Tekst Sander Grip
Foto Marcel van den Bergh (beelden college)
Zet studenten en gedetineerden bij elkaar in een klas. En laat ze samenwerken in een serie colleges criminologie. In navolging van Temple University in Philadelphia (USA) startten universitair docent Elanie Rodermond en haar collega Anne-Marie Slotboom deze bijzondere samenwerking ook in ons land. “Het is een mooie leerschool voor student én gedetineerde”, reageert zij positief na een eerste serie colleges in de gevangenis.
Met Anne-Marie Slotboom bezocht Elanie Rodermond in 2013 een congres in de Verenigde Staten. Ze hoorde er over een bijzonder programma van Temple University dat al twintig jaar een succes is: studenten en criminelen werken samen in praktijkgerichte colleges. “Hoe mooi is het dat je studenten criminologie niet alleen uit boeken laat leren, maar ze ook in praktijklessen in contact laat komen met gedetineerden? Dat beiden op voet van gelijkheid onderwijs krijgen, met elkaar samenwerken en van elkaar leren.”
Elanie stapte naar de Dienst Justitiële Inrichtingen om te kijken of ze ook in Nederland colleges in de gevangenis kon opzetten. Het eerste gesprek had ze drie jaar geleden en begin 2018 was de eerste collegereeks een feit. “De relevantie voor onze studenten was evident”, blikt ze terug. “Maar de vraag van DJI was, terecht: wat hebben gedetineerden eraan? Ik was ervan overtuigd dat het voor hen ook nuttig zou zijn. Voor de gedetineerden biedt het programma universitair onderwijs in de gevangenis, afgesloten met een certificaat, en samenwerking en communicatie met een groep gemotiveerde universitair studenten. Het is dus naast nuttig ook gewoon leuk.”
Meer dan een delict alleen
“Studenten criminologie van nu zijn reclasseringsmedewerkers, beleidsmakers, en veiligheidsexperts van morgen. Zij krijgen straks in verschillende vormen met justitiabelen te maken. Door deze colleges leren ze de persoon achter deze mensen kennen, de figuranten in hun studieboeken krijgen een naam en een levensverhaal. Dat geeft context aan het werk dat zij straks gaan doen.”
De collegereeks is nu één keer gehouden, in april 2019 volgt een nieuwe ronde. “Het is nog lastig om een goede evaluatie te houden, maar ik hoorde van studenten en gedetineerden dat ze de lessen als waardevol hebben ervaren. De studenten geven aan dat hun vooroordelen verdwenen zijn en dat ze echt de achtergronden van gedetineerden hebben leren kennen. Zonder de criminaliteit weg te halen, is het goed dat zij zien dat mensen in de gevangenis meer zijn dan hun delict alleen. Ook de gedetineerden reageerden enthousiast: zij voelden meer verbondenheid met de buitenwereld door de colleges, wat hen motiveert werk te maken van hun geslaagde terugkeer in de maatschappij.”
Aapjes kijken
Een goede voorbereiding was een vereiste vanuit DJI. “Het mocht geen ‘aapjes kijken’ worden voor de studenten en voor de gedetineerden was het geen ‘meisjes kijken’. Voor beide groepen wilde ik een screening op motivatie om deel te nemen. Het ging me niet om je cijferlijst of vooropleiding, het ging me erom dat de deelnemers openstonden voor de ander en bereid waren zonder aanzien des persoons andere mensen te leren kennen.”
De deelnemers kregen in acht colleges criminologische thema’s als daderschap, slachtofferschap en resocialisatie voorgeschoteld. Daarnaast maakten ze een gezamenlijk eindproject: wat is de ideale manier van re-integreren? “Beide groepen brachten andere soorten kennis in”, blikt de universitair docent terug. “Studenten hebben theoretische kennis, gedetineerden ervaringskennis. Dat leverde verrassende nieuwe ideeën en inzichten op.”
Met één been buiten
Eén suggestie uit de eindopdracht die heel mooi kan werken in de praktijk: laat potentiële werkgevers in de gevangenis kennismaken met gedetineerden. Dan leren ook zij de mens achter de gevangene kennen en staan ze wellicht open voor het aannemen van ex-gedetineerden. Juist de ervaring van de gedetineerden bleek van waarde bij het opstellen van deze eindopdracht. Rodermond: “De studenten leerden behoeften van gevangenen zien en waar die vandaan komen. Daar ligt ook de meerwaarde voor JenV. In de VS is aangetoond dat het het programma het gevoel van ‘self-efficacy’ vergroot, ofwel het geloof in eigen kunnen. We weten dat dat een positief effect heeft op re-integratie. Ik vind het nog te vroeg om zoiets voor ons land te kunnen beweren, dan moet deze vorm van college geven eerst op grotere schaal toegepast worden. Maar het is al mooi als de re-integratie indirect verbetert doordat de eigenwaarde van deelnemers uit de gevangenis stijgt. Dat laatste is in ieder geval al wel gebleken uit de evaluatie van de eerste collegereeks. Ik kreeg terug: ‘Het voelt alsof ik al met één been buiten sta’, en: ‘Ik vind het fijn dat mensen zien dat ik gewoon iemand ben met wie je een biertje zou kunnen drinken.’ Ook omgekeerd kan er een positief effect zijn: als mensen buiten de gevangenis meer begrip hebben voor gedetineerden, dan is het waarschijnlijker dat zij geaccepteerd worden als ze eenmaal weer buiten zijn. En dat vergroot de kans op een succesvolle terugkeer in de maatschappij.”