Tekst VWS'ers Linda Miedema - Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.
Foto René Verleg

In tegenstelling tot wat soms gezegd wordt is (negatieve) feedback geen cadeau. Niemand wordt blij van kritiek op zijn werk, zeker niet als er dag en nacht aan gewerkt is, ziel en zaligheid aan gegeven wordt. 

Portret Linda Miedema
Linda Hilhorst

Als je zo hard werkt snak je juist naar erkenning van je werk en complimenten ervoor. Maar hoewel kritiek geen cadeau is, kan het wel heel nuttig zijn. Sterker nog, als je niet open staat voor kritiek van buiten, ontwikkel je een tunnelvisie en zwarte vlekken. Om ervoor te zorgen dat feedback landt, is het belangrijk dat wanneer je feedback geeft, je de omstandigheden schept voor de ander om de kritiek te kunnen verwerken. Dat was de kern van een cursus die ik in het pre-coronatijdperk eens met collega’s volgde en die de spijker op z’n kop sloeg. 

Iets anders. Meer dan een decennium geleden, in mijn begintijd op VWS, moest ik eens een begeleidende brief schrijven bij een inspectierapport dat naar de Kamer moest. Een collega stelde toen dat het niet nodig was om de aanbevelingen van de inspectie voor beleidsaanpassingen te overwegen, want de minister had al een beleidsplan uitgezet. Het zou voldoende zijn om het rapport te checken op politieke gevoeligheden en die weg te schrijven. Het beleidsplan zou over een aantal jaar wel geëvalueerd worden.

“Bij een brief van een burger leggen we gewoon uit hoe het stelsel werkt, en waarom dat zo goed is, we gaan niet echt in op de casus”, zei een andere collega eens tijdens een eerder kabinet. Ik heb er geen discussie van gemaakt destijds. Nu zou ik dat wel doen, want ik denk dat het essentieel is dat wij als ambtenaren de kritiek van derden wegen, zowel van mensen met kennis van zaken zoals de inspectie, als van ervaringsdeskundigen, zoals burgers die de moeite nemen om te schrijven. 

Een minister heeft in het parlement en voor een camera geen ruimte om feedback als een cadeau te ontvangen en uit te pakken. Zijn gesprekspartners scheppen geen ruimte om kritiek te verwerken. Tegelijkertijd, als je niet open staat voor kritiek, ontwikkel je een tunnelvisie. De minister kan tegenover politieke tegenstanders soms niet anders dan kritiek meteen wegwuiven, maar het is aan ons - als VWS’ers - om kritiek uit te pakken als een cadeau. Ook bij het coronabeleid zouden we serieuzer om kunnen gaan met kritiek van buiten, ook van de mensen die het ‘zat zijn’. Het uitpakken van deze cadeaus zal geen coronafeestje zijn, maar dat is maar goed ook, want dat zou ook weer tot de nodige kritiek leiden. En terecht. 


Linda Hilhorst