Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak heeft een grote impact
Hulpverleners, politie en andere professionals met een publieke taak moeten veilig hun werk kunnen doen. Sinds het programma Veilige Publieke Taak van start ging, zijn daar grote stappen in gezet. Toch blijft het aantal meldingen en aangiftes achter. Wat kunnen werkgevers doen om geweld en agressie tegen hun personeel aan te pakken of te voorkomen?
"Elke aangifte met de aantekening VPT wordt versneld opgepakt en de straffen zijn hoger"
“Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak heeft een grote impact. Op het slachtoffer zelf maar ook op de maatschappij, want het zet de publieke dienstverlening onder druk. Als iemand met agressie z’n zin weet te krijgen, dan denkt hij: mooi, dat werkt dus. Werknemers zijn eerder geneigd daaraan toe te geven als ze zich onvoldoende gesteund voelen door hun organisatie. Die kant willen we niet op. Daarom werkt het OM samen met de politie, departementen en andere partijen aan het voorkomen en aanpakken van geweld en agressie tegen werknemers met een publieke taak.”
“Hier is al geruime tijd aandacht voor; in 2007 startte het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Daaruit vloeiden afspraken voort tussen politie en OM over de opsporing en vervolging bij agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak: de zogeheten Eenduidige Landelijke Afspraken, kortweg ELA. Elke aangifte met de aantekening VPT wordt versneld opgepakt en de straffen zijn hoger. Het is belangrijk dat de dader snel uit de anonimiteit wordt gehaald en verantwoording aflegt over zijn gedrag. Ook is er extra aandacht voor het slachtoffer. Word je bijvoorbeeld bedreigd, dan kijken we welke vorm van beveiliging er nodig is. Er wordt zonodig een contact- of gebiedsverbod opgelegd. Ook kan schade worden verhaald op de dader.”
“We kunnen als OM alleen gevolg geven aan de ELA als er ook daadwerkelijk aangifte wordt gedaan. Daar lijkt het nog aan te schorten, als we bijvoorbeeld kijken naar de signalen van vakbonden. Dat kan verbeteren als werkgevers vastleggen wanneer medewerkers agressie en geweld moeten melden of er aangifte van moeten doen, met een goede risico-inventarisatie en -evaluatie als vertrekpunt. Daarmee stel je enerzijds een norm naar de maatschappij: ‘dit pikken we niet, zo mag er niet met ons personeel worden omgegaan’ en anderzijds schep je duidelijkheid naar je medewerkers.”
“Preventief kunnen werkgevers al heel veel doen om hun personeel te beschermen. Denk aan de incheckpoortjes bij de NS, de schermen bij trambestuurders of de afspraak dat handhavers of agenten in duo’s surveilleren. Maar ook wat betreft aangifte en vervolging kunnen werkgevers werken aan bewustwording en maatregelen: denk aan camerabeelden met geluid of screenshots van bedreigingen op sociale media. Of zelfs aan buisjes waarin je spuug kunt bewaren; dan hebben wij met een DNA-match het bewijs snel rond. Want niets is zo vervelend als slachtoffers moeten teleurstellen omdat hun aangifte niet tot een veroordeling kan leiden.”
Roland R. Knobbout
Officier van Justitie bij het Openbaar Ministerie
"Een op de drie ambtenaren te maken krijgt met agressie of geweld"
“Eind 2021 hebben we de monitor Integriteit en Veiligheid binnen de Rijksoverheid laten uitvoeren. Daaruit bleek dat 1 op de 3 ambtenaren te maken krijgt met agressie of geweld. Ook kwam er onder meer uit naar voren dat het merendeel van de incidenten wel wordt besproken - vaak tussen collega’s - maar niet geregistreerd. Redenen die mensen daarvoor gaven, waren: ‘het hoort bij mijn werk’, ‘ik kan er wel tegen’, ‘mijn organisatie doet er toch niks mee’, of ‘ik weet niet waar ik terecht kan met mijn melding’. Conclusie: er is werk aan de winkel. We moeten een gezamenlijke norm ontwikkelen: openbaar bestuur, rijk, provincies, waterschappen en gemeentes.”
“Natuurlijk heb ik niet de illusie dat we dit verschijnsel tot nul kunnen reduceren, maar ik ben ervan overtuigd dat er nog een wereld te winnen is. We zijn agressie blijkbaar te normaal gaan vinden en daar moeten we vanaf. Het is niet alleen een probleem van de individuele medewerker, integendeel, het is een probleem van jou, je collega’s én de organisatie. Om dat tussen de oren te krijgen, is de norm Stop Agressie Samen ontwikkeld. Heel veel mensen uit allerlei geledingen van de overheid hebben daar in sessies over meegedacht en meegepraat. De norm bevat drie onderdelen. Ten eerste: agressie is altijd onacceptabel, in elke situatie. Ten tweede: agressie áltijd melden - om jezelf en je collega’s te beschermen, maar ook om de organisatie zicht te laten krijgen op wat er gebeurt, zodat er preventieve maatregelen kunnen worden getroffen. En als derde: de werkgever moet voor een veilige werkomgeving zorgen, zo staat het ook vermeld in de Arbowet.”
“Kitty van Gendt en ik spreken elkaar hier regelmatig over. We hebben weliswaar te maken met verschillende doelgroepen binnen de publieke sector, maar we zijn met dezelfde onderwerpen bezig: normstelling en meldingsbereidheid in agressie tegen medewerkers. Het onderwerp staat nu overal hoog op de agenda’s, maar we moeten toch oppassen niet te snel in de actiestand komen. Liever eerst goed bepalen hoe we de juiste stappen zetten om tot resultaten te komen en het verschil te maken.”
“Hoe krijg je tussen de oren dat agressie en geweld onacceptabel is en blijft? Dat begint bij weten wat de norm is. Het programma Veilige Publieke Taak heeft er destijds veel werk in verzet, maar het is niet overal goed geborgd. Daar willen we het komende jaar aan werken. De start is gemaakt. De norm is eind januari gelanceerd. Binnenkort zijn er ook posters verkrijgbaar en een filmpje waarmee je in je eigen organisatie aan de slag kan.”
“Agressie en geweld tegen politie en andere hulpverleners lijken sinds een aantal jaar weer toe te nemen. Het komt in golfbewegingen. Na een serie incidenten vormde het neerslaan van een agent bij een Rotterdamse trouwstoet in 2019 de spreekwoordelijke druppel voor de toenmalige minister van Justitie en Veiligheid; de Taskforce ‘Onze hulpverleners veilig’ werd in het leven geroepen. Deze richt zich met name op politie, boa’s en brandweer, met als doel: een zinvolle bijdrage leveren in de aanpak van agressie en geweld. Hoofdtaken zijn het agenderen van het probleem op de juiste tafels, het signaleren van knelpunten bij de integrale aanpak, onderzoek doen naar maatregelen om knelpunten op te lossen en het monitoren van de aanpak. Kernvraag daarbij is: welke factoren kun je beïnvloeden om agressie en geweld tegen te gaan? Werkgevers vormen nu onze voornaamste focus, want zij zijn de sleutel tot de hulpverlener.”
“De werkgever is de eerste die kan zorgen voor een cultuur waarin medewerkers meldingen registreren en aangifte doen. Dat vraagt om beleid waarin is vastgelegd wat je onder agressie en geweld verstaat, hoe je daar als medewerker melding van maakt en hoe de organisatie de melding opvolgt. Werkgevers kunnen op diverse manieren ondersteuning bieden aan medewerkers die agressief of gewelddadig zijn bejegend. Bijvoorbeeld door een stopbrief aan de agressor te sturen, of te helpen bij het doen van aangifte. Werkgevers zijn verplicht om meldingen van onveilige en risicovolle situaties te registreren. En hoewel medewerkers niet verplicht zijn om deze situaties te melden, kunnen werkgevers hun medewerkers wel stimuleren dit te doen.”
“Als Taskforce willen we graag beschikken over eenduidige cijfers van meldingen en aangiftes: hoe vaak gebeurt het, in welke vormen? Dan kun je daar gericht op sturen. De politie registreert dit al structureel, maar daarnaast hebben we te maken met tal van andere werkgevers: 25 verschillende veiligheidsregio’s voor de brandweer en 342 gemeenten voor de domein 1 boa’s. De Taskforce ondersteunt werkgevers om hun rol hierin te pakken: beleid maken, normen actief uitdragen in de organisatie, meldingen eenduidig registreren, motiveren om aangifte te doen en zorgen voor goede opvang en begeleiding van medewerkers. In maart hebben we een kenniscongres georganiseerd waarin onderzoeken werden gepresenteerd. De komende tijd gaan we het land in met inspiratiesessies, gericht op het bevorderen van de meldings- en aangiftebereidheid, het bespreekbaar maken van de norm voor agressie en geweld en het versterken van regionale netwerken voor de aanpak. Daar worden casussen gepresenteerd en gesprekken gevoerd over een goed meldings- en aangiftebeleid.”
Kitty van Gendt
Projectleider Taskforce ‘Onze hulpverleners veilig’, JenV