Tekst Sander Grip
Foto Valerie Kuypers
Met een brede glimlach staat ze aan de andere kant van een zwaarbeveiligde deur te wachten in haar witte jas. Na een strenge controle opent de sluis en stelt ze zich voor als Sanne, justitieel verpleegkundige. Ze geniet van haar werk: “Dit is wat ik altijd wilde doen. En nee, ik heb geen last van de gedetineerden. Zij hebben ergens last van en ik kan dat wellicht oplossen. Zij hebben mij nodig.”
Sanne doorliep de opleiding hbo-verpleegkundige vanuit de wens met gedetineerden te werken. “Ik wist dat je als verpleegkundige in de gevangenis kon gaan werken. Dat leek me wel wat. Ik keek altijd naar series over gevangenissen. Ook wel Orange is the new black, maar toch vooral documentaires op Discovery Channel, zoals Locked Up Abroad. Ik vond het ontzettend interessant en wilde zelf ook werken in de gevangenis.” Hoe ze aan die voorliefde komt, weet Sanne wel: “Mijn opa vertelde altijd graag over zijn werk als rechercheur. En ook mijn tante werkte bij de politie. Het zit dus in de familie.”
Nauw contact
Gedetineerden de zorg geven die mensen buiten een gevangenis ook krijgen, dat trok haar het meest in deze functie. “Iedereen heeft recht op goede zorg. In het derde jaar van mijn studie liep ik stage in de PI Leeuwarden. Na vier weken wist ik het inderdaad zeker: dit is het werk dat ik wil doen. Je krijgt veel verantwoordelijkheid en je hebt nauw contact met je patiënten. Dat is wel een lastige doelgroep. Velen van hen hebben geen goede leefstijl. We zien veel verslavingen aan alcohol en drugs, en soms krijgen we mensen binnen die op straat geleefd hebben. Dat brengt meer gezondheidsproblemen met zich mee. Met iedereen hebben we bij binnenkomst een intake en we verifiëren altijd de medicatie die iemand zegt te gebruiken.”
Bij mijn medische dienst zijn er acht verpleegkundigen en twee verpleegkundig specialisten op 350 mannelijke gedetineerden en vijf verpleegkundigen op 150 vrouwelijke gevangenen. Sannes dagelijks werk is het meeste te vergelijken met het werk op de huisartsenpraktijk. Zij doet alles, tot en met de triage; het ziektebeeld vaststellen. Het grootste verschil met de huisartsenpraktijk is dat het eerste contact schriftelijk gaat. “Patiënten schrijven hun klacht op een briefje en op basis daarvan roepen wij ze op. Alle patiënten zien wij eerst zelf. Wij bepalen in overleg met een huisarts of we zelf medicijnen voorschrijven, of dat we iemand doorsturen naar de huisarts of bijvoorbeeld de psycholoog. Wij zijn de eerstelijnszorg die de huisarts normaal zelf doet.”
Vreemde vragen
Op spreekuur zit Sanne alleen met de gedetineerde in de spreekkamer. (“Ook hier geldt het medisch geheim.”) Als ze aan het werk is, heeft ze een ‘penitentiaire scherpte’ over zich: “Ik check hoe ik weg kan als het nodig is, ik weet hoe ik in de ruimte ga zitten. Het is een soort onbewust bewustzijn voor je eigen veiligheid.”
Gevaarlijke situaties heeft ze echter nog nooit meegemaakt. “Mensen die bij ons komen, hebben een klacht en wij kunnen ze helpen. Zij hebben ons nodig. Natuurlijk word ik soms onder druk gezet als iemand bepaalde medicatie wil en ik die niet voorschrijf. Als het uit de hand zou dreigen te lopen, kan ik een bewaker oproepen die op de gang zit. Maar ik heb dat nog nooit gebruikt. Ik zet deze mensen niet achter slot en grendel, ik help ze. In hun ogen behoren wij dan ook niet tot het systeem dat hen opsluit.”
Toch is Sanne zich er ook van bewust dat ze, zoals ze het zelf zegt, een leuk uitje is. “Ik ben vrouw”, lacht ze aanstekelijk. “Niet elk briefje dat ik onder ogen krijg, is serieus te nemen. En ik krijg af en toe ook vreemde vragen. Zo had ik iemand op spreekuur die zei: ‘Ik heb niks, ik vind je gewoon leuk.’ Hij vroeg me om een relatie te beginnen met hem. ‘Ik kom straks vrij en ben gewoon een goede man’, zei hij oprecht. Dat soort momenten zijn wel ongemakkelijk. Ik moet vriendelijk blijven, maar ook duidelijk zijn dat dit niet de bedoeling is.
Gevangeniszuster Sanne
Het enthousiasme van Sanne werkt aanstekelijk. Toch moet ze best nog vaak uitleggen waarom ze dit werk nou eigenlijk doet. “Er zijn twee soorten reacties. De een vindt het mooi dat je in de gevangenis ook zorg krijgt, de ander vindt dat gedetineerden geen recht hebben op zorg omdat ze iets misdaan hebben. Ik leg altijd uit waarom ik wil helpen. Ik geef ook voorlichting op scholen, bij de opleiding verpleegkunde, en ik breng mijn werk in beeld op Instagram via ‘gevangeniszustersanne’. Ik merk dat veel mensen geen idee hebben hoe het er werkelijk aan toegaat binnen de muren van een gevangenis, dus een beetje uitleg over mijn werk kan geen kwaad. Zeker omdat we bij DJI altijd op zoek zijn naar nieuwe collega’s in de zorg!”