Tekst Douwe Anne Verbrugge
Foto René Verleg

Als VWS’er hoef je het niet altijd eens te zijn met het beleid van VWS. Maar het coronabeleid kan leiden tot verscherping. “Blijf bij dreigende onderlinge onvrede met elkaar in gesprek”, benadrukken Jacqueline Zaat (bedrijfsmaatschappelijk werker), Ahlem Gasmi (integriteitscoördinator VWS-kern) en Ewout de Graaf (vertrouwenspersoon).

Ahlem Gasmi - portretfoto
Ahlem Gasmi, integriteitscoördinator VWS-kern
Ewout de Graaf - portretfoto
Ewout de Graaf, vertrouwenspersoon
Jacqueline Zaat-portretfoto
Jacqueline Zaat, bedrijfsmaatschappelijk werker

Zijn er ambtenaren in conflict geraakt met hun leidinggevenden over het coronabeleid van VWS?

Ahlem: “Die signalen hebben mij niet bereikt. Het kan best dat medewerkers en hun leidinggevenden misschien wel flinke discussie hebben gehad over het te voeren coronabeleid. Maar het is niet dusdanig uit de hand gelopen dat ik als integriteitscoördinator hierbij betrokken ben geraakt. En dat is misschien ook wel een goed teken. De psg en de sg stimuleren ‘loyale tegenspraak’. Hier is binnen VWS ruimte voor. Eerder dit jaar was dit ook het thema van een van de leiderschapsbijeenkomsten. Maak en houd alles bespreekbaar.”
 

Ewout: “VWS’ers die in gewetensnood komen door het coronabeleid, kloppen tot nu toe nog niet bij de vertrouwenspersonen van VWS-kern aan. Wel hebben we het afgelopen jaar iets meer VWS’ers begeleid dan in de jaren daarvoor. Ik denk dat het meer te maken heeft met het thuiswerken en de werkdruk dan met iets anders.”

Komen er wel hulpvragen van VWS’ers die door de coronamaatregelen uit het veld zijn geslagen?

Jacqueline: “Ik werk nu één jaar bij VWS. Mijn ervaring bij andere ministeries  is dat de meeste hulpvragen vanuit uitvoerende directies komen. Maar nu komen er ook veel hulpvragen vanuit de beleidsdirecties. Dus dat is opvallend. De werkdruk bij VWS’ers ligt enorm hoog door het coronabeleid dat moet worden gemaakt.”

Merken jullie dat ‘ons’ coronabeleid afstraalt op het gemoed van de medewerkers?

Jacqueline: “Nee, dat ervaar ik niet. Althans, dat is niet de reden dat ze naar mij toe komen. Maar in gesprekken die ik met ambtenaren heb, merk ik wel dat ze minder trots zijn om bij de Rijksoverheid te werken dan voorheen. De Toeslagenaffaire, de afhandeling van de aardbevingschade in Groningen en het ook het coronabeleid… het doet wel iets met het imago van de ambtenaren.”

Ervaren VWS’ers ongemak van het lockdown-beleid dat mede door hun eigen ministerie wordt gemaakt?

Jacqueline: “Het continue thuiswerken voelt voor een aantal medewerkers als een grauwe deken. Mensen die al wat tobberig van aard zijn, worden extra hard geraakt. Samen met hen ga ik op zoek naar het vinden van ontspanning. Wat deed je voor de coronaperiode aan ontspanning, is vaak mijn vraag. Het in actie komen, helpt echt. Sporten, bewegen, het oppakken van een oude hobby… de hersenen moeten worden afgeleid van het werk. Een Netflix-serie kijken kan ook, maar dan wel af en toe. Blijf niet op de bank hangen.”

Ewout: “Door het thuiswerken is er vaker sprake van miscommunicatie. Webex werkt prima – ook voor mij in de gesprekken als vertrouwenspersoon – maar bepaalde non-verbale communicatie kan soms worden gemist. De ene VWS’er vindt het lastig om één op één met leidinggevende te webexen, de ander mijdt de digitale directiebijeenkomsten. En dan is er ook een gevoel van eenzaamheid dat een aantal collega’s sterk ervaart.”

Ewout de Graaf op zijn (thuis) werkplek

Stel: je hebt als ambtenaar zware morele/ethische bezwaren bij het vaccinatiebeleid, wat kun je dan doen?

Ahlem: “Bespreek het met je leidinggevende. Vaak is het goed mogelijk om samen tot een oplossing te komen. Misschien dat andere werkzaamheden, een andere functie bij een andere directie of ander ministerie een passende oplossing is. Eerder werkte ik bij een gemeente. Daar hadden sommige trouwambtenaren moeite met sluiten van een homohuwelijk. Ook daar hebben we steeds passende oplossingen voor gevonden.”

Jacqueline: “Ik adviseer leidinggevende er alert op te zijn dat niet alle VWS’ers hetzelfde hierover denken; dat vind je terug onder medewerkers van alle opleidingsniveaus. Mijn advies is: haal het uit de taboesfeer. Bespreek met je medewerkers hoe zij erover denken. Het gaat er niet om of je vraagtekens hebt bij het vaccinatiebeleid, maar dat je het bespreekbaar maakt binnen de eigen directie. Die openheid geeft werkplezier. Als je je niet veilig voelt om te zeggen en te denken wat je vindt, levert dat stress op.”

In ‘opstand’ komen heeft geen zin als ambtenaar?

Ahlem: “Als ambtenaar heb je de eed of belofte afgelegd. Daarmee heb je beloofd of gezworen dat je plichtsgetrouw en nauwgezet de jou opgedragen werkzaamheden uitvoert. Als je (ernstige) gewetensbezwaren hebt, moet er worden overlegd of je op de juiste positie zit.”

Wat gebeurt er als een ambtenaar op social media zijn ongenoegen uit?

Ahlem: “Social media bieden veel mogelijkheden en het is ook functioneel dat ambtenaren hierop ook actief zijn; denk aan het contact houden met het beleidsveld. Maar bepaalde uitingen kunnen via social media ook sneller escaleren, dat is toch anders dan wanneer je met wat kennissen in ‘real life’ je mening iets te duidelijk ventileert. De vrijheid van meningsuiting is in de Grondwet beschermd, maar voor ambtenaren is deze wel begrensd. Je moet je realiseren dat je ambtenaar bent en dat je geen uitlatingen doet die schadelijk zijn voor jouw functioneren of het functioneren van jouw ministerie. Het maakt natuurlijk wel uit welke positie je bekleedt en wat jouw relatie is met het beleidsonderwerp. Neem in ieder geval kennis van de Gedragscode Integriteit Rijk – sinds kort is hier ook een praktische app voor – en de Handreiking online communicatie rijksambtenaren. Twijfel je over je bijdrage, maak het dan bespreekbaar is mijn tip.”

Wat kunnen de consequenties zijn?

Ahlem: “Het kan gedoe geven, dat is vervelend voor de organisatie en voor de betrokken medewerker. Soms ook voor de bewindspersoon als het bijvoorbeeld tot Kamervragen leidt. Als je het echt bont hebt gemaakt, kan dat tot een disciplinaire straf leiden, maar dat wordt dan wel altijd eerst voorgelegd aan een externe commissie (de AGFA: Adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefening Ambtenaren). In het uiterste geval kan de werkgever overgaan tot ontslag. Maar dit is wel uitzonderlijk hoor.”

Ahlem Gasmi op haar (thuis) werkplek

Wat is de rol van de vertrouwenspersoon?

Ewout: “Ook ik merk vaak dat het bespreekbaar maken of houden van wat voor problematiek dan ook, veel verdriet en boosheid kan voorkomen. Dat geldt zowel voor medewerkers als voor leidinggevenden. De vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor, we spiegelen en leggen zo nodig contact met collega’s of andere hulpverleners. Altijd in anonimiteit en in overleg met degene die bij ons heeft aangeklopt.”

Om wie maken jullie je de meeste zorgen?

Jacqueline: “De jongere generatie. En dan vooral de medewerkers die het afgelopen jaar in dienst zijn gekomen en amper op kantoor hebben kunnen werken. Zij kennen de ongeschreven regels van het ministerie niet, missen collega’s als rolmodel en vergeten voldoende tijd te nemen om te ontspannen. De meer ervaren VWS-medewerkers kennen het kantoorleven; zij weten dat je niet continu ‘aan’ hoeft te staan. Gelukkig zijn veel leidinggevenden wel alert op de begeleiding van nieuwe collega’s.”

Ewout: “Het thuiswerken vraagt een andere manier van werken van ons. Via Webex bespreken we vooral de werkinhoudelijke zaken, er is geen gelegenheid om even na te babbelen om dingen van ‘je af te praten’. Er wordt geen tijd meer genomen voor ontspanning, waardoor er meer werkdruk wordt opgebouwd. Op kantoor waren er genoeg ‘koffiemomentjes’ om de ontspanning te vinden die thuis ontbreekt. Volgens mij willen ook de ‘voorstanders’ van het thuiswerken veelal het liefst minimaal 1 á 2 dagen naar kantoor. Gelukkig wordt bij de introductie van nieuwe medewerkers duidelijk gemaakt dat er genoeg begeleiding is voor VWS’ers die om wat voor reden in de knel komen op hun werk. Ook onze sg Marcelis Boereboom benadrukt dat in zijn communicatie. Erg goed en belangrijk dat hij hier aandacht voor heeft. Wel denk ik dat er nog verbetering mogelijk is richting VWS’ers die hier werken met een tijdelijke contract of die extern zijn ingehuurd.  Ik heb de indruk dat zij niet altijd weten dat de vertrouwenspersonen (en andere hulpinstanties) er ook voor hen zijn.”

Jacqueline: “En dat mag niet verslappen. Ik hoop van harte dat het de Bestuursraad van VWS lukt om het voortouw nemen om te voorkomen dat de eigen medewerkers worden overvraagd door het nieuwe kabinet. Er is de afgelopen tijd echt een groot beroep gedaan op de inzet en flexibiliteit van de VWS-medewerkers.” 

Jacqueline Zaat op haar (thuis) werkplek