Tekst Machteld Scholten
Foto Politie (hoofdfoto), Rutger Rog (portret Cindy de Koning), Martijn Beekman (portretten Rachid Habchi en Romke Verf)
Een intern netwerk binnen de politie met als doel kennis en kunde over culturen, religies, leefstijlen, genderidentiteiten en seksuele gerichtheid, te delen. Dat is in het kort waar het Netwerk Divers Vakmanschap (NDV) van de politie voor staat. Met in totaal zo’n 1000 aangesloten collega’s heeft het NDV kennis over meer dan 166 culturen, religies en leefstijlen. Kennis en kunde die de politie inzet bij het politiewerk.
Rachid Habchi is landelijk coördinator van het NDV: “Als politie zijn we er voor iedereen. Dat kunnen we alleen waarmaken als we de samenleving goed kennen en begrijpen. Het NDV zet zich daar – in de huidige vorm – al vijf jaar voor in. Dat doen we door onze ‘gouden competenties’ goed te gebruiken: de kennis die we als organisatie met meer dan 60.000 mensen in huis hebben.”
Verschillend
Als NDV staan we in verbinding met veertien georganiseerde netwerken. Rachid: “Het netwerk Roze in Blauw is een bekende, net als het Caribisch netwerk en het Joodse netwerk. Maar we hebben ook netwerken van oud-missiegangers in onze gelederen, of van autisten. Naast deze georganiseerde netwerken zijn ook individuele collega’s vanuit hun deskundigheid bij het NDV aangesloten. Denk bijvoorbeeld aan collega’s die veel weten over de cultuur van de Tamils of over Oekraïners, wat natuurlijk heel actueel is. Maar ook minder voor de hand liggende specialismen hebben we in huis, zoals iemand die alles weet over het vak van goudsmit of over de ruitersport. Heel verschillend dus. Wat deze netwerken en individuele collega’s bij het NDV gemeen hebben is dat zij andere collega’s kunnen helpen en adviseren – gevraagd en ongevraagd- over de regels en gebruiken die in bepaalde gemeenschappen of groepen gelden.”
Aansluiting
Het NDV is vertegenwoordigd bij de tien operationele eenheden van de politie én bij de Politieacademie en de politiediensten, elk met een eigen teamleider. Rachid: “Die teamleiders hebben contact met elkaar via een app-groep en hebben een wekelijks operationeel overleg. Zo delen we de vragen die per eenheid of dienst binnenkomen en verwijzen we collega’s door naar deskundigen die vaak op een andere locatie werken. Zo is de aansluiting optimaal en delen we onze kennis met collega’s in het hele land. Dat kan heel snel gaan: soms hebben we binnen 10 minuten een deskundige aan een ‘afnemer’ gekoppeld.”
Zand
“Die kennis is in de eerste plaats belangrijk voor het operationele politiewerk”, vervolgt Rachid. “Een mooi voorbeeld is de collega uit Den Haag die een beroep op ons deed toen een Iraniër voor de ambassade zand uitstrooide. Wij konden hem vertellen dat dit in de Iraanse cultuur gebruikelijk is als je iemand dood wenst. Waardevolle informatie en context voor onze collega. Maar we zetten onze kennis ook in om sentimenten in de samenleving te monitoren in specifieke situaties. Denk bijvoorbeeld aan de oorlog in Oekraïne of de recente Turkse verkiezingen. Welke spanningen zijn er, waar moet je rekening mee houden? Tenslotte adviseren wij ook onze beleidsmedewerkers, die onze inzichten goed kunnen gebruiken bij het opstellen van nieuw beleid. Kortom, we spelen een rol in de verschillende lagen binnen onze organisatie.”
Kennis delen
“Onze kennis delen we op verschillende manieren”, vertelt Rachid. “Soms een-op-een als een collega een specifieke vraag voor ons heeft. Maar we hebben ook een digitaal platform en we organiseren seminars en masterclasses. Alles om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk collega’s van die kennis gebruik kunnen maken.”
Structuur
Rachid: “Collega’s weten ons goed te vinden en onze toegevoegde waarde heeft zich inmiddels wel bewezen. Toch zijn we er nog niet. Zo willen we de komende jaren onze structuur verfijnen door op het niveau van de districten actief te zijn, in plaats van op eenheidsniveau. Op die manier zitten we dichter op de basisteams en zijn we nog gemakkelijker te benaderen. Daarnaast hopen we in de toekomst nog meer tijd te krijgen voor dit belangrijke werk. Alles om dichtbij de samenleving te staan en het vakmanschap van onze collega’s te waarborgen. Daar doen we het voor!” ♦
Cindy de Koning, plaatsvervangend voorzitter Caribisch Netwerk
“Het Caribisch Netwerk is midden jaren tachtig ontstaan uit samenkomsten van collega’s met een Surinaamse achtergrond. Zij zochten elkaar op om ervaringen te delen. Die samenkomsten zijn rond 2006 een officieel – intern –netwerk geworden. Nog later, in 2015, is onze rol breder geworden en kwamen er ook collega’s bij met andere achtergronden. Sindsdien delen we onze expertise over Surinaamse, Antilliaanse en West-Afrikaanse gemeenschappen actief binnen de politie en staan we in nauw contact met deze gemeenschappen. Zo geven we onze collega’s tips over hoe je mensen uit deze gemeenschappen het beste kunt bejegenen en adviseren we over de politie-inzet bij een demonstratie
We werken daarbij vanuit drie pijlers. Allereerst zijn we een veilige haven voor collega’s om ervaringen en vragen met elkaar te delen, bijvoorbeeld rondom discriminatie en racisme, maar ook ontwikkeling. We geven elkaar advies en we bieden een luisterend oor. Daarnaast delen we ook actief informatie binnen de politie en geven bijvoorbeeld presentaties en lezingen aan studenten van de Politieacademie en operationele teams.
De tweede lijn waarlangs wij werken is die van verbindingen met externe organisaties. We hebben korte lijntjes met organisaties als Kick out Zwarte Piet, het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee)) en het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD). Een mooi voorbeeld zijn de Zwarte Piet demonstraties in 2018. Door ons contact met Kick Out Zwarte Piet konden we goede afspraken met hen maken en liepen de demonstraties niet uit de hand.
En dan is er nog de lijn van de operatie. Zo delen we met opsporingsteams onze kennis van bepaalde talen en bieden hulp bij het opnemen van aangiftes over discriminatie. Daarnaast adviseren we onze operationele teams over politie-inzet. De Black Lives Matter demonstraties bijvoorbeeld zijn opvallend vreedzaam verlopen in de steden waar de teams al tijdens de voorbereidingen een beroep op onze expertise deden en waar wij, tijdens de demonstraties zelf, letterlijk midden tussen de demonstranten stonden. Bij een van die demonstraties hebben wij echt het verschil kunnen maken, toen wij adviseerden ME pelotons buiten het zicht op te stellen om escalatie te voorkomen. Bijzonder is dat we niet alleen onze eigen operationele teams adviseren: we zijn ook buiten de grenzen actief. Zo heeft de Belgische politie ons ingeschakeld voor advies over Surinaamse en Antilliaanse culturen en geven we zelfs trainingen in Suriname met als thema verbinding en samenwerking.
Sinds ongeveer 2010 hebben we een rol bij Keti Koti, aanvankelijk alleen als contact. Sinds 2014 leggen we bij het ceremoniële gedeelte een krans en inmiddels worden we ook bij het festivalgedeelte ingeschakeld. Dit jaar wordt onze rol nog groter want we zijn aangesloten bij de Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO) – de structuur waarin de politie werkt bij grootschalige politie-inzet, red. - en adviseren over de politie-inzet. Ook in de aanloop naar Keti Koti zijn we al actief en organiseren we, samen met de Politieacademie, dialoogsessies. We nemen collega’s mee in waar Keti Koti vandaan komt en wat het betekent. Het gaat erom dat we met elkaar in gesprek gaan en dit maken tot iets van ons allemaal.
Maar hoeveel we al hebben bereikt, we zijn er nog niet. Ik vind dat we als politie nog meer diversiteit moeten terugzien in de top, meer een afspiegeling moeten zijn van de maatschappij. Ook zie ik nog te veel vrijblijvendheid: we worden als netwerk dan wel steeds meer erkend, het is nog steeds geen vanzelfsprekendheid dat politieteams ons inschakelen voor advies bij thema’s zoals discriminatie en racisme. Terwijl wij juist vaak de gevoeligheden zien. Maar tegelijkertijd ben ik trots op wat we wél hebben bereikt, als je bedenkt hoe het allemaal begonnen is: van een clubje dat bij elkaar kwam om ervaringen te delen, zijn we uitgegroeid tot een landelijk opererend netwerk met zo’n 150 aangesloten collega’s met diverse achtergronden. Een expertiseteam met een stevig netwerk, waardevol voor de organisatie.” ♦
Romke Verf, Coördinator Roze in Blauw Nederland
“In 1997 organiseerde de regiopolitie Haaglanden, samen met de Nederlandse Politiebond, voor het eerst een landelijke conferentie over homo-emancipatie binnen de politie. Dat was het begin van Roze in Blauw, dat inmiddels in elke eenheid van de politie een netwerk heeft met in totaal ongeveer 200 aangesloten collega’s. Die lokale netwerken werken samen in Roze in Blauw Nederland, waarvan ik de coördinator ben.
Wij hebben zowel intern als extern een taak. Intern zijn we een ‘veilige haven’ voor mensen uit de LHBTIQ+- gemeenschap: zij kunnen bij ons terecht met vragen of met problemen waar zij tegenaan lopen. Daarnaast leveren we met het netwerk een bijdrage aan het vakmanschap van de politie en helpen collega’s met informatie over onze gemeenschap. Zo vroeg een rechercheteam ons om uitleg van afgenomen telefoontaps: de terminologie uit de homogemeenschap die erin voorkwam konden zij niet plaatsen. Of de vraag van een teamchef over hoe je het beste kunt omgaan met de discussie over een aparte kleedruimte voor een nieuwe collega die transvrouw bleek te zijn. We leggen uit, we duiden en we adviseren. Daarbij is ons uitgangspunt: de inclusie van de een mag niet leiden tot exclusie van de ander. Vertaald naar de discussie over kleedruimte: de inclusie van de transvrouw mag niet leiden naar exclusie van de meer traditioneel ingestelde collega. We moeten hen allebei tegemoet komen.
Maar ook extern hebben wij een rol. Voor vele mensen uit de LHBTIQ+ gemeenschap, voelt het veiliger om zich in eerste instantie via het netwerk tot de politie te richten als hen iets aangedaan. Zij wenden zich liever tot iemand die ‘dezelfde taal’ spreekt, zijn bang dat zij zich bij andere collega’s niet goed begrepen voelen. Wij zijn dan hun eerste contact en bieden aan bij de aangifte aanwezig te zijn. Op die manier maken we de politie toegankelijker voor hen.
Na mijn studie rechten heb ik als kandidaat-notaris gewerkt. Een mooi vak, maar ik miste de mogelijkheid om mensen écht te helpen en ben daarom overgestapt naar de politie. Die dienstbaarheid aan de samenleving, onderdeel van het motto van de politie, daar doe ik het voor. Wat dat betreft ben ik helemaal op mijn plek bij Roze in Blauw; het helpen van mensen zit bij wijze van spreken in onze genen.
Een mooi voorbeeld daarvan is hoe een Bulgaarse collega, lid van Roze in Blauw, iemand van Bulgaarse afkomst heeft bijgestaan bij diens coming out. Zij heeft deze persoon met haar kennis van de homogemeenschap én van de Bulgaarse cultuur, ervan kunnen weerhouden zichzelf iets aan te doen. Dat zij dat verschil heeft kunnen maken emotioneert mij en het toont aan hoe belangrijk ons netwerk is. Roze in Blauw bestaat nu 25 jaar. Ons doel is dat we het netwerk op een zeker moment kunnen opheffen. Dat we kunnen zeggen: wij zijn niet meer nodig. Maar zover is het helaas nog niet, er is nog een hoop werk te doen.” ♦