Tekst Beate Brand
Foto René Verleg
Te weinig uren
Ik kwam haar tegen.
Midden op het winkelpleintje bij ons in het dorp. Zo’n plein waar kinderen ijsjes eten, achter duiven aan rennen en je iedereen altijd tegenkomt. Ik had haast, want school was zo uit.
Maar iets in haar blik maakte dat ik stopte.
Ik keek haar aan en vroeg wat we allemaal, tussen de bedrijven door, als een terloopse begroeting veel te gemakkelijk vragen aan een ander: “Hoe gaat het met je?”
“Het gaat niet goed”, antwoordde ze. Ik zag paniek in haar ogen. “Ik heb kanker.”
In die seconde dat ik hoorde wat ze zei, waren de mensen op het pleintje er even niet. En ik voel op dat moment wat het betekent als het lijkt alsof ‘de wereld stilstaat’.
Maar school was uit, er zouden kinderen op mij wachten en dus moet ik verder. Met een brok in mijn keel fiets ik naar het schoolplein waar de wereld weer doordraaide alsof hij nooit had stilgestaan.
Een paar dagen later haal ik haar op. We lopen met de fiets in de hand door de straten. De fiets moet mee want we willen koffie drinken én wandelen maar straks moeten we naar school racen omdat er kinderen op ons wachten. Ook deze dag heeft te weinig uren. En dat geldt nu misschien wel voor haar leven.
“Het ergste vind ik dat ik niet weet of ik mijn kinderen wel zie opgroeien.”
Tranen branden in mijn ogen.
Het nieuws over haar gezondheid raakt me diep. Ik zou het net zo goed kunnen zijn.
Even oud.
Even sportief.
Even grote chocolade liefhebber.
Even jonge kinderen.
Maar nu dus niet even gezond. Gok ik. Want zeker weten doe ik dat niet. Het leven geeft geen garanties.
“Het is zo oneerlijk”, roep ik iets te hard terwijl ik mijn fiets vooruitduw.
“Ik kan het zelf amper geloven. Ik voel me topfit en ik heb nog nooit zo gezond geleefd als afgelopen jaar. En iedereen zegt de laatste tijd dat ik er zo goed uitzie!”
“Ook dat nog”, grap ik voorzichtig en kijk naar haar om haar blik te peilen.
Even later op het schoolplein draait de wereld gewoon weer verder.
Ik knuffel mijn kinderen vandaag extra stevig.
“Mam, wat doe je? Doe normaal! Kunnen we naar huis? Eten we tosti’s als lunch?”
Wat ik ervan leerde?
Koester het leven zoals het vandaag is. Morgen is alles misschien wel anders.