Tekst Magda de Vetten
Foto Hans Roggen
Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, twijfelde Karin Oost, senior communicatieadviseur bij de directie Informatiebeleid, geen moment. Zij stelde haar huis in IJsselstein open voor vluchtelingen. Ruim zes weken woont de 20-jarige Liza Nikitina uit de noordoostelijke stad Charkov nu bij haar in. Hoe bevalt hen dat?
“Alsjeblieft, dank je wel, kopje koffie.” Liza demonstreert trots de talenkennis die ze sinds haar komst naar Nederland heeft opgedaan. Hoe is het met haar? “Goed”, antwoordt de blonde studente Medicijnen in het Engels. “Ik ben veilig, dat is het allerbelangrijkste.”
Dat was in februari wel anders. Ze schuilde in volle, kille kelders terwijl de bommen om haar heen insloegen. “Ineens zat ik midden in een oorlog. Het was heel eng. Mijn hart ging van boem-boem.”
Het leek haar ouders verstandig dat ze het land uit zou gaan. Ze hadden een adres in Nederland: dat van Karin. “We hadden vroeger een Oekraïense au pair”, vertelt Karin (49), “die nu in Engeland woont. ‘Mijn man en ik hebben wat ruimte voor noodopvang’, zei ik haar na het begin van de invasie. De vader van Liza is een oude vriend van haar. Zo zijn we met elkaar in contact gekomen.”
Liza: “Ik reisde via Slowakije, Hongarije en Duitsland naar Nederland. In al die landen is de trein gratis voor Oekraïners. Overal zijn vrijwilligers die je helpen. Onderweg zat ik in de piepzak: wat als we elkaar niet mogen of niet begrijpen? Maar ik voel me erg op mijn gemak. Nu is Karin mijn Nederlandse moeder.” “Dank je”, reageert Karin geroerd.
“Toen ik haar afhaalde van Utrecht Centraal, zag ik een ontredderd meisje”, blikt zij op haar beurt terug. Alleen in een vreemd land, naar een vreemd huis, met vreemde mensen die een vreemde taal spreken. “Zolang het nodig is, kun je blijven, zei ik haar toen we thuiskwamen. Zolang is dit jouw huis. Het is mooi om te zien dat ze haar draai aan het vinden is. Je leest weleens in de krant dat het botst bij mensen thuis. Wij hebben het geluk dat Liza een leuk en lief meisje is dat makkelijk meedraait. Ze is als een bonusdochter.”
Herbouwen
Haar familie is door de oorlog verspreid geraakt. Moeder, zus en broer wonen in West-Oekraïne, vader in het midden van dat land, grootouders in Oostenrijk. Haar vriendinnen zijn beland in Polen, Duitsland, Frankrijk, Ierland en Turkije. Liza: “We bellen elke dag. Ze zijn nu veilig. Maar ik mis mijn ouders en vrienden. Ik wil naar huis! Nu niet, dat is te gevaarlijk. Charkov wordt nog elke dag gebombardeerd. Op een dag komen we thuis en herbouwen we ons land.”
Ze volgt dagelijks de strijd in Oekraïne via het sociale kanaal Telegram. Het zijn persoonlijke verhalen van mensen, betrouwbaarder dan de media, vindt ze. “Het zijn bad stories. De Russische militairen roven onze huizen leeg, doen slechte dingen met vrouwen en kinderen, doden veel mensen.” Hoe gaat ze hiermee om? “Ik huil. En denk dan: Liza, ooit is het voorbij.”
“En ik doe hier wat ik kan. Zet hier mijn medische studie voort. Help als tolk Oekraïners die hier in een voormalige school zijn opgevangen. Werk sinds vorige week als serveerster in een restaurant.” Karin: “Het is knap dat Liza in korte tijd haar weg aan het vinden is. Ze is mondig en zelfstandig, gaat er met vrienden op uit.”
Wat vindt Liza van Nederland? “Het land is heel goed voor Oekraïners. De mensen glimlachen en zijn vriendelijk. Allemaal!” En nadelen? “Het medisch systeem. In de opvang had een meisje zware hoofdpijn. Ze moest zich eerst laten registreren en kon daarna pas naar de dokter. En je kunt geen medicijnen krijgen zonder recept. Een ander nadeel is de harde wind. Dat is niet prettig op de fiets, haha.”
Karin vindt haar gastvrijheid vanzelfsprekend. “Dit doe je voor elkaar. Mocht de situatie andersom zijn, dan hoop je dat je ook wordt opgevangen.”