Incidenten met corrupte douaniers zorgden de afgelopen jaren voor veel publiciteit en politieke aandacht. Directeur-generaal Douane Nanette van Schelven gaf tekst en uitleg in de Tweede Kamer over integriteit en corruptie in de Rotterdamse haven. Een ‘wake-up call’, zo noemde zij de incidenten. Hoe zit het nu precies met de Douane en integriteit? Douanemedewerkers Merlijn Bak en Mascha Meijer, beiden coördinator Integriteit, vertellen.


In hun werk draait het niet alleen om het voorkomen van corruptie en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit, zeggen Bak en Meijer. “Die strijd is onderdeel van iets groters. De Douane wil een betrouwbare organisatie zijn. Met medewerkers die het goede doen, op een goede manier. Daarom werken we aan een integere cultuur. Dit betekent bijvoorbeeld dat mensen durven praten over dingen die ze zien en meemaken.”

Zogenoemde ‘integriteitsrisico’s’ horen bij het douanewerk. Meijer: “Wij hebben een cruciale rol in het logistieke proces, met bevoegdheden, informatie en toegang tot terreinen. Allemaal heel aantrekkelijk voor criminelen, die proberen verboden goederen zoals drugs te laten meeliften met legale goederen. Ze willen daarvoor graag iemand ‘aan de binnenkant’ hebben. Dat maakt ons aantrekkelijk voor hen.” Bak: “De georganiseerde misdaad is de laatste jaren gegroeid en verhard. De onder- en bovenwereld lopen steeds meer in elkaar over. Het kan dan ook gebeuren dat criminelen contact zoeken met onze medewerkers. Dat kan op allerlei manieren: van bedreiging tot omkoping.”

“Het is begrijpelijk dat de Douane onder een vergrootglas ligt en kritisch wordt gevolgd”, gaat Meijer verder. “We zijn een overheidsorganisatie met bevoegdheden en macht. Daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Los daarvan is het onze taak om de samenleving te beschermen. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat we dat ook doen. Als ze ons niet vertrouwen, komen ze misschien ook minder snel hun verplichtingen na, zoals het doen van een aangifte.” 

Bak: “We waren natuurlijk al langer bezig met het onderwerp integriteit. Maar het staat nu nog hoger op de agenda. Het is 1 van de 5 punten in het Strategisch Meerjarenplan 2020-2025 van de Douane die we met voorrang oppakken. Dat doen we op verschillende manieren. Wat betreft de ‘harde’ zaken hebben we in onze werkprocessen bijvoorbeeld gescheiden bevoegdheden en het willekeurig toewijzen van controles. Dat hadden we al, maar het is nu meer een ‘levend geheel’. We passen het aan, bijvoorbeeld als criminelen anders gaan werken. Ook werken we aan een betere screening van medewerkers. En we hebben KMPG gevraagd om te onderzoeken wat de corruptierisico’s in de Rotterdamse haven zijn, en wat we wel en niet goed doen. We willen leren, om te kunnen verbeteren.”

Een lastig punt is de eerder genoemde ‘zachte’ kant: een open cultuur, waarin je elkaar aanspreekt op zaken en verdachte dingen meldt. Directeur-generaal Van Schelven omschreef het in een nieuwsbericht als: ‘We kijken niet weg, maar we vinden het moeilijk om er met elkaar over te praten’. Meijer: “Ook daar werken we aan. Bijvoorbeeld met speciale trainingen, om medewerkers bewust te maken van dingen die kunnen gebeuren. En we geven leidinggevenden instrumenten om het gesprek aan te gaan met hun team. Belangrijk, want integriteit kun je niet alleen in regels vatten. Er zijn altijd meer situaties dan regels. Het gaat erom dat je weet hoe je zaken bespreekbaar maakt, en er ook daadwerkelijk over praat.”

Bak: “Al deze inspanningen zijn van belang. Want zoals gezegd willen criminelen graag mensen ‘aan de binnenkant’ hebben. En het maakt ze niet uit waar dat is, bij de Douane of ergens anders. Daarom is het ook goed om op dit vlak samen te werken met andere schakels in de keten van transport en logistiek. Op Schiphol en in de Rotterdamse haven bijvoorbeeld doen we dat al. Hoe meer we samenwerken, hoe meer we risico’s kunnen beperken.”

Mascha Meijer (Douane Nederland), Steven Lak (Portbase, VNO-NCW) en Merlijn Bak (Douane Nederland)

Extern onderzoek voor betere aanpak integriteit

Welke corruptierisico’s lopen we? En zijn we daar voldoende op voorbereid? Om die vragen draaide een onafhankelijk onderzoek dat de accountants- en adviesorganisatie KMPG heeft gedaan. In opdracht van de Douane. Steven Lak, verbonden aan onder meer Portbase en VNO-NCW, is voorzitter van de begeleidingscommissie. Die beoordeelt of het onderzoek juist en zorgvuldig is gedaan. 

Lak: “Dit onderzoek kijkt onder meer naar wat de wetenschappelijke literatuur zegt over hoe criminelen precies werken. Dat is aangevuld met de praktijkkennis van bijvoorbeeld havenmedewerkers en politiemensen. Dan wordt duidelijk dat vooral de drugscriminaliteit steeds gewelddadiger en professioneler wordt. Criminelen gebruiken steeds slimmere technieken en worden minder voorspelbaar. De Nederlandse en Europese handhaving zijn best goed georganiseerd. En er zijn ook duidelijk meer drugsvangsten. Maar deze smokkel is zo lucratief, dat criminelen ermee blijven doorgaan.”

“Verder is er input gebruikt van douanemedewerkers uit de haven, uit een enquête en gesprekken. Dit om te beoordelen wat de Douane al doet aan integriteit en tegen corruptie. Bijvoorbeeld: welke middelen heeft de organisatie daarvoor, en welke lessen leert de Douane uit de praktijk? Als laatste geeft het onderzoeksteam aan wat de Douane kan verbeteren. En welke manieren daarvoor het meest effectief zijn. Daarbij gebruiken ze ook de kennis die ze hebben opgedaan bij integriteitsonderzoeken bij zo’n 100 andere bedrijven en organisaties.”

“KPMG geeft verschillende aanbevelingen voor een ‘meer volwassen integriteitsaanpak’. Bijvoorbeeld: kijk met een brede blik. Richt je niet alleen op een bepaalde groep medewerkers, want iedereen heeft iets wat interessant kan zijn voor criminelen. En zorg voor een centraal gestuurde en standaard aanpak, dus voor elk onderdeel van de organisatie hetzelfde. En blijf bij met wat er gebeurt in de praktijk, want criminaliteit is dynamisch. Een andere aanbeveling: deel meer kennis en informatie, zoals over wat je leert van incidenten en probleemgevallen. Blijf steeds ‘ijken’: weet iedereen wel wat goed of fout is? Leg niet alles van bovenaf op, maar werk ook ‘bottom-up’, vanuit de werkvloer. En zorg vooral voor een klimaat waarin medewerkers durven praten. Daar ontbreekt het vaak aan, als dingen misgaan in een organisatie.”

“Die worsteling met een open cultuur heb je niet alleen bij de Douane. Dat mensen elkaar niet op dingen aanspreken, zie je bij meer organisaties. Vooral bij de overheid. Die organisaties zijn vaak traditioneel sterk hiërarchisch. Maar de tijden zijn veranderd. Er is een ander soort leiderschap nodig, en een andere aanpak. Door transparantie mét respect voor elkaars rollen vergroot je de betrokkenheid van medewerkers. Mensen in het veld hebben de meeste kennis, daar moet je gebruik van maken.”

“Dat vraagt om een cultuuromslag. Maar die is er niet zomaar, dat kan meerdere jaren duren. Hoe je dat bereikt? Het management moet aangeven dat ze die verandering belangrijk vinden. Door er veel over te praten, en te waarderen dat mensen open zijn. In dat opzicht is het belangrijk dat de Douane zelf heeft besloten om dit onderzoek te laten doen. En dat er veel medewerkers bij betrokken zijn. Ik zie het als een plus dat zij kritisch zijn in het rapport. Dat geeft aan dat ze bereid zijn om aan te geven waar de zwakheden zitten.”

“Ik denk dat de buitenwereld en de media in het algemeen vooral reageren op dingen die er ‘te weinig’ zijn, dus die niet goed zijn. Daar springt iedereen meteen bovenop. Mijn beeld is wat genuanceerder. Er is zeker werk aan de winkel, maar het zijn geen zaken die je niet kunt oplossen binnen een redelijke termijn. Er ligt een basis, en daar kun je op verder bouwen. Daar kun je de uitkomsten van dit rapport prima voor gebruiken. Dat er werk te doen is, geldt ook voor andere organisaties die zich bezighouden met misdaadpreventie. We hebben nu eenmaal te maken met georganiseerde criminaliteit. Over één vraag moet de overheid dan ook goed nadenken: welke instrumenten hebben handhavende diensten nodig om hun werk te kunnen doen?”