Tekst Ingrid Brons
Foto René Verleg

In discussies over passende zorg staan betaalbaarheid en houdbaarheid altijd voorop. Maar aandacht voor diversiteit en inclusie is minstens zo belangrijk, betoogt Jan-Luuk Hoff. Hij is adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Onlangs publiceerde de raad een essay: Passende zorg is inclusieve zorg. “Goede zorg is onlosmakelijk verbonden met wie je bent.”

portretfoto Jan-Luuk Hoff
Jan-Luuk Hoff, adviseur Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS)

Mooie titel heeft het essay. Leg eens uit?

“Passende zorg staat volop in de belangstelling. Het Kader Passende Zorg en het Integraal Zorgakkoord spreken voor zich. Daarin gaat het vooral over betaalbaarheid en houdbaarheid, maar heel weinig over inclusie en diversiteit. Terwijl die de houdbaarheid en doelmatigheid wel kunnen vergroten. In de zorgsector komen uitsluiting en discriminatie nog altijd veel voor. Om een voorbeeld te noemen: in de opleiding tot medisch specialist krijgen mensen met een migratieachtergrond significant lagere cijfers. Daar is promotieonderzoek naar gedaan. Ook andere onderzoeken laten zien dat zorgverleners met schokkende vormen van discriminatie te maken krijgen, bijvoorbeeld in de ouderenzorg. In het kader van houdbaarheid is inclusie dus een belangrijk actiepunt! Inhoudelijk is de zorg ook nog niet inclusief genoeg georganiseerd. Er is bijvoorbeeld weinig aandacht voor het vrouwenlichaam. Terwijl over vrouwen ongeveer 50% meer bijwerkingen van medicijnen worden gemeld dan over mannen. Een ander voorbeeld zijn de LHBTI-ouderen, die zich in veel zorginstellingen niet veilig voelen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Waar het om gaat is dat goede zorg onlosmakelijk verbonden is met wie je bent. Doelmatige zorg sluit aan bij diversiteit.”

Wat voor bronnen hebben jullie gebruikt voor het essay?

“Er is al best veel kennis over dit onderwerp. Verschillende wetenschappers en expertisecentra als Pharos en Women Inc zijn ermee bezig. Ook bouwen we in ons essay nadrukkelijk voort op onze eerdere publicaties over complexe ongelijkheid en gezondheidsverschillen. Maar jammer genoeg landt die kennis nog niet altijd goed in de zorgsector. Hier zien we een belangrijke rol voor ons als raad. Wij kunnen al die inzichten beter over het voetlicht brengen doordat wij een adviserende taak hebben. Daarnaast hebben we gesproken met ervaringsdeskundigen. Zo kom je tot een goed beeld.”

Het essay is dus een ongevraagd advies?

“Precies, het initiatief komt van de raad zelf en is niet op verzoek van de minister of de Tweede Kamer geschreven. Maar het past helemaal bij wat er in de maatschappij leeft. Sinds de dood van George Floyd is het maatschappelijke bewustzijn enorm gegroeid. Hoog tijd dus om het thema ook in de zorg aan te kaarten. Als we onvoldoende aandacht besteden aan diversiteit zullen gezondheidsverschillen verder toenemen. En dat gaat ten koste van de veerkracht van de samenleving. Terwijl we die in tijden van crises en schaarste in de gezondheidszorg juist zo hard nodig hebben.”

Misschien wel de belangrijkste vraag: hoe maken we de zorg inclusief?

“In het laatste hoofdstuk van het essay schetsen we een veranderrichting. Kennis, bewustwording en handelen zijn daarin belangrijk. Kennis is de eerste stap. En dan bedoelen we kennis over verschillende thema’s. Bijvoorbeeld het eerdergenoemde vrouwenlichaam. Wat is de relatie met de gezondheidsuitkomsten? Stap 2 is bewustwording. Dat is de lastigste stap. Want daarvoor moet een zorgorganisatie het gesprek aangaan over discriminatie en racisme. Hoe doe je dat? Kennis kan helpen, dan snappen mensen de urgentie. Stap 3 is handelen. Als je het bespreekbaar maakt, moeten medewerkers ook de ruimte krijgen om er iets mee te doen. Begin bijvoorbeeld met het inrichten van een meldpunt. Maar het blijft ingewikkeld in de zorg. De sector houdt zich hier gewoon nog niet zo mee bezig. Het raakt ook aan eigen vooroordelen en aannames, de zorg is best een witte sector. Wij werken nu aan een eindejaarsbundel, met daarin interviews met wetenschappers en ervaringsdeskundigen. Zoals een huisarts die veel bezig is met cultuur- en taalverschillen en vertelt hoe ze dat toepast in de praktijk. Zo maken we de toch wat abstracte thematiek uit het essay concreter en beeldender. Want inclusieve zorg kan dus wel! Dat alleen al is een hele belangrijke boodschap.”

Heb je nog tips voor VWS?

“Laat ik beginnen met een ‘top’. VWS is net gestart met het programma Diversiteit en Inclusie. Het doel is te onderzoeken wat dit betekent voor beleidsdirecties. Dat dit programma bestaat, is heel positief. Maar ik koppel er wel ook een tip aan: zorg dat je het thema niet ‘wegorganiseert’. Heel cru gezegd: het is niet zo dat je er bent als je een diversity officer hebt rondlopen. Diversiteit en inclusie moeten core business zijn, geen los programma. In de ideale wereld zijn diversiteit en inclusie een kerntaak van elke ambtenaar, een integraal onderdeel van alle beleidsprocessen. Waarmee ik overigens niet wil suggereren dat VWS het nu niet goed doet. Zeker niet. Maar het is gewoon een feit dat mensen impliciete keuzes maken. VWS’ers zijn een culturele afspiegeling van een bepaald deel van de bevolking. Dan zijn er dingen die je niet op je radar hebt. Het gaat om het bewustzijn. En het goed nieuws is: dat bewustzijn kun je trainen.”

Gaan jullie het volgen?

“Absoluut! Ik hoop zelfs dat we een bijdrage kunnen leveren. We staan altijd open voor een gesprek. Die uitnodiging staat. Ik hoop dat beleidsdirecties er gebruik van gaan maken. En zelf gaan we er ook mee verder. Volgend jaar organiseren we een congres over verschillen in de samenleving en de invloed daarvan op gezondheid. Zo hopen we het thema levend te houden en zorgorganisaties, beroepsorganisatie en de overheid aan te zetten tot inclusieve zorg.”

Meer weten? Lees het essay Passende zorg is inclusieve zorg