Halvering van het verlies in de voedselketen in 2030, dat is de kern van SDG-goal 12.3. Het ministerie van LNV zet zich hiervoor in, onder andere via inbreng in de FAO en het initiatief Champions 12.3. Dit initiatief ontwikkelt actieprogramma’s in drie Afrikaanse landen. In gesprek met Hans Hoogeveen, ambassadeur bij de FAO en co-voorzitter van Champions 12.3.
Hoogeveen laat er geen twijfel over bestaan. De verliezen in de voedselketen zijn desastreus voor de voedselzekerheid in de wereld. De uitdaging om deze verliezen drastisch naar beneden te brengen, staat als gevolg van de COVID-pandemie nog hoger op de agenda van de VN. “Het doel is volstrekt helder, maar zoals het nu gaat, halen we doel SDG 12.3 niet. Daarom ontwikkelen we in een aantal Afrikaanse landen plannen van aanpak. Als die strategie resultaat oplevert, gaan we wereldwijd aan de slag. “
Ambassadeur
Hans Hoogeveen is ambassadeur bij drie VN-organisaties in Rome: de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), het Wereld Voedselprogramma (WFP) en het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD). Als ambassadeur zet hij zich namens Nederland in voor het wereldwijde voedselzekerheidsvraagstuk en de Nederlandse belangen in deze organisaties.
COVID-pandemie
Hoogeveen kent de cijfers uit zijn hoofd. Meer dan 700 miljoen mensen in de wereld leven in armoede, voor 135 miljoen mensen is de situatie levensbedreigend. De FAO en WFP schatten in dat het aantal mensen in armoede door de COVID-pandemie toeneemt met 80 tot 160 miljoen. En dan te weten dat een derde van het geproduceerde voedsel in de wereld tussen farm en fork verloren gaat.
Effect op economie en klimaat
Die enorme voedselverspilling heeft niet alleen effect op de voedselzekerheid, zegt Hoogeveen, maar ook op de economie en het klimaat. “Het economisch effect wordt berekend op $940 miljard per jaar. Als we de verliezen in de voedselketen echt weten terug te dringen, resulteert dat in 8% minder klimaatgassen en 25% minder watergebruik. Kortom, de urgentie om actie te ondernemen is groot.”
Gebrekkige oogsttechnieken
Dat geldt helemaal voor veel Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. “Uit onderzoek van de FAO blijkt dat in grote delen van de regio sub-Sahara meer dan 70% van de voedselproductie verloren gaat, met name tijdens en direct na de oogst. Dat komt vooral door gebrekkige oogsttechnieken en onvoldoende mogelijkheden voor opslag. En dat in landen waar de voedselzekerheid voor miljoenen mensen op het spel staat en de bevolking snel groeit. Als er één regio in de wereld is waar maatregelen tegen verliezen in de keten nodig zijn, is het daar. De productie moet omhoog en de verliezen omlaag.”
Samen met bedrijfsleven
Het platform Champions 12.3 slaat de hand aan de ploeg. In deze coalitie van executives zijn overheden, bedrijfsleven en enkele wereldwijde organisaties zoals de FAO en de Wereldbank vertegenwoordigd. De deelnemers zitten in het platform op persoonlijke titel. Hoogeveen is co-voorzitter. Ook Louise Fresco, voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen University & Research, is lid. Vanuit het Nederlandse bedrijfsleven nemen onder meer DSM en Rabobank deel.
Spilfunctie
Nederland vervult een spilfunctie als het gaat om de terugdringing van de voedselverliezen, zegt Hoogeveen. “Dat is mede het gevolg van het feit dat Nederland in 2015 de VN-conferentie No more food to waste organiseerde. Maar nog meer door onze kennis en ervaring op het gebied van voedselproductie. De prestaties van onze kennisinstellingen en agrofoodsector staan in hoog aanzien. Nederlandse experts zijn in staat om een brug te slaan tussen betrokken partijen. Als je wilt dat de verliezen in de keten omlaag gaan, dan is een gezamenlijke aanpak van private en publieke partijen noodzakelijk.”
Pilotlanden
Champions 12.3 wil doelgerichte investeringen op gang brengen op plekken in de keten waar de verliezen het grootst zijn. Afgelopen jaar is vanuit de FAO en Wereldbank onderzocht in welke Afrikaanse landen de verliezen het grootst zijn. Op basis daarvan zijn enkele pilotlanden uitgekozen, waar het platform concreet aan de slag gaat. Het gaat in ieder geval om Nigeria en Kenia, mogelijk wordt daar Zimbabwe aan toegevoegd als derde land.
Rondetafelconferentie
In deze landen wordt gestart met een rondetafelconferentie met vertegenwoordigers van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, medegefinancierd door het ministerie van LNV. Hoogeveen: “De opzet is om zo snel mogelijk te komen tot concrete investeringsprogramma’s. We gaan hiervoor contracten sluiten met overheden en bedrijven. Daar zijn ook Nederlandse partijen bij betrokken. In Nigeria gaat het bijvoorbeeld om DSM, FrieslandCampina, de WUR en enkele zaadbedrijven. De Wereldbank komt over de brug met een investeringsregeling en garantiestelling. Zulke financiële instrumenten zijn vooral in de startfase van levensbelang.”
Wereldwijd uitrollen
Hoogeveen is optimistisch. “Als het lukt om op korte termijn met concrete acties de verliezen in deze landen omlaag te brengen, dan gaan we deze aanpak wereldwijd uitrollen. Ik ga uit van een game changing solution.”