Tekst Simone Leeuwenkamp en Machteld Scholten
In deze nieuwe rubriek van JenV Magazine staat in elke editie een van onze taakorganisaties in de schijnwerpers. Dit keer: DJI. Welke verschillende soorten inrichtingen zijn er? Wat doet de Dienst Vervoer en Ondersteuning precies? Wat zijn Kleinschalige Voorzieningen voor Justitiële Jeugd? En hoe staat het met de Wet Straffen en Beschermen? Dit en meer lees je in deze eerste editie van 'In de schijnwerpers '.
DJI kent verschillende soorten inrichtingen voor verschillende categorieën justitiabelen:
- Huis van bewaring voor volwassenen die in voorlopige hechtenis zijn genomen, omdat ze worden verdacht van een (ernstig) misdrijf.
- Gevangenis voor volwassenen die zijn veroordeeld voor een misdrijf.
- Justitiële jeugdinrichting/Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd voor jongeren van 12 tot 18 jaar, en soms tot 23 jaar, die in voorlopige hechtenis zijn genomen of zijn veroordeeld tot een straf of maatregel volgens het jeugdstrafrecht of adolescentenstrafrecht.
- Forensisch psychiatrisch centrum voor veroordeelde volwassenen die psychiatrische zorg nodig hebben.
- Centrum voor transculturele psychiatrie voor patiënten met complexe psychiatrische problemen.
- Detentiecentrum voor vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven of aan de grens zijn geweigerd en voor drugskoeriers.
Medio 2019 besloot de vorige minister voor Rechtsbescherming over te gaan tot uitvoering van de Stelselwijziging Justitiële Jeugd. Onderdeel daarvan is de Kleinschalige Voorziening voor Justitiële Jeugd (KVJJ), waarvan er inmiddels vijf zijn.
Met de komst van de KVJJ is een belangrijke stap gezet naar meer maatwerk voor jongeren met een justitiële titel. Programmamanager Martine den Brinker: “De KVJJ is een laag beveiligde voorziening, waar preventief gehechte jongeren, jongeren met een jeugddetentie en jongeren met een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) - in de eindfase - geplaatst kunnen worden.
Kenmerkend voor de KVJJ-locaties is dat zij met maar acht plaatsen heel kleinschalig zijn en zich ‘in de wijk’ bevinden. Dit maakt het mogelijk om gedurende het strafrechtelijke traject van de geplaatste jongeren de positieve kanten van hun leven zo goed mogelijk te laten doorgaan of - in de laatste fase van een straf of maatregel - op te kunnen starten. Denk bijvoorbeeld aan school, werk, vrije tijd en al ingezette hulp en ondersteuning. Dat neemt niet weg dat de locaties gesloten zijn: jongeren zonder dagbesteding mogen de locatie overdag niet zomaar verlaten en ‘s avonds gaan de deuren van hun kamers op slot.
Jongeren komen alleen voor de KVJJ in aanmerking als uit screening en diagnostiek blijkt dat ze geschikt zijn voor een beperkt beveiligingsniveau. Er wordt een beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid: ze werken, onder begeleiding van professionals, aan een eigen plan voor de toekomst. Dat de locaties zich in de wijk bevinden - en niet in een verder gelegen en nog hoger beveiligde JJI - maakt de samenwerking met de betrokken ketenpartners een stuk laagdrempeliger.
We zitten nu in de opstartfase van deze nieuwe vorm van vrijheidsbeneming die we monitoren vanuit het Programma Vrijheidsbeneming op Maat. De eerste ervaringen zijn positief. Maar er zijn ook verbeterpunten, zoals de screening van jongeren en de samenwerking met ketenpartners die soms nog niet optimaal verlopen. Daar blijven we de KVJJ op doorontwikkelen.”
Wie kent ze niet: de witte bussen van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Dagelijks vervoeren ze arrestanten, gedetineerden en vreemdelingen die bijvoorbeeld van of naar een gevangenis of rechtbank moeten. Maar DV&O doet meer. Een greep uit het veelzijdige takenpakket van de 1823 medewerkers van deze landelijke dienst.
Transportaanvragen gaan voor een beoordeling langs de afdeling Risicoanalyse om te beoordelen welk beveiligingsniveau en type transport nodig zijn. In ‘normale’ gevallen zijn het busjes met zeven zitplaatsen en twee transportgeleiders. Soms is extra beveiliging nodig, bijvoorbeeld bij agressieve gedetineerden. Zij worden vervoerd in speciale voertuigen met drie beveiligers. Voor bepaalde groepen zijn er specifieke vormen van vervoer. Jongeren bijvoorbeeld worden altijd apart vervoerd en nooit samen met een volwassene. Ook vrachtvervoer behoort tot de taken van DV&O: persoonlijke spullen van gedetineerden, justitiële dossiers voor de rechtspraak en DNA-materiaal voor het NFI.
DV&O zet beveiligingsmedewerkers - zo’n 600 in totaal - in voor de beveiliging van (overheids)organisaties. Een aantal van hen is gedetacheerd bij onderdelen van DJI, anderen werken bij gelieerde organisaties, zoals rechtbanken en de politie. Daar ondersteunen zij bijvoorbeeld bij arrestantenverzorging.
Een aantal bijzondere beveiligingsopdrachten wordt uitgevoerd door het Bijzonder Ondersteuningsteam (BOT), bijvoorbeeld het vervoeren in gepantserde voertuigen van justitiabelen met het hoogste dreigingsrisico. Andere specialistische taken liggen bij de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid (LBB), zoals het herstellen van de orde in inrichtingen bij calamiteiten en zoekacties naar drugs, wapens of telefoons. Hierbij gebruikt de LBB drugs- en telefoonhonden, waarvan er in totaal 24 zijn.
DV&O staat niet stil; er komen steeds meer taken bij. Zo hebben DV&O ‘ers tijdens de pandemie de techniek en planning rondom digitale rechtszittingen verzorgd en werken zij nu aan een pilot met enkelbanden voor alcoholcontroles. Ook staat er een pilot op de planning om enkelbanden te gebruiken bij slachtoffers van huiselijk geweld: zij krijgen een signaal als de dader in de buurt is.
Monique Schippers is divisiedirecteur Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring. Er zijn 25 gevangenissen in Nederland en zij zet daarvoor, samen met de vestigingsdirecties op locatie, de koers uit. Een uitdagende, afwisselende baan die bijdraagt aan een veiliger Nederland.
Sinds 1 juli 2021 is de nieuwe Wet Straffen en Beschermen in werking getreden. Monique: “We willen gedurende een detentie, waarde toevoegen aan soms heel ingewikkelde levens én we willen de samenleving beter beschermen. We willen de recidive terugdringen, die is met 45% nog echt te hoog.
Die wet geeft ons daarbij de wettelijke verankering en tools om dat nog beter te doen. Voor de gedetineerde zijn er nu prikkels om te kiezen voor verandering en voor gedrag dat bijdraagt aan een delictvrije toekomst. Je kunt nu zowel vrijheden binnen de gevangenismuren verdienen als erbuiten. Je kunt tot wel twee jaar eerder in vrijheid worden gesteld. Dat is nogal wat. Maar daar moet je dus ook echt wel wat voor doen.”
Scherp beeld
“De instroom is divers. Rond de 30.000 mensen per jaar zijn dat, met soms ernstige psychiatrische en verslavingsproblemen. Daar horen ook de meest geharde criminelen bij. Zij verblijven soms kort, soms levenslang bij ons. Wat helpt – en daar ondersteunt die wet ook bij – is om vanaf dag 1 te weten wie we voor ons hebben. Een zo scherp mogelijk beeld hebben van iemand, zijn of haar achtergrond, risico’s en kansen. Dan kunnen we daarmee in een gericht traject aan de slag, van medicus tot reclassering. Systematisch, navolgbaar en inzichtelijk. Gaat iemand uit detentie? Dan is er een specifieke overdracht aan bijvoorbeeld de gemeente of reclassering, zodat de volgende partij precies weet waar ze aan toe is. Als keten werken we zo aan gezamenlijke doelen.”
Welk perspectief
“Heel kort door de bocht zou ik kunnen zeggen dat voor 80% van de mensen de geboden hulpstructuren perspectief kunnen bieden. Dan dragen we een aanpak over die slaagt. 20% zit daar niet op te wachten. In detentie zitten zien zij als een onderbreking van hun criminele werkzaamheden. Voor hen zijn dan de intensieve toezichtafdelingen en een harder regime. Daar is nu een beperkt aantal plekken voor beschikbaar en ik ben dan ook blij met de uitbreiding door de EBI in Vlissingen , inclusief beveiligde rechtbank. Dat scheelt straks ook in de beveiligde reisbewegingen. Daarnaast is het belangrijk dat er tussen de locaties met de hoogst beveiligde regimes onderling uitwisseling mogelijk is. Dat is keihard nodig met de aanwas die we helaas zien in de geharde criminaliteit.”
“Die scherpe, eerste selectie helpt meteen inzien wie waar thuishoort en welk traject daarbij nodig is. Je krijgt als gedetineerde dus meer kansen, maar als je die niet aangrijpt, zit je langer vast. Ook al blijven we naar mogelijkheden zoeken je weer op de rit te krijgen, daar werken duizenden collega’s elke dag weer aan. Voor een veiliger samenleving.”