Tekst Koos Dijkstra

De beleidsmedewerkers van de directie Veiligheidsbeleid bezoeken regelmatig onze regionale partners en projecten in het buitenland. Zo bezocht Koos Dijkstra van de afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid onlangs het noordoosten van Nigeria - een gebied dat al jarenlang geterroriseerd wordt door de terroristische groepering Boko Haram. In deze Veiligheidsdiplomaat deelt hij zijn ervaringen.

Leestijd: 3 minuten

Een bijzondere routine

Samen met Robert Petri, ambassadeur in Abuja, Ilona Domanska van de directie Afrika en Vincent Roza, onze Regionale Veiligheidscoördinator in de Sahel/Tsjaadmeerregio, bezocht ik onlangs het noordoosten van Nigeria, met de stad Maiduguri als uitvalsbasis.

We waren daar getuige van een bijzondere routine: internationale hulpverleners die elke dag weer, vanuit Maiduguri, in gepantserde terreinwagens en helikopters, als bijen uitzwermen naar vluchtelingenkampen en gemeenschappen in de regio, om aan het einde van de dag allemaal weer terug te keren. Deze gang van zaken is onvermijdelijk, want Boko Haram is door het Nigeriaanse leger weliswaar teruggedrongen, maar niet verslagen. Het platteland in de wijde omtrek van Maiduguri is daarom nog steeds onveilig en onbegaanbaar, ook voor de lokale bevolking zelf. Een groot deel daarvan is ontheemd en getraumatiseerd, bevindt zich in kampen en is sterk afhankelijk van humanitaire hulp.

Neerwaartse spiraal

Het heeft me getroffen hoe ingewikkeld de situatie is: daders en slachtoffers komen uit dezelfde gemeenschappen, families of zelfs gezinnen. Terwijl een kleine groep Boko Haram-leiders zeer radicaal is, heeft de overgrote meerderheid van de strijders aardsere beweegredenen: een gebrek aan bestaansmiddelen, onderwijs, recht (corruptie, straffeloosheid) en veiligheid. De situatie is instabiel en een neerwaartse spiraal, waardoor het gehele Tsjaadmeergebied resp. de bredere Sahel regio wordt geraakt, dreigt voortdurend.

Het creëren van weerbaarheid

Maar evenzeer ben ik onder de indruk geraakt van de veerkracht en weerbaarheid van de lokale gemeenschappen die we bezochten, hun solidariteit met de meest kwetsbaren onder hen, incl. slachtoffers en gezinnen van Boko Haram-leden en –onder voorwaarden– zelfs gerehabiliteerde ex-Boko Haram leden. Er is niet veel nodig om hen (weer) zelf verantwoordelijkheid te kunnen laten nemen voor hun lot. Maar op zijn minst minimale aandacht en ondersteuning door de Nigeriaanse autoriteiten (resp. de internationale gemeenschap) is nodig, meer dan nu het geval is.

En dat is precies wat we beogen en doen: het ontwikkelen van kleinschalige, innovatieve ‘best practices’, gericht op het vergroten van de weerbaarheid (‘inclusie’) van de meest kwetsbare groepen, en het promoten van deze bij de Nigeriaanse autoriteiten en de internationale gemeenschap, zowel aan de veiligheidskant als aan de kant van ontwikkelingssamenwerking.

Deze kaart toont de situatie in het noordoosten van Nigeria. Het blauwe gebied is ontoegankelijk voor humanitaire hulp. (Bron: Access Working Group, DTM.)