Tekst Magda de Vetten
Foto René Verleg Illustratie: Marco Faasen

Sommige collega’s kunnen niet wachten tot ze met pensioen gaan. Anderen willen best nog doorgaan, maar dat mag (nog) niet. Laat werknemers weer langer werken als ze dat wensen, vroeg de Tweede Kamer vorige maand in een motie. Willen VWS’ers dat ook? Drie collega’s aan het woord over pensioen: een twintiger, een veertiger en een zestiger.

portretfoto van Rachidatou Idrissou in haar woonkamer
portretfoto van Rachidatou Idrissou in haar woonkamer
Rachidatou Idrissou (29), beleidsmedewerker Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP)

‘Liever wereldreis dan langer doorwerken’

“Ik ben nog niet met mijn pensioen bezig. Dat is een ver-van-mijn-bed-show. Onder mijn vrienden speelt dat ook niet. We zijn bezig met studieschulden en de aankoop van een huis. De oudere generatie op het werk heeft het er wel over. En ook mijn ouders en hun vrienden praten over eerder stoppen of juist langer doorwerken.

Hoe ik daar nu over denk? Mijn baan is heel leuk, maar je kunt na je pensioen nóg leukere dingen doen. Een wereldreis maken; na mijn studie heb ik ook een grote trip gemaakt. Ik zou actief bezig willen zijn, zoals een sport oppakken of zelf groepslessen zumba geven. Ik weet niet hoe flexibel mijn lichaam dan nog is, maar het zou wel leuk zijn. Verder houd ik van lezen en met vrienden uit eten gaan. Dat zou ik na mijn pensionering nog meer oppakken.

Ik vind het goed dat we in Nederland verplicht pensioen opbouwen. Het is een fijn vooruitzicht dat er later geld beschikbaar is om goed verder te leven. En dat je een bepaalde zelfstandigheid kunt behouden. In sommige landen bestaat helemaal geen pensioenvoorziening. Als je ouder bent en geen baan hebt, moet je familie voor je zorgen.

Van het nieuwe pensioenstelsel vind ik het goed dat je 10 procent van je opgebouwde kapitaal in één keer kunt opnemen. Daarmee kun je die wereldreis maken of je hypotheek aflossen. Ja, ik heb het pensioen blijkbaar toch enigszins in het achterhoofd, haha.”

Natasja van Veen in haar keuken roerend in een pan
Natasja van Veen thuis
Natasja van Veen (43), juridisch beleidsmedewerker Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP)

‘Ik weet niet hoeveel ik straks krijg’

“Ik verdiep me nooit zo in pensioenen. Ik weet bijvoorbeeld niet wat ik opbouw en hoeveel ik krijg. Het is nog zo ver weg; dat zie ik straks wel. Brieven van het ABP gaan netjes in een ordner. Ik kijk er niet naar. Nee, ik zie dus ook niet of bedragen oplopen.

Bij mijn vorige werkgever waren er weleens bijeenkomsten over pensioenen, maar die sloeg ik altijd over. Ze gingen bijvoorbeeld over de manier waarop pensioen wordt opgebouwd. Dat was allemaal erg technisch. Pensioen associeer ik niet met geld, maar met een leven na je werk. Genieten van je vrije tijd. Ik hoop dat ik dat in goede gezondheid kan doen.

Ik kan nu niet zeggen of ik na mijn pensioenleeftijd langer wil doorwerken. De grote vraag is of ik nog steeds plezier heb in mijn werk. En natuurlijk of je gezond genoeg bent. Verder ligt het eraan of ik op dat moment andere prioriteiten heb, zoals reizen en hobby’s. Maar ook hoe mijn privésituatie dan is. Als ik langer zou willen doorwerken, dan is dat hooguit voor een paar dagen per week. Of een korte periode voor een opdracht.

Sowieso kan langer doorwerken vaak makkelijker als je een kantoorbaan hebt. Mijn vader was monteur, een fysiek zware baan. Gelukkig kon hij met vervroegd pensioen. En hij kon er goed van rondkomen. Fijn dat dat voor hem zo goed geregeld was.”

Paul Steinhoff aan het werk in zijn tuin
Paul Steinhoff op een stoel in zijn eetkamer
Paul Steinhoff (64), speechschrijver Directie Communicatie (DCo)

‘Je wilt niet in een zwart gat vallen’

“Over een paar maanden word ik 65. Het pensioen komt eraan; dat is onontkoombaar. Ergens lijkt het me prettig dat ik straks alle dagen vrij ben en mijn tijd kan indelen zoals ik het wil. Maar hoe ik dat ga doen, weet ik nog niet. Ik maak me daar ook niet druk om.

In aanloop naar m’n pensionering ben ik aan het afbouwen. Anderhalf jaar geleden begon ik met de PAS-regeling; ik werk nu gemiddeld 30 uur per week. Dat bevalt me heel goed. Als je ineens van 36 uur naar niks gaat, val je, denk ik, in een zwart gat. Sinds kort schrijf ik ook geen speeches meer voor de bewindspersonen; ik vind dat je dan fulltime bereikbaar moet zijn. Nu schrijf ik ze voor de ambtelijke top.

Of ik al nieuwe hobby’s gevonden heb? Nee, ik zoek wel een beetje, maar ik heb tot nu toe niets gevonden waar ik me echt in kan verliezen. Ik ga niet met treintjes spelen, haha. Sinds ik aan de PAS-regeling meedoe, ben ik wel meer gaan wandelen. Elke dag een uur en in het weekend langer. Het is hartstikke leuk, maar ook belangrijk voor je gezondheid.

Als je na je pensioenleeftijd mag doorwerken, ga ik dat niet doen. In ieder geval niet in vaste dienst. Misschien wel als zzp’er, bijvoorbeeld als het ministerie een tekstschrijver nodig heeft. Ik bedacht me pas: ‘Als ik met pensioen ga, werk ik 42 jaar in vaste dienst. Dat is wel genoeg.’ Er is meer te doen en te beleven dan werk alleen.”