Tekst Nynke Broos

Nederland en de Verenigde Staten onderhouden intensieve diplomatieke banden met elkaar op het gebied van cyber. Ze zijn zogenoemde ‘like-minded’ landen. Reden voor de Veiligheidsdiplomaat om in gesprek te gaan met Chris Painter, tot voor kort de top-cyberdiplomaat van de VS. Tijdens zijn indrukwekkende carrière stond hij onder meer aan de wieg van ’s werelds allereerste internationale cyberstrategie. Ook speelde hij een sleutelrol in de onderhandelingen tussen de VS en China over de diefstal van intellectueel eigendom. Samen met de Veiligheidsdiplomaat blikt Chris Painter terug en vooruit op de ontwikkelingen in het digitale domein.

Leestijd: 5 minuten

Chris Painter is een gerenommeerde expert op het gebied van cyber. Painter’s cybercarrière begon ruim 25 jaar geleden als officier van justitie in een aantal spraakmakende cybercrimezaken. Hierna werkte hij voor de FBI, de Nationale Veiligheidsraad en onder president Obama in het Witte Huis. Vervolgens coördineerde hij als Amerika's eerste cyberdiplomaat de internationale cyberstrategie van de VS en zette hij de cyberafdeling van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op.

Hoe is cyberspace veranderd in de afgelopen 25 jaar?

Aan het begin van mijn carrière begin jaren ’90 was cyber voor veel mensen nog een ver-van-hun-bed-show, iets technisch waar ze maar weinig van begrepen. Men was toen sociaal en economisch nog niet zo afhankelijk van het internet als vandaag de dag. Het internet maakt nu onlosmakelijk deel uit van ons dagelijkse leven, en is een cruciaal onderdeel geworden voor onze nationale veiligheid, economie, mensenrechten en buitenlandse politiek. Dat heeft ervoor gezorgd dat ook de problemen die het met zich meebrengt serieuzer worden genomen. Vergeleken met 25 jaar geleden begrijpen bijvoorbeeld steeds meer mensen wat de implicaties van digitale ontwikkelingen kunnen zijn. Deze grote toename in bewustzijn zie ik als iets positiefs, omdat cyberproblemen nu worden erkend als algemene, maatschappelijke problemen.  

Wat is de huidige stand van zaken in het digitale domein?

Er is de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt op het gebied van internationale samenwerking tussen landen en met de private sector. Dat is een goede ontwikkeling. Maar ik zie ook veel uitdagingen. Zo neemt cybercriminaliteit toe en staan mensenrechten en vrijheden online de laatste tijd onder druk. Daarnaast zijn de cyberdreigingen afkomstig van statelijke actoren sterk toegenomen. De inlichtingendiensten in de VS hebben cyberdreigingen dan ook niet voor niets als een van de ‘meest prominente dreigingen van dit moment’ bestempeld. Voorheen maakte ik mij eerder druk over de dreiging van meer ‘traditionele’ cyberaanvallen. Bijvoorbeeld het stelen van intellectueel eigendom, het aanvallen van het elektriciteitsnet of het platleggen van het financiële systeem. Maar waar we onvoldoende op voorbereid waren, zijn aanvallen als de Russische inmenging in onze verkiezingen. Hier werd cyberspace niet slechts gebruikt als wapen, maar ook als middel.

"We moeten antwoorden formuleren op vragen als: wat zijn de normen waaraan iedereen zich moeten houden op het internet en hoe is internationaal recht van toepassing online?"

Wat zijn de grootste toekomstige uitdagingen?

Ik maak me zorgen over online instabiliteit en de internationale tendens om bijvoorbeeld nationale grenzen te willen trekken in cyberspace. Ook neemt in een aantal landen de surveillance met digitale technologieën steeds grotere vormen aan. Dit staat haaks op het open, vrije en veilige internet dat landen als de VS en Nederland nastreven. Naast de dreigingen die mogelijk voortvloeien vanuit misbruik van nieuwe technologieën als het Internet of Things, maak ik me zorgen om mogelijke toekomstige operaties waarbij data wordt gecorrumpeerd. Stel bijvoorbeeld dat iemand mijn digitale medische dossier zou hacken en daarin mijn bloedgroep wijzigt. Dit soort operaties kunnen desastreuze gevolgen hebben.

Hoe kunnen we deze uitdagingen het beste te lijf gaan?

Om stabiliteit in cyberspace te kunnen blijven garanderen, moeten we ten eerste onze inspanningen verdubbelen om de rules of the road voor cyberspace te verduidelijken. Landen, bedrijven en organisaties wereldwijd hebben een kader nodig voor gedrag in het digitale domein. We moeten antwoorden formuleren op vragen als: wat zijn de normen waaraan iedereen zich moeten houden op het internet en hoe is internationaal recht van toepassing online? Cyberdiplomaten spelen hierbij een sleutelrol. Zij zijn de spil in de communicatie tussen de verschillende spelers in cyberspace, en kunnen de verschillen die we zojuist hebben besproken overbruggen.

Ten tweede is het belangrijk om zoveel mogelijk actoren bij de discussie te betrekken. Samenwerking met de private sector is daarbij cruciaal omdat een groot deel van de digitale infrastructuur in private handen is. Ten derde vind ik het van groot belang dat er duidelijke consequenties worden verbonden aan slecht gedrag door kwaadwillende staten of andere actoren in het digitale domein. Dergelijke consequenties moeten slecht gedrag afschrikken. Ook hier spelen cyberdiplomaten een belangrijke rol. Ze kunnen wereldwijd het bewustzijn over cyberkwesties vergroten en via hun netwerk zorgen dat landen collectief in actie komen en reageren op cyberdreigingen. Een goed podium voor het verschaffen van meer duidelijkheid over cyberkwesties is de Global Commission on the Stability of Cyberspace, een Nederlands initiatief waaraan ik als commissaris verbonden ben.

"De discussie gaat uiteindelijk om de beïnvloeding van gedrag, wat cyber een politieke kwestie maakt."

Tot slot, wat is uw boodschap aan jonge diplomaten?

Cyber is een relatief nieuw en populair gebied, waarvoor het beleid nog steeds in ontwikkeling is. Dit in tegenstelling tot vele andere gebieden van buitenlandbeleid, waarbij jonge diplomaten vaak gebaande paden moeten bewandelen. Cyber biedt de nieuwe generatie dus een kans om toekomstig beleid niet alleen maar uit te voeren, maar het ook daadwerkelijk vorm te geven. Zo hadden beginnende beleidsmedewerkers in de VS veel invloed op het cyberbeleid omdat zij vaak al beter in de materie thuis waren dan senior collega’s. Als ik een jonge (toekomstige) diplomaat zou zijn, zou ik me vooral niet laten afschrikken door de ‘technische aard’ van cyber. De discussie gaat uiteindelijk om de beïnvloeding van gedrag, wat cyber een politieke kwestie maakt.

Het Nederlandse cyberdiplomatennetwerk

Benieuwd hoe Nederlandse cyberdiplomaten wereldwijd onze belangen in het cyberdomein behartigen? Lees het hier in het artikel van de Veiligheidsdiplomaat.