Tekst PV OPCW en Reyhan Cigdem
Al eerder hebben we in de Veiligheidsdiplomaat stukken gewijd aan de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW). Zo kun je hier en hier twee algemene stukken lezen, en schreven we dit artikel over de cyberoperatie gericht tegen de OPCW. Ditmaal focussen we op de Conference of State Parties (CSP) en de Review Conference (RevCon) van de organisatie, die achter elkaar plaatsvonden in het World Forum in Den Haag van 21 t/m 30 november. De CSP vindt jaarlijks plaats waarbij de lidstaten het reilen en zeilen van de organisatie bepalen. De RevCon is slechts eens per 5 jaar waarbij er terug en vooruit wordt geblikt; op de afgelopen én de komende 5 jaar.
De uitdagingen van multilateralisme
Deze conferenties zijn een voorbeeld van multilateralisme waarbij landen via vaak langdurig overleg, al dan niet in de wandelgangen, proberen om het eens te worden over zaken waar ze vaak tegengestelde belangen hebben. Om het proces overzichtelijk te maken zijn de landen ingedeeld in verschillende regionale groepen, die gezamenlijk tot standpunten komen. Nederland is lid van de groep Western Europe and Others (WEOG). Andere regionale groepen zijn Eastern Europe, Africa, Asia en Latin America and the Caribbean (GRULAC). Daarnaast is er natuurlijk ook een verschil tussen de grootmachten en de kleinere landen, alhoewel in de OPCW geen vetorecht bestaat. De afstand tussen ‘het Westen’ en andere delen van de wereld lijkt ook bij de OPCW ook steeds groter te worden; sommigen spreken al van terugkeer naar de situatie van de Koude Oorlog, alhoewel die in feite al was afgelopen toen de OPCW werd opgericht.
Van consensus naar stemmen
Een ander opvallend punt is dat de organisatie voorheen voornamelijk beslissingen nam op basis van consensus, dat wil zeggen een uitkomst die voor iedereen acceptabel was, maar tegenwoordig veelal bij meerderheid van stemmen beslist. Het budget voor 2019 is bijvoorbeeld op deze manier met grote meerderheid aangenomen. Dat was belangrijk omdat op die manier geld voor de nieuwe attributietaak van de OPCW vrijkwam uit het reguliere budget. ’Attributie’ houdt overigens in dat de OPCW voortaan de daders/verantwoordelijken kan aanwijzen in tegenstelling tot het huidige mandaat waarbij de OPCW alleen onderzoek kan doen naar de vraag of er sprake was van gebruik van chemische wapens. Belangrijkste argument van de tegenstanders is dat het technische, neutrale karakter van de organisatie hierdoor in het geding zou komen en dat dit soort politieke onderzoeken in de VN Veiligheidsraad thuishoort. Daar heeft Rusland echter een veto dat het voortdurend gebruikt om onderzoek tegen Syrië te blokkeren. Het is daarom belangrijk dat we er in geslaagd zijn het besluit dat de OPCW onderzoek kan gaan doen naar de daders van het gebruik van chemische wapens in Syrië te handhaven. Dat is een belangrijke stap op weg naar accountability en een helder signaal dat aanvallen met chemische wapens niet ongestraft zullen blijven.
Nederlandse bijdrage
Behalve bovengenoemde ontwikkelingen actief ondersteunen, heeft Nederland ook concrete bijdragen geleverd aan de CSP en de RevCon. Zo heeft minister Blok een toezegging gedaan van 2,3 miljoen euro voor de aankoop van de grond voor het nieuwe OPCW laboratorium in de buurt van Den Haag. Daarnaast is er een twinning overeenkomst getekend met Zuid-Afrika: TNO (organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) in Nederland en ProTech in Zuid-Afrika gaan zich met Nederlandse steun inzetten voor de verdere professionalisering van het lab daar. Doel is om het ProTech lab binnen enkele jaren uit te laten groeien tot een lab dat onderzoeksopdrachten voor de OPCW kan uitvoeren (‘designated lab’). Verder werden er een groot aantal side-events georganiseerd zoals gebruikelijk tijdens dit soort conferenties. Die events dienen ervoor om non-gouvernementele organisaties (NGO), staten en andere maatschappelijke organisaties een podium te geven voor ontwikkelingen die relevant zijn voor de organisatie en de deelnemers. Nederland heeft dit jaar een event van African Center for Science and International Security (Africsis) gesponsord. Deze NGO zet zich o.a. in om overheden van Afrikaanse landen te helpen om de nationale wetgeving in lijn te brengen met het Chemisch Wapenverdrag.
Niet opgeven
De organisatie staat zeker voor uitdagingen, maar dat is geen reden om de moed op te geven. Multilateralisme staat (helaas) bekend om de soms lastige en logge manier van besluiten nemen. Onze delegatieleden laten zich hier gelukkig niet door ontmoedigen en hebben de volle twee weken, waar het nodig was tot in de late uurtjes, doorgewerkt in het World Forum. Het belang van constructief multilateralisme staat voor Nederland als een paal boven water: multilateralisme is de basis van onze veiligheid. Om in de woorden van Hoge Vertegenwoordiger voor Ontwapening van de VN, Izumu Nakamitsu te spreken: “Many of the fundamental axioms that underpin our national and human security rest on the solid foundations of multilateral customs, norms, agreements, arrangements and institutions”.
Volg de OPCW op twitter via @NLatOPCW