeurd, kan het een ander verhaal worden. We zitten nu in de implementatiefase van DIGW, dat ons zal helpen onze mensen gericht in te zetten.

Joep Pattijn
Joep Pattijn

Onder de paraplu van het programma hebben we, naast DIGW, meerdere mooie mijlpalen behaald. Zo is mensenhandel opgenomen in de Veiligheidsagenda van de politie. We hebben circa 60 extra rechercheurs aangesteld en alle medewerkers van de basispolitiezorg zijn getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel en op dit moment werken we aan een coördinatietafel, waar de verschillende politie-eenheden informatie delen. Allemaal ontwikkelingen die bijdragen aan een succesvolle aanpak van mensenhandel. Tegelijkertijd leiden ze tot een groter beroep op onze politiecapaciteit: alles waar je aandacht aan geeft groeit. Hoeveel capaciteit de politie kan inzetten voor mensenhandel is afhankelijk van de hoeveelheid prioriteiten die de politiek bepaalt.

Samenwerken is essentieel als je iets wil bereiken op dit terrein. Dat lukt steeds beter. De politie en het OM weten elkaar goed te vinden en JenV levert een belangrijke bijdrage, door een platform te creëren voor het overleg over mensenhandel. En we hebben goede contacten met NGO’s. We hebben oog voor elkaars belangen maar beseffen ook dat niet alles mogelijk is. Die urgentie nóg groter maken; dat is onze grote uitdaging.”

Joep Pattijn
Programmadirecteur Vreemdelingenzaken, migratiecriminaliteit, grenzen en veiligheid, politie

Veld met arbeiders

“De impact van mensenhandel is enorm”

“Een belangrijke taak van CoMensha is het registreren van aanmeldingen van (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel. Daarnaast coördineren wij de eerste zorg, hulp en opvang, vaak in samenwerking met regionale zorgcoördinatoren,  en draaien projecten om de positie van slachtoffers te verbeteren en bewustwording te creëren bij ketenpartners en bij burgers.

Wij hebben structureel overleg met adviseurs van verschillende ministeries en kunnen als NGO open met hen spreken. We zijn het niet altijd eens, maar het gesprek is altijd mogelijk. Daar mogen we best trots op zijn; dat is in sommige Europese landen wel anders. Maar er zijn natuurlijk veel meer organisaties betrokken bij de aanpak van mensenhandel. Als CoMensha zijn wij de spin in het web tussen die organisaties. Dat is mede te danken aan het Programma Samen tegen Mensenhandel: het heeft partijen samengebracht en meer samenhang gecreëerd.

De impact van mensenhandel is enorm. Slachtoffers hebben vaak multiproblematiek en kampen ook met andere problemen, zoals verslavingen. Zij hebben dan ook specialistische zorg nodig – en de wachttijden daarvoor zijn lang. Een mooie mijlpaal die we hebben bereikt is dat VWS jaarlijks 2 miljoen euro ter beschikking stelt voor deze slachtoffers en dat er 36 opvangplekken voor hen zijn gecreëerd, met een toegespitst ondersteunings- en behandelaanbod. 

Brian Varma
Brian Oedayrajsingh Varma

Een andere mijlpaal is dat we een dialoog met de slachtofferdoelgroep tot stand hebben gebracht. Met onze bewustwordingscampagne ‘Open je Ogen’, een reizende fototentoonstelling, hebben we slachtoffers actief betrokken en hun een stem gegeven, onder andere op de openingsbijeenkomsten van de tentoonstelling. Zo wordt niet meer alleen over hen gesproken, maar ook met hen. Zij voelen zich daardoor gehoord en tegelijkertijd brengt het ons waardevolle informatie over bijvoorbeeld de zwakke plekken van beleid.

Onze Helpdesk helpt slachtoffers ook op een praktische manier. Als een slachtoffer wordt aangemeld, nemen wij contact op met de regionale zorgcoördinator die de persoon vervolgens van a tot z begeleidt. We beheren het budget van een tolkenvergoeding, regelen eventueel noodzakelijk transport en brengen slachtoffers in contact met een advocaat. Alles om slachtoffers te helpen hun leven weer op de rails te krijgen.

We zijn blij met de extra aandacht die mensenhandel krijgt; nu is het zaak dat het niet verwatert. Daar maak ik me weleens zorgen over.    
Zo moeten gemeenten in 2022 beleid hebben voor de aanpak van mensenhandel, iets waar wij hen bij ondersteunen. Daar hebben gemeenten weliswaar grote stappen in gezet, maar het moet nu ook echt gaan leven. 
Een andere zorg is het landelijk dekkende netwerk van zorgcoördinatoren. Die dekking is op dit moment 95 procent, maar dat betekent niet dat die zorgcoördinatie in elke regio goed geborgd is.

De decentralisatie van de zorg heeft veel verantwoordelijkheden bij de gemeenten neergelegd. Maar als je kijkt naar de zorg en opvang die slachtoffers nodig hebben, kun je niet verwachten dat alle Nederlandse gemeentes daarvoor even goed geëquipeerd zijn. De rijksoverheid zou daar verantwoordelijkheid moeten terugnemen; daar zou ik voor willen pleiten.”

Brian Oedayrajsingh Varma, manager bij CoMensha