Tekst Machteld Scholten
Foto hoofdfoto: WODC, portretten: eigen beeld, visual: Carenza

In deze rubriek staat in elke editie één van de organisaties van de ‘JenV-familie’ in de schijnwerpers. Deze keer is dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Wat doet het WODC precies? Wanneer voert het WODC een onderzoek zelf uit en wanneer wordt daarvoor een externe partij ingeschakeld? Wat doet de nieuwe afdeling Informatievoorziening & Datamanagement? En waarom is de D in WODC naar Data veranderd? Dit en meer lees je in de rubriek ‘In de schijnwerpers’.

Visual met cijfers over 2023 van het WODC

Door onderzoek draagt het WODC met feiten en kennis bij aan het beleid van JenV

Het WODC doet zelf onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek of laat dit door externe partijen doen. Met feiten en kennis draagt het WODC zo bij aan het beleid van het ministerie. Dat doet het WODC al vijftig jaar: eind vorig jaar vierde het WODC zijn vijftigste verjaardag met een feestelijke bijeenkomst met medewerkers, ex-medewerkers en genodigden.

De werkzaamheden van het WODC zijn in drie kerntaken onder te verdelen:

  • Wetenschappelijk onderzoek doen.
  • Wetenschappelijk onderzoek uitzetten bij externe partijen en dit begeleiden.
  • De resultaten van de onderzoeken vertalen naar bruikbare kennis die bijdraagt aan het beleid op het gebied van justitie en veiligheid.

Hoewel het WODC ook op eigen initiatief onderzoek uitvoert, gaat aan het meeste onderzoek een vraag van het Ministerie van JenV vooraf. Het MT-WODC bepaalt of deze vraag wordt ingenomen en bepaalt ook of het WODC dit onderzoek zelf kan uitvoeren, of dat het uitbesteed wordt aan een externe partij. Daarbij spelen verschillende criteria een rol, zoals de aanwezige expertise en de beschikbare capaciteit.

Komt het tot een intern onderzoek, dan wordt dat gedaan door de afdeling Intern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek (IWB). Externe onderzoeken worden uitbesteed aan universiteiten en andere onderzoeksinstellingen, onder begeleiding van een van de  projectbegeleiders van de afdeling Extern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek (EBW) van het WODC. Een zorgvuldig samengestelde begeleidingscommissie houdt toezicht op de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek.

Het WODC staat voor integere en betrouwbare wetenschap op het gebied van justitie en veiligheid: men moet erop kunnen vertrouwen dat alle onderzoeken van het WODC zorgvuldig, eerlijk, onafhankelijk, onpartijdig, transparant en verantwoordelijk worden uitgevoerd. Het WODC volgt de richtlijnen zoals vastgelegd in de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit en de ministeriële Regeling wetenschappelijke onafhankelijkheid. Ook is er een omgangskader met regels voor contactmomenten tussen medewerkers van het ministerie en het WODC. Alles om integriteit te waarborgen.

Tijdens het jubileumcongres in het kader van het 50-jarig bestaan maakte het WODC een naamswijziging bekend: het belang van datagedreven werken is de laatste jaren enorm toegenomen, ten koste van de bibliotheekfunctie. Om die reden is het woord ‘documentatie’ ondertussen uit de naam verdwenen en verandert in: Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum. Ook maakte het WODC die dag bekend dat het zich voortaan positioneert als ‘Kennisinstituut van de rechtsstaat’: het WODC staat in dienst van de samenleving en bedient daarom niet alleen beleidsmedewerkers van het ministerie van JenV met kennis, maar ook andere landelijke beleidsmakers, uitvoeringsorganisaties en controleurs van het beleid, zoals de Tweede Kamer.

Lees meer over het WODC op www.wodc.nl

Jasper van Berkel: “Ik kan mezelf hier helemaal onderdompelen in de inhoud”

Jasper van Berkel
Jasper van Berkel

De afdeling Intern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek (IWB) telt zo‘n 50 onderzoekers, onderverdeeld in zeven kennislijnen: inhoudelijke thema’s waarop het WODC onderzoek doet. Jasper is een van hen: hij werkt bij de kennislijn Georganiseerde Criminaliteit en Rechtshandhaving en doet veel onderzoek naar het gebruik en de invloed van technologie in de opsporing. Zoals onderzoek naar cybercrime en het gebruik van automatische nummerplaatherkenning (ANPR) door de politie.

Een onderzoek begint veelal met een onderzoeksaanvraag; meestal vanuit een van de beleidsdirecties van het ministerie van JenV, soms vanuit een uitvoeringsorganisatie of ketenpartner. Jasper: “Een onderzoekscoördinator beoordeelt die aanvraag. Bij groen licht van het MT schrijven we vervolgens een startnotitie die wordt voorgelegd aan het MT. Na goedkeuring gaan we aan de slag. Dat doen we per onderzoek in een klein groepje van twee à drie collega’s. Niet alleen om zo de continuïteit te waarborgen, maar ook om elkaar scherp te houden. Gemiddeld doet elke onderzoeker van onze afdeling twee onderzoeken per jaar.”

Waarborgen
De kwaliteit van onze onderzoeken wordt heel zorgvuldig bewaakt. Jasper: “Niet alleen houdt de Begeleidingscommissie op tussentijdse momenten een vinger aan de pols, ook intern hebben we verschillende controle- en beoordelingsmomenten. Zo waarborgen we dat ons onderzoek kwalitatief goed is en onafhankelijk tot stand is gekomen. Een onderzoek is pas echt ‘af’ als het tot op MT-niveau is goedgekeurd.”

Omgangskader
“Om die onafhankelijkheid veilig te stellen is sinds de zogenoemde ‘Nieuwsuuraffaire’ onze werkwijze nog verder aangescherpt”, vervolgt Jasper. “Zo is er sindsdien het omgangskader. Ook is het WODC verhuisd naar een nieuwe locatie buiten het ministerie. Alles om afstand te creëren tussen het ministerie en de onderzoekers en zo eventuele (schijn van) beïnvloeding te voorkomen. De affaire heeft dus geleid tot verbeteringen en we zijn er als organisatie sterker uitgekomen.”

Schat aan informatie
“Wat ik mooi vind aan dit onderzoekswerk is dat ik mezelf helemaal kan onderdompelen in de inhoud. Bovendien: we hebben als onderzoekers toegang tot een schat aan informatie, data waar je als onderzoeker normaal niet zomaar bij kan. Dat geldt voor het type onderzoeken dat ik doe nog in versterkte mate: ik heb toegang tot unieke (politie)data, waarvoor ik overigens een zware screening heb gehad.”

OR
“Naast mijn gewone werk ben ik lid van de OR, die in 2020 in het leven is geroepen. Een hectische start, met vrijwel meteen een reorganisatie en corona. Maar ook nu hebben we als OR genoeg te doen en beraden we ons op de toekomst. We zijn en blijven volop in ontwikkeling; dat maakt het werk hier zo leuk.”

* Nieuwsuuraffaire:
In 2017 diende een WODC-onderzoekster een interne klacht in over oneigenlijke druk van ambtenaren van het ministerie van Justitie en Veiligheid op onderzoekers van het WODC. Actualiteitenprogramma Nieuwsuur besteedde er uitgebreid aandacht aan. Deze ‘Nieuwsuuraffaire’ heeft onder andere geleid tot maatregelen om de onafhankelijkheid van het WODC te kunnen waarborgen.

** Jasper is inmiddels security officer bij het WODC.

Olivier Hendriks: “Hoe kan onderzoek het JenV beleid vooruit helpen? Dáár is het namelijk om te doen.”

Olivier Hendriks
Olivier Hendriks

Niet alle onderzoeken van het WODC worden binnenshuis gedaan: het grootste deel van de onderzoeken die het WODC jaarlijks oplevert, wordt uitgevoerd door universiteiten, onderzoeksbureaus of andere kennisinstellingen. Die externe onderzoeken worden begeleid door een van de circa veertien projectbegeleiders van de afdeling Extern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek (EBW), elk met een eigen expertise. Olivier: “De onderzoeken gaan over de volle breedte van het JenV-terrein. Dat maakt dit werk enorm afwisselend.”.

“Als kind al was ik gefascineerd door de vraag waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen”, vertelt Olivier. “Die vraag bracht me tot mijn studie psychologie en uiteindelijk bij het WODC. Wat dat betreft kan ik hier mijn hart ophalen. Het is een vraag die ik tegenkom in veel van de onderzoeken die ik begeleid. Waarom belandt een mens in de criminaliteit? Waarom raakt iemand gokverslaafd? Waarom radicaliseert iemand?”

Als projectbegeleider ben je niet slechts een procesbewaker”, vervolgt Olivier. “Integendeel. Je bent juist ook inhoudelijk nauw betrokken bij het onderzoek. We verdiepen ons in de onderzoeksvraag, inventariseren wat er al aan onderzoek en kennis ligt rondom het onderwerp, en we willen van de aanvrager weten: Hoe kunnen de bevindingen het JenV-beleid vooruit helpen? Dáár is het namelijk om te doen.”

Leuke fase
Olivier: “Met die kennis stellen we een onderzoeksbriefing op - hoe zou dat onderzoek er op hoofdlijnen uit moeten zien? – en nodigen meerdere partijen uit om een onderzoeksvoorstel in te dienen. Een leuke fase, want de externe partijen komen dan met hun eigen visie en soms ook met creatieve ideeën. Er is voor ons echt wat te kiezen. Minder leuk is dat we twee partijen – die ook veel tijd in een voorstel hebben gestoken – moeten teleurstellen. Al geven we altijd grondige inhoudelijke feedback, waar ze misschien bij een volgende aanvraag hun voordeel mee kunnen doen.”

Vertrouwelijke gegevens
Als het onderzoek daadwerkelijk start, wordt de begeleidingscommissie samengesteld, waarvan de projectbegeleider lid is. De commissie bewaakt de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek. Olivier: “Soms brengt het onderzoek met zich mee dat de externe onderzoekers met vertrouwelijke gegevens te maken krijgen. Samen met de commissie en de Privacy officer van het WODC zien wij er op toe dat daar zorgvuldig mee wordt omgegaan en dat de regels hiervoor worden nageleefd.”

Dossier WODC
“Naast mijn werk als projectbegeleider, ben ik een van de trekkers van een nieuw project: Dossier WODC-live”, vervolgt Olivier. “In een setting, vergelijkbaar met het programma College Tour, vertelt een onderzoeker aan een zaal vol geïnteresseerden over een van onze onderzoeken. De eerste twee edities gingen over criminaliteit op en rondom COA-locaties en over de Amsterdamse Top 600-aanpak. De toehoorders waren studenten, die volop vragen konden stellen. Bovendien maakten we er podcasts van. Een goede manier om onze kennis te delen, hier gaan we zeker mee door.”

Imago
“Wetenschappelijk onderzoek roept bij sommigen misschien een beeld op van onderzoekers die zich in afzondering aan hun onderzoek wijden. Niets is minder waar: we hebben juist veel contact met de buitenwereld en werken samen met een grote verscheidenheid aan partijen binnen en buiten de JenV-keten. Voeg daarbij de dynamiek in de wetenschappelijke wereld en je snapt al snel waarom wetenschappelijk onderzoek het best gedijt bij samenwerking. Het is natuurlijk aan de politiek om keuzes te maken, maar wij kunnen met onze onderzoeken wél een bijdrage leveren aan de totstandkoming van die keuzes. Dat maakt dit werk heel boeiend.” ♦

Susan van den Braak: “Zonder gegevens geen onderzoek”

Susan van den Braak
Susan van den Braak

Susan is hoofd van de kersverse afdeling Informatievoorziening & Datamanagement (I&D), een team van 12 fte dat zich sinds eind oktober bezighoudt met – kort gezegd - alle vraagstukken rondom het omgaan met gegevens binnen het WODC. “Nóg meer grip krijgen op onze data, dat is waar wij voor staan.”

Aanleiding voor de oprichting van de nieuwe afdeling was het rapport van de visitatiecommissie die in 2022 concludeerde dat het WODC er goed aan doet om zijn ICT en data-innovatie stevig te borgen. Susan: “Belangrijk, want daarmee kunnen we de snelle veranderingen op dit terrein bijhouden of zelfs voorblijven. Bovendien: we moeten als WODC voldoen aan de regels rondom informatievoorziening, zoals bijvoorbeeld voortkomend uit het rijksbrede programma Open op Orde en Europese regelgeving. Dat alles vraagt om beleid – én toezicht op de naleving ervan – over informatiebeveiliging, gegevensbescherming en IT. Onze afdeling neemt daar het voortouw in.”

Ontzorgen
“Als WODC hebben we een schat aan (onderzoeks)gegevens in huis”, vervolgt Susan. “En dat wordt alleen maar meer en complexer. Wij voeren het management daarover: we verzamelen, schonen, koppelen en beheren die gegevens. We zorgen ervoor dat alles goed in de systemen staat en dat alle processen - denk aan taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden - duidelijk zijn. Daarnaast maken we analyses op grote verzamelingen van data om specifieke beleids- en onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Eigenlijk ‘ontzorgen’ we onze onderzoekers en nemen hen taken uit handen. Voorheen gebeurde dat ook al, maar nu doen we dat gestructureerd en gecentraliseerd vanuit onze nieuwe afdeling.”

Externe partijen
“Dat doen we niet alleen voor onze eigen onderzoekers, maar ook voor externe partijen”, vertelt Susan. “Zij kunnen bij ons terecht met dataverzoeken en -vragen en we kunnen hen zelfs onder bepaalde voorwaarden gegevens ter beschikking stellen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Onze afdeling is dan ook niet alleen naar binnen gericht, maar nadrukkelijk ook naar buiten - en gericht op samenwerking.”

Op orde
Susan: “Behalve afdelingshoofd ben ik ook Chief Data Officer. In die hoedanigheid ben ik verantwoordelijk voor de gegevenshuishouding van het WODC. Ik heb zelf een IT-achtergrond, net als de meeste van de medewerkers van onze afdeling. Samen zorgen we ervoor dat de randvoorwaarden voor onze onderzoekers om hun werk te doen en de technische infrastructuur rondom onze gegevens helemaal op orde en veilig zijn. Als onze onderzoekers straks bij wijze van spreken niet eens meer merken dat wij er zijn, dan doen we ons werk goed. Dat is onze drive!”  ♦