Tekst David Schuster
Foto René Verleg

Armoede en schulden lijken misschien geen VWS-onderwerpen maar zijn dat zeker wel. Beide hebben grote impact op welzijn en gezondheid. Bij de aanpak werkt VWS veel samen, met andere departementen en met gemeenten.

Portretfoto Jojannke Kraan, beleidsmedewerker bij de directie Maatschappelijke Ondersteuning
Jojanneke Kraan, beleidsmedewerker directie Maatschappelijke Ondersteuning
portretfoto Jitske Bosch, beleidsmedewerker bij de directie Maatschappelijke Ondersteuning
Jitske Bosch, beleidsmedewerker directie Maatschappelijke Ondersteuning
Steven Oppenheim
Steven Oppenheim, beleidsmedewerker directie Zorgverzekeringen

“Uit onderzoek blijkt dat mensen met schulden en armoede verhoogde stresslevels hebben, meer gezondheidsproblemen en ook meer gebruik maken van de geestelijke gezondheidszorg”, vertelt Jojanneke Kraan. Zij is beleidsmedewerker bij de directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO). Haar DMO-collega Jitske Bosch geeft een typerend voorbeeld van een vrouw die vanuit een onveilige thuissituatie naar de vrouwenopvang gaat. “Ze heeft een gezamenlijke rekening met haar ex-partner maar kan daar geen geld afhalen, waardoor ze geen gebruik kan maken van het kindgebondenbudget en de kinderbijslag. De schulden kunnen zo makkelijk toenemen of zelfs ontstaan, waardoor het nog moeilijker wordt een nieuw leven op te bouwen. Terwijl haar verblijf in de vrouwenopvang juist het moment is om zich voor te bereiden op het leven ná de opvang.”

Vicieuze cirkel

Vaak is het de zorgverzekering die als eerste niet meer wordt betaald.  Jojanneke: “Met de gemeente Amsterdam experimenteren we met een persoonsgerichte aanpak voor wanbetalers van 18 tot 20 jaar, door middel van huisbezoeken. Jongvolwassenen in de jeugdzorg vinden het moeilijk om hun eigen leven vorm te geven als zij op hun 18e moeten uitstromen. Vaak zonder ouders, zonder ondersteuning. Het risico om dan in financiële problemen of zelfs dakloos te raken is erg groot: naar schatting heeft 60 tot 80% van de dak- en thuisloze jongeren een verleden met jeugdzorg. Mensen met schulden belanden vaak in een vicieuze cirkel. De jongeren zijn vaak erg blij dat we komen helpen, zo voorkomen we ergere schulden en andere problematiek.”

Zinloze incasso’s

Jitske benadrukt dat zo’n aanpak hard nodig is. “Soms is het systeem zo ingewikkeld dat mensen erin verstrikt raken. Dan krijg je wat we ‘zinloze incasso’s’ noemen: incasso’s die op geen enkele manier bijdragen aan de situatie van mensen maar hen alleen verder in de schulden of problematiek drukken. Maatwerk én het doel voor ogen houden is hier zó belangrijk: wat heeft deze persoon nodig?” Jitske concludeert: “We moeten niet willen dat een persoon nog dieper in de ellende komt door onze wet- en regelgeving. Als we iemand eruit kunnen trekken of diegene leren zichzelf te helpen, helpen we uiteindelijk ook zijn gezinsleden, de volgende generatie en de hele maatschappij.”

Durven

Steven Oppenheim, beleidsmedewerker bij de directie Zorgverzekeringen, benadrukt dat maatwerk essentieel is. “Precies zoals Jitske het zegt. We moeten dat maatwerk wel durven in te zetten. Dus: met een integrale blik kijken naar de problematiek. Dat vraagt interdepartementale samenwerking; dat gaat gelukkig erg goed. Maar de angst voor onrechtmatigheden en willekeur verlamt ons soms.  Terwijl er niets mooiers is om samen, met een bredere blik, beleid en wetgeving te ontwikkelen en financiële potjes te ‘ontschotten’. In de praktijk is het niet anders: multi-probleemgezinnen worstelen met schulden, gezondheidsproblemen, psychologische en verslavingsproblematiek, soms ook justitiële problemen. Ook dan kunnen wij dat niet vanuit één bril bekijken of het met één oplossing proberen te regelen.”

Steven vervolgt: “Bij het zoeken naar oplossingen helpt niet te blijven hangen in de systemen en stelsels. We moeten zaken terugbrengen tot de hamvraag: wat werkt het beste om deze problematiek aan te pakken? Daarvoor werken we ook veel samen met gemeenten. Want uiteindelijk is deze multi-problematiek niet aan te pakken op rijksniveau, het moet lokaal gebeuren. Als landelijke overheid kunnen wij daar wel de juiste voorwaarden voor scheppen.”