Tekst Douwe Anne Verbrugge
Foto ANP
Sportminister Tamara van Ark geniet op tv van een pot racen met Formule 1- wagens. Op het speelveld bezoekt ze net zo graag het Frysk Kampioenschap Fierljeppen als de finale van het EK Voetbal in Londen. Met of zonder Oranje!
Welke sportevenementen ga je deze zomer bezoeken?
“Bezoeken! Wat heerlijk als dat straks allemaal weer kan! Maar het is nog even afwachten of het mogelijk is met veel publiek en of er vrijuit gereisd mag worden. En los van de grote evenementen zoals de Olympische Spelen, de Paralympische Spelen, het EK voetbal en de Formule 1, kan er hopelijk ook lokaal en regionaal straks weer van alles. Ook zeer de moeite waard! Zelf was ik vorig jaar september bij het Frysk Kampioenschap Fierljeppen, kijken naar sport is gewoon genieten.”
En de EK-voetbalfinale in Wembley die Nederland daar speelt… Ben je daarbij?
“Dat is natuurlijk het doel en de droom van Oranje om die wedstrijd te spelen, en ook voor de mensen die erbij kunnen zijn. Er is ongelooflijk hard gewerkt op het ministerie, de collega-departementen, in de veiligheidshoek en natuurlijk bij de voetbalorganisaties zelf om voor het EK alles klaar te zetten om het maximale mogelijk te maken. Voor sportieve resultaten natuurlijk, maar ook om zoveel mogelijk mensen ervan te laten genieten.”
Door corona was sporten bij de eigen vereniging en in sportscholen lange tijd niet toegestaan. Hoe kijk je hierop terug?
“Dit is een ongelooflijk dilemma waarmee we ook nu nog te maken hebben. Een klein aantal mensen is meer gaan bewegen, maar heel veel mensen ook veel minder. En daar komt nog bij dat verenigingen en sportclubs zoveel maatschappelijke en sociale betekenis hebben. Ik ben superblij dat er in ieder geval weer iets meer kan in de huidige situatie, ook al willen we allemaal nóg meer. Maar de hoop en de verwachting is dat we nu de stappen vooruit gaan zetten. En ik hoop dat mensen ook weer letterlijk die stappen gaan zetten naar hun sportschool of club of vereniging. Want misschien wel het allerbelangrijkste: sport is ook hartstikke leuk!”
Kom je als minister zelf nog wel aan sporten toe?
“Georganiseerde sport is lastig omdat de wisselende tijden in dit werk allesoverheersend zijn in de agenda. Maar ik heb wel ervaren dat bewegen noodzakelijk is. Ik wandel elke dag, in het weekend wat langer dan door de week, liefst in een stevig tempo. En ook de skates en de mountainbike staan klaar voor gebruik. Belangrijkste is om dit niet als extra te zien maar als basis. Ik merk het direct als ik niet beweeg. En het levert ook veel op: een rondje uitwaaien langs de Zevenhuizerplas is een absolute weldoener.”
Sportte je als jong meisje ook?
“Ik heb als kind op turnen gezeten, maar dat was niet zo’n succes, want echt lenig was ik niet. Handbal, jazzballet (wat een ouderwetse term)… eigenlijk is er best een hoop langsgekomen. Op school deden we veel aan sport en met de buurtkinderen waren we altijd buiten aan het hockeyen of voetballen. Later ging ik hardlopen, met de hond. Eigenlijk zijn er geen sportprestaties die eruit springen. Voor mij is sport en beweging ontspanning, en juist ook de kans om, anders dan in het werk, niet een deadline of een limiet te hebben. Dat vind ik juist het fijne ervan.”
Van welke sport ga jij op het puntje van je stoel zitten?
“Ik vind het heel erg leuk om naar tenniswedstrijden te kijken. Ik ben een paar keer bij het ABN AMRO World Tennis Tournament geweest, dan zit ik echt op het puntje van mijn stoel. Het is superleuk dat er geklapt wordt voor beide spelers. Als het lukt met werk - de tas of het Catshuis staan weleens in de weg - kijk ik graag Formule 1. En een goeie voetbalwedstrijd, niet te vergeten.”
Hoeveel gouden plakken behaalt Nederland in Tokio?
“Voor mij heeft iedereen die erheen gaat sowieso al goud verdiend! Het is een moeilijk jaar om een werkelijke inschatting te maken, ook door corona. Maar ik denk dat onze sporters en TeamNL super professioneel zijn omgegaan met deze periode en ik wens ze vooral een hele mooie tijd toe met veel sportief succes.”