Tekst Sabina van Gils
Foto Portretfoto's: René Verleg

Grensoverschrijdend gedrag, artificiële intelligentie en duurzaamheid. Allemaal onderwerpen die ons confronteren met moeilijke keuzes. Vier collega’s aan het woord over hun dilemma’s – en hoe zij daarmee omgaan.

Claire Horstman thuis zittend aan de keukentafel
Claire Hostmann, coördinator duurzame medische producten, directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT)

‘Op slechte dagen eet ik kaas’

“Duurzaamheid is een belangrijk thema in de zorg en brengt tegelijkertijd ingewikkelde dilemma’s met zich mee. Bij GMT werk ik met een zevenkoppig team aan de verduurzaming van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Denk aan werkzame stoffen die een negatieve impact hebben op de kwaliteit van het water, of aan het gebruik van pfas. Daar moet iets aan veranderen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Er wordt vaak gezegd: zorg er gewoon voor dat de stoffen niet in het water komen. Of: gebruik gewoon geen pfas meer. Tja, was het maar zo eenvoudig. Bij het verduurzamen van geneesmiddelen kunnen strengere regels ertoe leiden dat ze bijvoorbeeld van de markt verdwijnen. En van sommige hulpmiddelen zonder pfas heb je juist weer meer nodig. Dat wil je ook niet. En dan is er natuurlijk het kostenvraagstuk: zijn we in Nederland bereid om meer te betalen voor duurzaamheid? En hoe maak je daar goede afspraken over?

Niet alleen tijdens, maar ook ná mijn werk ben ik bezig veel met verduurzamen. Ik eet zo min mogelijk dierlijke producten, ben kritisch over de aanschaf van nieuwe spullen, heb zonnepanelen, rij elektrisch en vlieg nauwelijks. Dat kost me over het algemeen allemaal weinig moeite. Op één ding na: ik vind kaas zó lekker. Op ‘slechte’ dagen ga ik overstag en eet ik een stukje. ‘Anders eet iemand anders het wel’, maak ik mezelf dan wijs.

Weet je, ik doe wat ik kan, dat is het belangrijkste. En dat is ook meteen mijn tip aan andere collega’s die zitten met duurzaamheidsdilemma’s: pas je gedrag stapje voor stapje aan. Dat maakt veranderen een stuk makkelijker dan je denkt.”

Aicha Haddouche zittend op een rode bank
Aïcha Haddouche, personeelsraadgever

‘Wat gebeurt er met mij als ik dit bekendmaak?’

“Een collega die een opmerking maakt over je borsten. Een leidinggevende die zonder pardon iemand overplaatst naar een andere afdeling. Iemand die zijn handen niet thuis kan houden tijdens een kerstborrel. Ik wou dat ik kon zeggen: dit gebeurt niet bij VWS. Maar het gebeurt overal, ook hier.

Collega’s die iets meemaken dat niet door de beugel kan, kunnen bij mij aankloppen. Samen zoeken we naar een oplossing, en dat is meestal niet zo eenvoudig. Hun dilemma is eigenlijk altijd: wat gebeurt er met mij en mijn baan als ik dit bekendmaak? Een terechte zorg die ik niet altijd kan wegnemen. Want de afgelopen jaren heb ik gezien dat een signaal van bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag wel degelijk negatieve gevolgen kan hebben voor de melder, ook in diens persoonlijke omgeving.

Toch adviseer ik collega’s om niet alleen met hun dilemma’s te blijven rondlopen. Praten helpt altijd. Neem iemand in vertrouwen: een bedrijfsmaatschappelijk werker, een vertrouwenspersoon of mij, natuurlijk. Mijn ervaring is dat de meeste mensen er uiteindelijk voor kiezen om stappen te ondernemen. Ze denken: ik heb niets meer te verliezen. Hoe ik omga met mijn eigen dilemma’s? Ik heb een waardevolle collega met wie ik veel kan – en mag – bespreken. Dat helpt enorm.”

foto van Tim de Groot aan een tafel met een rubiks cube liggend in zijn hand
Tim de Groot, Enterprise Architect en CIO-adviseur directie Organisatie Bedrijfsvoering en Personeel (OBP)

‘Ook op de werkvloer is veel discussie over ChatGPT’

“De komst van artificiële intelligentie (AI) is een kantelpunt in onze geschiedenis; ik denk dat er straks  wordt gesproken over een wereld vóór en ná AI. De mogelijkheden zijn eindeloos, maar tegelijkertijd roepen AI-programma’s ook veel vragen op. Hoe werken ze precies? Wat gebeurt er met de informatie die we erin stoppen? En hoe gaan we eigenlijk om met een ontwikkeling die we zelf niet helemaal kunnen doorgronden?

ChatGPT is een AI-programma waarover de laatste tijd veel te doen is. De chatbot, die werkt op basis van kunstmatige intelligentie, kan teksten schrijven, samenvatten, vragen beantwoorden en zelfs gesprekken met je voeren. Handig, maar er is veel discussie in de media over het gebruik ervan, ook op de werkvloer. Wat zijn de voor- en nadelen? En mag je wel ‘zomaar’ ChatGPT gebruiken of zijn de risico’s te groot en mogen we ons dan verantwoorden in de Kamer?

Eenduidige antwoorden zijn er helaas niet, maar er is wel een sleutelwoord: transparantie. Na de Toeslagenaffaire heeft de overheid beloofd transparant te zijn over het gebruik van AI en algoritmes. Dat geldt voor heel grote projecten, maar je kunt deze belofte ook toepassen op je eigen situatie. Twijfel je bijvoorbeeld over het gebruik ChatGPT? Ga dan bij jezelf na of je dit aan collega’s, burgers of journalisten kan vertellen en of je het gebruik kan uitleggen. Als het antwoord ‘ja’ is, ben je in ieder geval op de goede weg. En als je twijfelt of gewoon nieuwsgierig bent: ik neem je graag mee in de ontwikkelingen!”

Word lid van de Open Groep ‘AI (Artificial Intelligence) – VWS’ op vws#Net

Janneke Leek in een bos
Janneke Leek, beleidsmedewerker bij de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP) en traineecoördinator

‘Je moet je werk wel kunnen uitleggen’

“Ik noem mezelf weleens ‘de klassieke ambtenaar’. Tijdens mijn werk doet mijn eigen politieke mening er niet toe. Bij VGP werk ik bijvoorbeeld aan twee dossiers: Alcohol en Tabak. Onderwerpen die een hoop losmaken in de samenleving, en ook bij VWS. Ik merk dat mijn collega’s intrinsiek heel gemotiveerd zijn om het gebruik van sigaretten en drank terug te dringen. Ik heb dat natuurlijk ook, maar wel wat minder dan sommige andere collega’s; ik vind de politieke omgeving vooral heel interessant. Dat ogenschijnlijk eenvoudige oplossingen in de praktijk niet zo eenvoudig zijn, ervaar ik niet als een frustratie, maar als een uitdaging.

Maar misschien heb ik makkelijk praten. Ik zie in mijn omgeving niet direct de negatieve gevolgen van bijvoorbeeld alcoholgebruik. Het is een ver-van-mijn-bed-show en daarom kom ik niet zo snel in een tweestrijd. Dat was wel anders toen ik bij Langdurige Zorg werkte aan maatregelen waar mijn moeder – die een baan heeft in de gehandicaptenzorg – direct de negatieve gevolgen van ondervond. Ik voerde gesprekken met haar, maar kon het beleid niet rijmen met haar dagelijkse praktijk. Daar lag ik bij wijze van spreken wakker van. Het is uiteindelijk één van de redenen dat ik liever bij VGP werk dan bij  LZ.

Mijn vader was ook ambtenaar. Ook hij zei: als ik werk, heb ik geen politieke mening. Hij wilde niet eens zeggen op welke partij hij stemde. Zo ver wil ik niet gaan, maar enige afstand tussen je persoonlijke mening en de politieke koers, voorkomt dat je tegen dilemma’s aanloopt. Je kunt het gewoon niet overal mee eens zijn. Dat hoeft geen probleem te zijn, zo lang het beleid maar logisch is. Je moet het wel kunnen uitleggen.”