Tekst Machteld Scholten
Foto Valerie Kuypers (hoofdfoto) en Martijn Beekman

Staatssecretaris Eric van der Burg kreeg al in de eerste maanden sinds zijn aantreden te maken met een vluchtelingenstroom zoals we sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer gekend hebben. Hoe kijkt hij terug op die eerste periode als staatssecretaris? Hoe neemt hij ‘lastige’ beslissingen? En wat ziet hij als de grootste uitdagingen in zijn portefeuille?

“Als de premier je belt met de vraag of je staatssecretaris wil worden, is er eigenlijk maar een antwoord mogelijk vind ik, en dat is ‘ja’. Bovendien had ik in de aanloop naar de kabinetsformatie weleens de azc’s als voorbeeld genoemd: als er iets is waar ik mee aan de slag zou kunnen, dan is het wel regelen dat er voldoende opvangcapaciteit is. Ik weet dat het complex is, maar dat maakt het voor mij alleen maar extra interessant. Ik ben geen type om op de winkel te passen. Dus toen ik het bewuste telefoontje kreeg, was er geen twijfel: ik ga dit doen.”

Veelomvattend

“De eerste maanden – met een stevig inwerkprogramma - zitten er nu op. Het ene moment wordt je nog van alles uitgelegd, het volgende moment ‘ben je ervan’. Want vanaf dag een word je geacht volop mee te draaien. De portefeuille is veelomvattend, met niet alleen asiel,  maar ook mensenhandel, arbeidsmigraties en prostitutie. Veel en afwisselend. Al in mijn eerste week bezocht ik de grens tussen Litouwen en Wit-Rusland waar Iraakse vluchtelingen de grens over gingen. En ik ging op werkbezoek naar Budel, waar op dat moment overlast werd ervaren van asielzoekers. Tijd om er ‘rustig in te komen’ was er dus niet.”

Grote uitdagingen

“De uitdagingen in deze portefeuille zijn groot. Om er een paar te noemen: allereerst ervoor zorgen dat degenen die hier niet in het land mogen blijven -  en in sommige gevallen ook voor overlast zorgen - teruggaan naar hun land van herkomst. Tegelijkertijd draagvlak creëren voor de grote groep mensen die hulp nodig hebben en een traumatische periode achter de rug hebben én voor mensen die naar ons land zijn gekomen om te studeren of te werken. Om dat allemaal voor elkaar te krijgen ga ik me de blaren op mijn tong kletsen.”

Cruciaal

“Lastige beslissingen gaan er ongetwijfeld komen. Goede informatie is dan cruciaal. In zo’n situatie wacht ik niet tot ik die informatie voor honderd procent compleet heb; soms moet je met minder genoegen nemen en toch een knoop doorhakken. Want door een besluit uit te stellen, neem je in feite ook een besluit. En een verantwoordelijkheid voor me uitschuiven, daar ben ik niet van.”

Eric van der Burg
Staatssecretaris Eric van der Burg

Rijdende trein

“Net als mijn voorgangers op deze positie ben ik op een rijdende trein gesprongen: er zullen altijd asielzoekers zijn, ons werk is nooit ‘klaar’ en de behoefte aan opvangplekken zal er altijd zijn. Waar ik bewondering voor heb is dat mijn voorgangers er altijd weer in geslaagd zijn dat voor elkaar te krijgen. Dat bereiken, dat is ook mijn ambitie.”

Oekraïne

“Die ambitie kon ik meteen in praktijk brengen toen in februari duidelijk werd dat Europa met een enorm aantal vluchtelingen uit de Oekraïne te maken zou krijgen. Die vluchtelingenstroom is wezenlijk anders dan de stromen die we eerder gekend hebben. Zo kunnen Oekraïners  zonder visum ons land in, zoals zij altijd al konden. De periode die zij kunnen blijven hebben we inmiddels verlengd van 90 dagen naar een jaar. Een ander verschil is dat zij hier met de auto of met de trein naar toe komen, en niet, zoals bijvoorbeeld Syrische vluchtelingen eerder, met bootjes de middellandse zee zijn overgestoken.  Anders is ook dat de Oekraïense vluchtelingen vooral vrouwen en kinderen zijn, terwijl het bij eerdere vluchtelingenstromen juist om mannen ging."

Opvang in de regio

“De steun om hen in Nederland op te vangen is groot en de particuliere initiatieven zijn talrijk. Ik denk dat dat komt doordat we Oekraïners als ‘buren’ zien. En waar opvang in de regio altijd het uitgangspunt is geweest, is het nu letterlijk zo dat wij – Europa - die regio zijn.  Hoeveel vluchtelingen het uiteindelijk zullen zijn weten we natuurlijk niet. Als is nu - begin maart, red. - al duidelijk dat de groep aanzienlijk groter wordt dan eerdere vluchtelingenstromen. We doen er alles aan om hun komst zo goed mogelijk voor te bereiden. Wat het lastig maakt is dat we daar weinig tijd voor hebben; we zijn echt letterlijk van de ene op de andere dag in deze situatie terechtgekomen.”

Het verschil maken

“Als ik straks staatssecretaris-af ben, dan wil ik kunnen zeggen dat ik het verschil heb kunnen maken. Dat heb ik bij mijn vorige functies ook altijd zo gevoeld. Dat verschil kan klein zijn, zoals toen ik als wethouder een rolstoel kon regelen voor dat ene meisje, of groot, zoals de uitdaging waar we nu voor staan. Ook als staatsecretaris hoop ik dat verschil te kunnen maken. Als me dat lukt, kijk ik straks aan het einde van mijn ambtstermijn met een tevreden gevoel terug.”