Tekst Adriaan Duivesteijn
Foto Hans Roggen
“We leven tegenwoordig allemaal in ons eigen wereldje, in onze eigen bubbel en luisteren alleen nog maar naar nieuws dat door die eigen bubbel wordt verspreid”, zegt Hans van Delden.
Hans van Delden (60)
Van Delden is hoogleraar medische ethiek aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast werkte hij als verpleeghuisarts. Van 2012 tot 2020 was hij eerst lid en later voorzitter van het International Bioethics Committee (IBC) van Unesco. Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, is het huidige lid.
IBC
Het International Bioethics Committee (IBC) bestaat uit zesendertig experts uit verschillende wetenschappelijke discplines. De leden zijn voorgedragen door hun land, maar zijn geen vertegenwoordigers van hun land. Zij nemen deel ‘zonder last of ruggespraak’.
Het IBC heeft vanuit Unesco mandaat om na te denken over de ethische- en maatschappelijke gevolgen van wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg.
Volgens de hoogleraar Medische Ethiek is het belangrijk dat er plekken zijn waarin mensen uit die verschillende werelden elkaar ontmoeten. “We moeten elkaar proberen te begrijpen en sámen bekijken welke kant we op moeten.” Het International Bioethics Committee (IBC) van Unesco is een van die plekken. Van Delden maakte er tot dit jaar deel van uit. Hij pleit voor een versterking van het IBC nu de coronacrisis laat zien dat een wereldwijde aanpak hard nodig is.
Hans van Delden haalt de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten aan om te verduidelijken hoe het IBC werkt. “Bij de verkiezingen was overduidelijk te zien dat zo ongeveer niemand meer nog bereid is naar de ander te luisteren. Het IBC is precies het tegenovergestelde, luisteren is de norm. De leden van het IBC hebben heel verschillende achtergronden en levensvisies, maar niemand zit daar om alleen maar tegen te sputteren, om de hakken in het zand te zetten. Iedereen is bereid tot een redelijke dialoog. En het mooie is dat dat leidt tot uitkomsten die door iedereen gedragen worden. We komen met rapporten die er toe doen. En dat is eigenlijk iets hoopvols. Misschien een raar woord, maar ik vind het hoopvol dat er plekken zijn waar we tegenstellingen overbruggen.”
Toch is het voortbestaan van een plek als het IBC niet vanzelfsprekend, meldde je eerder!
“Het IBC is onderdeel van Unesco en valt daarmee onder de VN. De neiging is er dit soort organisaties weg te zetten als nutteloos en nodeloos, als geldverspillende bureaucratieën. Je ziet dat landen zich terugtrekken. De VS zijn geen lid meer van Unesco. Je ziet dat contributies niet of niet volledig worden betaald. Nu met corona speelt ditzelfde bij de WHO. En dat terwijl iedereen het erover eens is dat corona om een wereldwijde aanpak vraagt. En dat is enorme uitdaging. Kijk alleen maar naar Nederland, dat hele kleine stukje aarde, dan zie je hoe moeilijk het is om allemaal dezelfde richting op te gaan. Juist nu is het superbelangrijk dat we het met elkaar moeten doen, dat we met elkaar data genereren om te kunnen zien of een bepaalde aanpak werkt of niet. Geld is nu even geen probleem, maar straks? Als de coronacrisis voorbij is en landen gaan bezuinigen?”
Vind je het jammer dat je uitgerekend dit jaar afscheid moest nemen van IBC?
“Natuurlijk vind ik dat jammer, maar het is goed dat er steeds nieuwe mensen in zo’n commissie gaan zitten. En Melanie is een fantastische opvolger. Ik vond het ontzettend leuk om er deelgenoot van te hebben uitgemaakt. Ik heb er ook heel veel energie ingestoken, maar het is niet wenselijk dat mensen eindeloos blijven hangen. De coronacrisis is ook voor het IBC hét onderwerp, maar hoe en wat…? Over een precieze kan ik geen uitspraken meer doen. Ik ben er niet meer bij betrokken.”
'Libanon, een land met vier miljoen inwoners, heeft twee miljoen vluchtelingen opgenomen'
Meer in het algemeen dan, hoe werkt het IBC?
“In het IBC discussiëren we over tal van onderwerpen. We komen met rapporten en adviezen over concrete zaken zoals de vluchtelingenproblematiek, big data, modern ouderschap. We praten ook over principes die de randvoorwaarden zijn voor onze adviezen. Twee voorbeelden: Hoe zorgen we dat het publieke belang wordt meegenomen in wetenschappelijk onderzoek? En hoe zorgen we dat de uitkomsten daarvan gedeeld worden met de maatschappij zodat alle mensen ervan kunnen profiteren? Dat is wel een heel wezenlijk punt, nu we hopelijk snel een vaccin tegen corona hebben.
En wij adviseren. Niet elke letter die wij opschrijven, wordt natuurlijk direct vertaald in wet- en regelgeving. Onze rapporten fungeren echter wel als een vorm van wat je soft law kunt noemen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Universal Declaration on Bioethics and Human Right uit 2005. Daar wordt in rechtzaken vaak naar verwezen. Soft law, maar weldegelijk normstellend.”
Waar ben je trots op?
“Op de site van Unesco vind je een overzicht van onze rapporten en adviezen. In 2017 hebben we een rapport uitgebracht over de vluchtelingenproblematiek, een heel spannend en politiek geladen thema. Een complex thema ook. Het zijn niet alleen de acute problemen waarover we schreven en adviseerden, er zijn ook chronische problemen. Op een aantal plekken in de wereld is een tentenkamp een stadsdeel geworden, zoals in Beiroet. Dat zijn geinstitutionaliseerde situaties, die hun eigen problemen met zich mee brengen en een eigen oplossing vragen. Vanuit heel verschillende gezichtspunten hebben we naar de problematiek gekeken en een rapport geschreven waar we best trots op mogen zijn. In sommige rechtszaken verwijzen advocaten soms naar dit rapport.
Het gaf mij tegelijkertijd ook inzicht in hoe hypocriet de meeste landen omgaan met de vluchtelingenproblematiek. Ik was er toen echt niet alleen maar trots op om Nederlander te zijn. In Nederland met ruim zeventien miljoen inwoners doen we moeilijk over de toelating van een paar duizend vluchtelingen. Libanon, een land met vier miljoen inwoners, heeft twee miljoen vluchtelingen opgenomen.”
Hoe zie je de toekomst van IBC voor je?
“Heel veel mensen hebben het idee dat ze zijn overgeleverd aan de techgiganten als Google en Facebook. In ons rapport over big data and health, ook uit 2017, doet de commissie aanbevelingen om de belangen van de individuele burger, maar ook van groepen beter te beschermen. Die aanbevelingen vinden hun weg naar wet- en regelgeving. Bij het schrijven van de rapporten kijken we ook vooruit, naar de belangen van toekomstige generaties. Dat betekent dat je in je adviezen de belangen van die toekomstige generaties meeweegt: hoe houd je in de beleidsvorming nú op een rechtvaardige manier rekening met hun belangen. En hoe verwerk je onrechtvaardigheden uit het verleden? Een hersenkraker, ook voor het IBC, maar prachtig dat dat gebeurt. En een herhaalde ondersteuning van mijn pleidooi: organisaties als het IBC zijn en blijven nodig. Het is belangrijk dat ook Nederland het van belang acht dit soort plekken van overleg in stand te houden en te versterken.”