Foto Loes van der Meer
Nieuw in JenV Magazine: een column van de hand van een van onze partners over welke passie zij hebben voor hun vak. Gerrit van der Burg, Voorzitter van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie, bijt het spits af.
"Wat échte passie is, tonen topsporters ons. Absolute winnaars, die na al zoveel medailles op de Olympische Spelen, elke dag weer de wekker vroeg zetten. Vandaag nóg beter worden. Weer grenzen verleggen. Niet omdat ze het ‘best wel’ aardig vinden om een stukkie te schaatsen of omdat ze houden van winnen. Maar omdat dat het mooiste in hun leven is. Waaraan ze zich totaal overgeven.
Die passie zie je als ze ‘breken’, nadat ze de medaille omgehangen krijgen. En wat veel vaker realiteit is: menigmaal breken ze nadat ze zich niet wisten te kwalificeren voor de Spelen. Niemand zo ziek van verlies als echte winnaars. Dan trekken jaren van teamwerk, volharding, successen en menselijke drama’s aan hen in een flits voorbij. Wie hen troost met ‘het is maar een spelletje’, heeft geen benul van wat passie is. Een spelletje? Het zijn De Spelen. Hun leven.
Het is die passie, die ik elke dag bij officieren van justitie en andere OM-medewerkers zie. Die togadragers zijn uiteraard slimme mensen, die wel wat kunnen in hun zaken met winkeldiefstal, cybercrime, moord, belastingontduiking en milieumisdrijven. Veel meer nog dan vakmensen, zijn zij mensen die ten diepste in hun leven zoeken naar rechtvaardigheid en veiligheid. Die ontzettend voldaan kunnen zijn als hun strafzaak voor mensen een rechtvaardige uitkomst heeft gehad, en doodziek kunnen zijn als ze die rechtvaardigheid niet voldoende hebben kunnen brengen. Ik ben nog altijd elke dag trots op onze OM’ers die het verschil maken.
Net als topsporters zijn officieren zelden tevreden terugkijkers. Na een mooi vonnis is hun houding niet: ‘Ik heb gisteren maar mooi het recht gehandhaafd.’ Hun houding is: ‘Ik zál handhaven. Opnieuw, opnieuw en opnieuw.’
Net als bij topsporters is gemakzucht – met mijn talent sla ik me er ook de volgende zaak wel doorheen – bij OM’ers volstrekt onvoldoende. Het gaat om steeds nieuwe kennis en kunde, bevlogenheid, persoonlijke ontwikkeling, zelfreflectie, samenwerking. Het gaat om het met volle overgave zoeken naar rechtvaardigheid en veiligheid. Strijdbaar. Met een warm hart en een koel hoofd. Soms tegen de stroom in, soms met teleurstelling en dan weer eens tegenslag, maar altijd met moed en verantwoordelijkheidsgevoel. Zonder branie maar met lef. Altijd zuiver vanuit rechtstatelijke principes.
En net zoals de topvoetballer als klein jochie al met zijn bal in bed sliep, zo denkt ook de toekomstige officier van justitie niet ineens op een achternamiddag: ‘Zal ik eens iets met rechtvaardigheid en straf gaan doen?’ Nee: echte officieren zijn al officier voordat ze het zijn.
Ik zie die gouden, gedreven collega’s graag bij het OM, in welke functie dan ook. En die passionele professionals wens ik ook de andere partners in de strafrechtketen toe."
Gerrit van der Burg,
Voorzitter van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie