In 2025 volledig emissievrij vervoeren en in 2030 volledig circulair zijn. Het doel van IKEA is ambitieus, maar essentieel voor de toekomst. Vanuit IKEA’s marktpositie, strategie en lidmaatschap van de EV100* wil het Zweedse woonwarenhuis een voorloper zijn op het gebied van duurzaam transport. Omdat 8,7% van de CO2-uitstoot van IKEA komt door klanttransport, onstond de vraag: 'kunnen we elektrisch thuisbezorgen mogelijk maken?'.
Dankzij DKTI-transport kon IKEA, samen met haar logistieke partners, de proef op de som nemen. We spraken Dorrith Kortz en Michel Hartog (Project Managers Zero-Emission Roadmap IKEA) over hoe zij elektrisch thuistransport bij IKEA mogelijk hebben gemaakt. En hoe zij de bijbehorende uitdagingen, zoals een beperkte actieradius, de beperkte hoeveelheid (snel)laadstations en andere risico’s, het hoofd hebben geboden.
Elektrisch thuisbezorgen
“Het doel van het DKTI-project was om het thuistransport binnen de ring A10 in Amsterdam 100% elektrisch uit te voeren. Dit betekende het drastisch omgooien van de business voor die transportstromen”, vertelt Kortz. Hierdoor stond IKEA voor een flinke uitdaging. Het systeem was hier niet op ingericht, de gemeente Amsterdam was tegelijkertijd bezig met herinrichting van de stad en het aantal leveringen en de levertijden namen ongekend toe vanwege COVID-19.
Om elektrisch thuistransport mogelijk te maken in de pioniersfase is ‘outside the box’-denken noodzakelijk. Gesteund door DKTI heeft IKEA de sprong in het diepe gemaakt en kunnen de resultaten met anderen gedeeld worden. Hoe is IKEA omgegaan met de grootste uitdagingen van elektrisch thuistransport?
1. Het in kaart brengen van de transportstromen
Om de organisatie volledig in te richten op elektrisch thuistransport moeten de huidige transportstromen in kaart worden gebracht. Hoeveel leveringen gaan er door deze stromen? Hoe zit de huidige infrastructuur in elkaar? Wat zijn de afstanden?
2. Beschikbare elektrische voertuigen
Een paar jaar terug stond de ontwikkeling van elektrische bedrijfsvoertuigen (met name met een laadbak) nog in de kinderschoenen. Waar de markt voor particulieren groeide, bleef de productie van elektrische voertuigen voor de zakelijke markt nog erg achter. “Dat is ook een van de redenen dat we dit project wilden doen, hiermee wakkeren we de markt aan. Er is nog te weinig productie voor de vraag”, aldus Hartog.
Gaandeweg ontwikkelde de markt zich verder. IKEA is gestart met verschillende merken elektrische voertuigen via een leaseconstructie en er is geprobeerd bestaande dieselvoertuigen om te bouwen naar voertuigen met de gewenste specificaties. Dit laatste is een dure aangelegenheid. Tegenwoordig zijn er steeds meer opties voor het aanschaffen van elektrische voertuigen, maar er moet ook nog veel verbeterd worden.
3. Optimalisatie rondom de actieradius
Een elektrisch voertuig kan 100 tot 200 kilometer overbruggen, afhankelijk van factoren als belading en wegtype. Dit vergt een goede routeplanning. De actieradius kan gekoppeld worden aan de routeplanning en de snelheid die op de route gereden mag worden.
Om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de actieradius is het geven van zowel theorie- als praktijktraining aan chauffeurs essentieel. Omdat een elektrisch voertuig wezenlijk anders rijdt dan een dieselvoertuig, moeten zij opgeleid worden.
“In de coronatijd hadden we alleen de mogelijkheid om digitale bijeenkomsten te organiseren voor chauffeurs, in plaats van fysieke bijeenkomsten. Hierdoor was de begeleiding gering, met als resultaat dat sommige chauffeurs onderweg stil kwamen te staan, en op die manier zelfs een keer de Coentunnel blokkeerden. Een leermoment voor ons, wat hoort bij innoveren”, zegt Kortz met een glimlach.
4. Het verhogen van het laadvermogen
Het laadvermogen van een elektrisch voertuig is 450 kilo. Dit betekent dat wanneer iets zwaars zoals een keuken vervoerd moet worden, meerdere ritten nodig zijn. IKEA heeft samen met een opbouwer een heel specifiek voertuig kunnen neerzetten met lichtgewicht panelen, waardoor het laadvermogen is opgehoogd naar 910 kilo. Dat is bijna evenveel als wat een dieselvoertuig aankan, zo’n 1000 kilo.
5. De laadinfrastructuur
De infrastructuur in Nederland is nog niet ingericht op elektrische voertuigen. Je hebt extra vermogen nodig om de voertuigen te laten rijden, maar waar haal je dit vandaan? Ook hier is planning een belangrijk punt van aandacht. Er kan rekening gehouden worden met momenten van opladen of herinrichting van het proces. IKEA is creatief met oplaadtijden: het voertuig hoeft niet in één keer helemaal vol. Gedurende het proces zijn er momenten waarop gemakkelijk even opgeladen kan worden. Bijvoorbeeld bij het in- en uitladen bij de dock. Dit moet dan uiteraard wel mogelijk zijn en ingericht worden.
Daarnaast moet de beschikbare energiecapaciteit in kaart gebracht worden: waar en wanneer is er energie nodig en waarin kunnen we schuiven (binnen het gebouw)? Dit dwingt men om goed te kijken naar de energiebehoefte en mogelijke verspilling.
Kortz en Hartog zien (landelijke) samenwerking en verdeling als een oplossing voor het gebrek aan energiecapaciteit. “Ons advies is om te bundelen waar dat kan! Een andere optie is om gebruik te maken van een (semi) publieke set-up. In deze tijd is ‘ieder voor zich’ niet meer mogelijk. Iedereen vecht om netcapaciteit en door dit hamstereffect ontstaat nog grotere schaarste”, zeggen Kortz en Hartog.
6. Het herinrichten van de processen
Met de opgedane kennis en de mogelijkheden die er zijn, moeten processen opnieuw ingericht worden. Dat is niet alleen zo bij de overgang op elektrische voertuigen: bij alle grote veranderingen is herinrichting van processen nodig.
Door om te denken is het IKEA gelukt om binnen de ring A10 in Amsterdam ál het thuistransport elektrisch te vervoeren. “DKTI-transport heeft ons in staat gesteld om met toewijding met het project aan de slag te gaan. Het neemt het risico weg en geeft verzachting bij (financiële) tegenvallers”, vertelt Kortz.
Door een voorloper te zijn als grote organisatie is bewustzijn gecreëerd, waardoor een ‘groene olievlek’ zich aan het verspreiden is naar IKEA wereldwijd (binnen Nederland wordt het op verschillende locaties uitgerold) en bij partners en organisaties buiten IKEA. Iets waar Hartog en Kortz trots op zijn.
IKEA wil dat de energie die gebruikt wordt groen is (zonder compensatie). Leuk om te weten: het woonwarenhuis wekt nu al meer stroom op dan dat ze verbruikt. Gezien de actieradius van elektrische voertuigen wil IKEA gaan kijken naar de mogelijkheden voor het rijden op andere energiedragers, zoals waterstof. Kortom: de ontwikkeling van de Zweedse meubelgigant eindigt niet hier, maar het succesvolle project is een waardevolle toevoeging voor IKEA’s transitie naar volledige circulariteit. Zo geven ze vorm aan hun missie: People & Planet Positive.
* Commitment om in 2030 volledig elektrisch te vervoeren en/of een oplaadinfrastructuur in te stellen.