Tekst Denise Hilhorst
Foto René Verleg , illustratie: Marco Faasen

Het werk van VWS staat door corona misschien wel meer dan ooit in de publieke belangstelling. Sommige mensen uiten hun kritiek op een constructieve manier, anderen hanteren de botte bijl. Hoe gaan VWS’ers daar mee om?
 

Elwin Gerritsen in thuiswerkomgeving
Elwin Gerritsen buiten in een groene omgeving
Elwin Gerritsen (31) beleidsmedewerker programmadirectie Covid-19

Elwin: ‘Mensen horen maar een deel van het verhaal’

“Als je op Facebook een gemiddelde ‘post’ van VWS over corona bekijkt, staan daar meestal weinig positieve reacties onder. Maar de kritiek op social media raakt me niet echt. Daar ontbreekt vaak de achtergrond en de nuance. Dat is meer het roeptoeteren van meningen dan van feiten. Achter wat er op het nieuws komt, gaat vaak zo veel meer schuil. Mensen horen of zien maar een deel van het verhaal en daar reageren ze dan op. We zouden nog wel beter naar buiten kunnen uitleggen wat er wél gebeurt, want er gaat ook zoveel juist goed.

Het team waar ik deel van uitmaak, houdt zich bezig met alles rondom buitenlandse reizen. Bij zowel de eerste als de tweede golf hebben reizigers een grote rol gespeeld in de import en verspreiding van het coronavirus in Nederland. Ook op dit vlak krijgen we kritiek, de één wil de grenzen volledig openen, terwijl de ander Nederland op slot wil doen. Hier spelen soms lastige afwegingen. Mensen smachten naar vakanties in het buitenland. Ik zelf ook trouwens. In onze garage staat al een tijdje een Toyota Landcruiser klaar. Ik heb een half jaar onbetaald verlof om van Nederland naar Zuid-Afrika te rijden, eigenlijk zouden we vorig jaar al gaan. Hopelijk lukt het dit najaar.”

Ron Roozendaal in thuiswerkomgeving
Ron Roozendaal portretfoto
Ron Roozendaal (55) directeur CIO en opdrachtgever Programma Realisatie Digitale Ondersteuning Covid-19

Ron: ‘Er komt nu eenmaal een hoop emotie bij kijken’

“We hebben er bewust voor gekozen om wat we realiseren, zoals CoronaMelder, CoronaCheck en GGD Contact, in alle openheid te ontwikkelen. Dan kun je inhoudelijke kritiek verwachten, en dat heeft ons werk zeker beter gemaakt. Maar het betekent ook dat de mensen die eraan werken zichtbaar zijn. En dat is een heel ander speelveld dan waar je als ambtenaar normaal in staat. Je kunt doelwit worden van haat en bedreiging. Een paar mensen die hebben gewerkt aan CoronaMelder zijn online bedreigd. Ik was zelf al heel vaak dood geweest, als ik de doodswensen bij elkaar optel. Mensen uit mijn omgeving hebben me gevraagd of ik het nog wel trek. Dat lukt me door niet alles te lezen, maar vooral ook door te delen met andere mensen. En ik heb me voortdurend gesteund gevoeld door de politieke en ambtelijke leiding. Als het onveilig wordt, is dat cruciaal; dat er mensen om je heen staan.

Het lukt me gelukkig goed om alles van me af te laten glijden. In deze fase van de strijd komt er nu eenmaal een hoop emotie bij kijken. Mij schrikt dat niet af. Als je ziet wat de bewindspersonen over zich heen krijgen, dan is wat ik heb meegemaakt een heel slap aftreksel. Ik ben ervan overtuigd dat we met elkaar doen wat nodig is om de epidemie te bestrijden en dat transparantie daarbij belangrijk is. Zonder transparantie geen vertrouwen.”

Jacqueline Zaat buiten aan het wandelen
Jacqueline Zaat buiten in een groene omgeving
Jacqueline Zaat, bedrijfsmaatschappelijk werker bij VWS

Jacqueline: ‘Erover praten is een nuttig ventiel’

“Toen ik op 1 januari als bedrijfsmaatschappelijk werker startte bij VWS, verwachtte ik dat het drie rijen dik voor mijn digitale deur zou staan. Het verbaasde me dat dat niet gebeurde. Als je bedenkt wat er allemaal speelt: een enorm hoge werkdruk, de maatregelen waar men zich aan moet houden én de voortdurende en harde kritiek van de buitenwereld; het is een gevaarlijke cocktail. De kritiek van de buitenwereld is vaak meedogenloos. Het is zo makkelijk roepen vanaf de zijlijn. Dat raakt mij als mens, als collega en als bedrijfsmaatschappelijk werker. De mensen die kritiek uiten, hebben geen idee hoe hard er hier wordt gewerkt. Naar wat ik hoor wordt er bijna geen verlof opgenomen. Mijn collega's willen vooral het goede doen. Het is zo nieuw allemaal en corona neemt ons steeds weer bij de neus. Ik vind het heel begrijpelijk dat niet alles perfect verloopt.

Tijdens mijn kennismaking met het MT van de programma-directie Covid-19 heb ik gevraagd hoe zij omgaan met alle kritiek van buitenaf. Ze vertelden dat zij, ondanks de werkdruk, goed met elkaar in gesprek zijn, ook over de kritiek. Dat vind ik belangrijk; om niet net te doen alsof het er niet is. Erover praten is een nuttig ventiel voor iedereen. Hun humor, merkte ik in dat gesprek, werkt relativerend. Mijn advies is: blijf met elkaar delen, relativeer en geef ruimte aan humor.”