Tekst Linda Hilhorst en Vincent Theunissen schrijven om en om over hun beslommeringen bij het ministerie.
Foto René Verleg
Op de basisschool droomde ik ervan Jan Raas te zijn. Briesend en stoempend fietste ik bijna wekelijks het halfverharde molshoopje bij het Venrayse zwembad op. Om me bovenop winnaar te wanen in mijn eigen Ronde van Vlaanderen.
Twee vriendjes uit naburige boerendorpen verstoorden in de brugklas hardhandig die illusie. Als ik samen met hen ergens naar toe fietste, bleken ze domweg over veel meer conditie te beschikken. Ze waren bovendien nooit ziek en haalden en passant ook nog eens betere cijfers dan ik.
Ik moest, toen ik afgelopen voorjaar voor een wat zwaardere operatie onder het mes moest (en tijdens de daaropvolgende revalidatie), terugdenken aan de spiegel van de brugklasvriendjes. Fitheid is niet alleen belangrijk voor het creëren van toekomstige topsportgeneraties en de nieuwe Jan Raas (zie de rubriek Blikveld in deze vws#Dia).
Bij een operatie moet je lichaam een topsportprestatie leveren, die vergelijkbaar is met een zware bergetappe in de Tour de France. Hoe fitter mensen vóór de operatie zijn, hoe fitter ze eruit komen. Goede voorbereiding en conditie vooraf zijn dus belangrijk. Talloze programma’s tonen aan dat het ziekenhuisverblijf voor fitte mensen vaak aanzienlijk korter is.
Maar ook veel bewegen vanaf het moment dat dit weer verantwoord is, vermindert complicaties en helpt om patiënten weer zo vlug mogelijk op het oude niveau te brengen. Ook dat is uiteindelijk de juiste zorg op de juiste plek.
Ik zag zelf nog wel meer op tegen de revalidatie dan tegen de operatie. Maar de dagelijkse 10.000 stappen en fietskilometers in augustus namen mijn angst al snel weg. Na de zomer reed ik zonder enige moeite het halfverharde molshoopje bij het Venrayse zwembad op. En voelde ik me opnieuw een beetje Jan Raas.