Tekst Linda Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.
Foto René Verleg

Een van de verrassende kijkcijferhits van de afgelopen jaren was het programma 'Chansons!' op vrijdagavond. Waarin de inmiddels besmette Matthijs van Nieuwkerk en Snollebollekesfrontman Rob Kemps op missie gingen om het Franse levenslied opnieuw op de kaart te zetten. Natuurlijk kende het programma zijn zwaktes. Teveel loftuitingen en doorzichtige filmische trucjes die zo uit de TV-show van Ivo Niehe leken te zijn geslopen.

Vincent Theunissen
Vincent Theunissen

Toch viel ook ik als een blok voor de prachtige beelden van de Franse hoofdstad in de serie. Waarin Kemps en Van Nieuwkerk in een innige bromance slenteren langs Place Dauphine. Zo fraai op de plaat gezet door Jacques Dutronc in Paris s’éveille. Terwijl hij zingt over geliefden, straatvegers en melkbussen die af en aan rijden om vijf uur ’s ochtends, zien we in feeërieke  beelden Parijs in 'Chansons!' zelf ontwaken.

Vijf uur is meestal niet het tijdstip waarop ik aan de werkdag begin en door het Haagse dwaal richting VWS. Maar ik begin graag wel vroeg, zo ergens tussen 7 en half 8. Als de stad en ons gebouw nog een beetje moeten opstaan.

Dat Helicon/Castalia dan al open en in bedrijf zijn, wordt vaak iets te veel als vanzelfsprekend beschouwd. Talloze medewerkers zijn dan al in touw om ervoor te zorgen dat de snelweg van het beleidswerk later op de dag zonder noemenswaardige files kan verlopen. Van schoonmaak tot beveiliging, van chauffeurs tot ICT-ers. Vaak onopgemerkt. Een beetje in de traditie van de Britse kostuumseries upstairs en downstairs.

Ik ben na alle banen en moeilijke en minder moeilijke dossiers die ik bij ons departement heb gehad, nog altijd dankbaar dat ik bij een van de voorgangers van OBP ben begonnen. Dat heeft me niets dan ontzettend veel waardering en respect voor het werk van het ondersteunend personeel bijgebracht.

En naast waardering en respect word ik ’s ochtends ook nog eens vrolijk van alle goede zorgen van de ongeprezen achterkant van het gebouw. Van de vriendelijke glimlach van de beveiliging bij de entree. Tot de schoonmaker die om zeven uur de hal van ons gebouw aan het vegen is met een machine. Ik neurie dan nog wel eens Jacques Dutronc. Alsof ik in mijn eigen feeërieke aflevering van 'Chansons!' ben beland. Maar dan in de Haagse versie.