Tekst Rob Langeveld
Foto René Verleg

Als voorzitter van de VWS-begeleidingscommissie* bereidt psg (plaatsvervangend secretaris-generaal) Abigail Norville VWS en VWS’ers voor op het onderzoek van de Parlementaire Enquête Commissie (PEC) over de bestrijding van de coronapandemie, later dit jaar. Abigail kijkt alvast vooruit. En ze blikt terug op haar interviews in Follow the Money en de Volkskrant.

De Parlementaire Enquête komt onontkoombaar op VWS af. Heb je daar slapeloze nachten over?

“Slapeloze nachten niet, maar het houdt me natuurlijk wel bezig. Vooral wat het gaat doen met onze collega’s die verhoord worden, maar ook met al die andere medewerkers die nauw betrokken waren bij de coronabestrijding. Er zal ongetwijfeld veel kritiek komen. En door het vertrek van Khadija Arib, beoogd voorzitter van de PEC, is er nog onduidelijkheid over de samenstelling van de commissie en over de precieze planning.”  

Verwacht je dat je zelf ook moet verschijnen?

“Dat ligt niet meteen voor de hand. Als psg heb ik niet een belangrijke rol gespeeld in de crisis; zo nam ik bijvoorbeeld niet deel aan besluitvormende overleggen over Corona. Maar ik sluit niet uit dat men mij toch wil spreken.”

Voorzitter van de VWS-begeleidingscommissie. Wat betekent dat in de praktijk?

“Ik zit met VWS-collega’s, ook van beleid, om tafel. Vanuit de PEC is nog geen formele vraag gesteld. Maar de club van Nicole Huppertz (programmadirectie Nafase COVID-19) is al lang bezig met het opstellen van feitelijke tijdlijnen. Omdat je als mens nou eenmaal niet alles kunt onthouden. We bespreken hoe we ons zo goed als mogelijk kunnen voorbereiden en wat dit van ons gaat vragen. Mijn rol is vooral intern gericht. Hoe gaan we hier als VWS mee om?”

Zit je daarmee niet op een gevaarlijk vlak? De buitenwereld kan denken: jullie zijn de antwoorden aan het afstemmen…

“Nee, dat is het niet, maar wij móeten ons voorbereiden op wat de commissie allemaal voor hun voorbereiding op de verhoren van ons gaat vragen. Om stukken gedocumenteerd te hebben, om ze te kunnen vinden, om doublures eruit te halen, om gegevens veilig te stellen. Bijvoorbeeld ook van mensen die weggaan bij VWS. Dat zij hun informatie op een nette en gestructureerde manier achterlaten. We bereiden mensen níet voor op het afstemmen van verhaallijnen. Wel op vragen van de commissie over hun specifieke rol in de bestrijding. We leren collega’s om alleen uit te gaan van feiten. Het is juist belangrijk om bij jouw eigen verhaal te blijven. En pas op: het vráágt iets van mensen om voor zo’n commissie te verschijnen. Het kan voelen alsof je in een beklaagdenbank zit. Met camera’s erop, dat is niet niks. Als werkgever hebben we de plicht onze mensen daar goed op voor te bereiden.”

Verantwoording afleggen is natuurlijk belangrijk. Maar ik proef bij VWS’ers ook dat ze vooruit willen, nieuwe plannen willen maken. Heeft het nog wel zin om tijd en energie te steken in een PE?

“Jezelf die vraag stellen, heeft geen zin. Maar ik begrijp de vraag natuurlijk wel. Een enquête is een democratisch instrument. En hoe heftig het misschien ook wordt, het is bedoeld om lessen te trekken. Natuurlijk gaat ook weleens door mijn hoofd: als het maar niet een instrument wordt om met ons af te rekenen. Als Bestuursraad zullen we er voor onze mensen zíjn. Ik was lang niet overal direct bij betrokken, maar ik heb sterk het beeld dat we elkaar hebben vastgehouden in die moeilijke tijd. Dat gaan we nu weer doen!”

En het feit dat er inmiddels steeds meer tijd verstreken is?

“Hetzelfde antwoord. De vraag stellen heeft geen zin. De Parlementaire Enquête komt eraan. Ik moet denken aan een kinderboek dat ik vroeger veel voor mijn kinderen heb voorgelezen. ‘We gaan op berenjacht’ van Helen Oxenbury/Michael Rosen. Nou is niet alles uit dat boek passend, want wij zijn niet op jacht. Maar het gaat hier om de mindset. Ik citeer:

Wij gaan op berenjacht,

We gaan een hele grote vangen.

Wat een prachtige dag!

Wij zijn niet bang.

O jee! Gras!

Lang wuivend gras.

We kunnen er niet bovenover.

We kunnen er niet onderdoor.

O Nee!
 

We moeten er wel dwars doorheen!

Dit vind ik een mooie metafoor voor ons werk. Het is niet altijd gemakkelijk maar we moeten er dwars doorheen!”

Zelf weet ik niet wat ik eergister heb gegeten. Kan de commissie verwachten dat VWS’ers nog weten hoe alles destijds is gegaan?

Stellig: “Blijf altijd bij wat je zelf weet. Weet je het niet meer? Dan kun je het ook niet vertellen. Dat is nou eenmaal een realiteit. Wat je vooral níet moet doen, is verzinnen. Of een verhaal vertellen waarvan je de klok hebt horen luiden, maar niet weet waar de klepel hangt. Blijf bij jezelf; blijf bij jouw waarheid.”

portret norville

Wel wéér een aanslag op het incasseringsvermogen van VWS’ers…

“Ik kan de impact nog niet goed inschatten. Maar we moeten er van uitgaan dat we er weer stevig van langs gaan krijgen, ja. Maar laten we toch ook altijd proberen lessen te trekken.”

VWS’ers kunnen door de enquête (weer) in de media verschijnen. Daar heb je zelf de laatste maanden ervaring mee, met interviews in Follow The Money en De Volkskrant. Hoe is jou dat bevallen?

“Als je je publiekelijk uitlaat, krijg je te maken met drie groepen. Dat heb ik geleerd van een goeie vriend, die artiest is. Als je een publiek profiel hebt, of kríjgt, kun je de wereld om je heen grofweg indelen in mensen die fan van je zijn, dus die jou supporten. Die vind ik  vooral op LinkedIn. De tweede categorie bestaat uit mensen die het volstrekt niet uitmaakt wat jij doet, die denken ‘het zal wel’. En de derde groep bestaat uit mensen die jou helemaal niks vinden, die je volledig afbranden en willen dat je vertrekt. Deze groep zit vooral op Twitter. De truc: je bepaalt zélf naar welke groep je luistert. Het werkt relativerend als je er zo naar kijkt. Is ook mijn eigen ervaring.”

Via De Volkskrant gaf je aan dat ‘de drempel voor medewerkers omlaag moet’. Je wilt ‘eerder signalen naar boven krijgen’. Waaruit is die wens ontstaan?

“’t ís nou eenmaal zo dat niet iedereen zomaar bij je binnenstapt als je op een hogere positie zit. Ook nu. Collega’s die je naar aanleiding van het interview iets willen vertellen, vinden het moeilijk om mij daarover te benaderen. ‘Want het is wel de psg.’ Dat vind ik jammer. Zelf ben ik helemaal niet zo. Nooit geweest ook. Ik ben opgevoed met ‘iedereen gaat naar de wc, iedereen heeft voedsel nodig om te bestaan’.”

“We zijn allemaal mens. Mijn vriend werkt als kok. Ik zei laatst tegen hem: als de vuilnisman een week z’n werk niet doet, hebben we een veel groter probleem dan als ik dat een week niet zou doen. Opkijken naar mensen ‘hoog in de boom’ heb ik niet in me. Ik snap inmiddels dat andere mensen dat wel hebben. Als je je daardoor niet uitspreekt, of signalen niet bij me neerlegt, verandert er niks. Dan kan het lang duren voordat iets wel bij mij belandt. Dan moet ik vaak steviger interventies plegen. Dan is het al te hoog opgelopen en kom je er met een gesprek niet meer uit. Ik zou graag willen dat dat contactmoment eerder is, zodat je er wel nog samen uit kunt komen.”

Misschien vinden mensen het niet lastig om naar Abigail te stappen, maar wel om naar ‘de psg’ te stappen.

“Dat snap ik. Maar ik heb geen twee identiteiten. Het is niet zo dat ik Abigail ben als ik mijn bed uitstap, en dat ik als ik VWS binnenstap ineens psg ben. Ik ben altijd Abigail. En dan ben ik nog dochter van…, moeder van.., partner van…, vriendin van… Ik probeer zelf om er voor te zorgen geen drempel is om naar de psg te stappen. Maar er zijn mensen die wel een drempel ervaren. Hopelijk helpt het als je weet dat mijn deur openstaat. Dat ik benaderbaar ben. En ik vind dat je dat ook moet kunnen doen bij je eigen leidinggevende. Mijn eerste vraag zal altijd zijn: ‘heb je dit besproken met je leidinggevende?’. Er kunnen redenen zijn dat je dat níet hebt gedaan. Daar kunnen we het dan over hebben.”

Het kan over gevoelige kwesties gaan.

“Wat ik heel erg zou vinden is als iemand die te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag denkt: ‘ja, de psg vind ik een stap te ver’. Ik hoop dan dat diegene wel naar een vertrouwenspersoon gaat. Of naar een HR-adviseur. Mijn pleidooi: als je misstanden ziet, of als je je niet goed behandeld voelt: blijf daar alsjeblieft niet mee rondlopen! Dan staat mijn deur open. Maar als dat teveel voor je is, zijn er ook andere deuren waar je op kunt kloppen.”

In hetzelfde interview gaf je ook aan dat het belangrijk is om de buitenwereld naar binnen te halen. Dat probeert VWS toch al heel lang? Waarom die oproep?

“Omdat we een vrij ‘witte’ organisatie zijn. Drie jaar geleden werd mij een kaart gepresenteerd om naar de VWS-medewerkers te sturen. Allemaal ‘witte’ handen die gewassen werden… Niemand had bedacht: hé, wat gek, ik mis een paar handen van mijn collega’s. Kijk om je heen. Ik stip nu culturele diversiteit aan, maar het is natuurlijk veel breder dan dat. Ik sprak iemand over WOZO (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen, red.). Mensen langer thuis laten wonen is misschien goed voor een bepaalde categorie Nederlanders. Maar voor een heleboel anderen niet. Zij bracht dat met háár achtergrond en háár perspectief bewust in. Daardoor wordt ons beleid beter. Het is belangrijk om bij VWS mensen naar binnen te trekken die weten hoe het is als een overheid er níet voor jou is.”

Hoe kijk je zelf naar de buitenwereld?

“Een voorbeeld: privé heb ik twee dagen doorgebracht met mensen die met een boot een overtocht hadden gemaakt. Vluchteling zijn. Dat biedt een heel ander perspectief over het leven, hun identiteit en mens zijn, waar deze mensen tegenaan lopen, waarom ze gevlucht zijn, waarom ze er voor kiezen om in een ander land illegaal te wonen, terwijl je in je eigen land legaal bent. Omdat de omstandigheden onder de illegaliteit nog altijd beter zijn dan wanneer ze ergens anders legaal zijn. Mind you! Ik vind dat ontzettend interessante verhalen om met mij mee te dragen. En om over na te denken op het moment dat ik ergens beleid voor moet maken. Dat zijn perspectieven die mij verrijken. En die mijn blik op de wereld verruimen. Dat is wat ik ons, als VWS, toewens.”

Dat brengt ons, tot slot, bij inclusie en exclusie. Hoe beoordeel je de VWS-organisatie op dat vlak?

“Er loopt een aantal goede initiatieven. Bijvoorbeeld de collega’s van Diversiteit en Inclusie, de club van Liza Zobdeh. Zij doen belangrijke zaken. Net als het multicultureel netwerk van de rijksoverheid. Maar ik zie nog steeds dat we voor leidinggevende functies het liefste kiezen om mensen te benoemen met een ‘Haags profiel’. Daardoor lopen we talent mis. We kunnen ook nog beter kijken naar het talent dat we al hebben bij VWS en de rijksoverheid. Maar los daarvan ben ik trots op VWS en trots om bij VWS te mogen werken. Ondanks deze moeilijke tijd. En dat we er altijd samen voor aan de lat staan.”

*In de begeleidingscommissie van VWS worden het beleid en de processen rond de PE afgestemd. De commissie bestaat naast de psg (voorzitter) uit een aantal directeuren van staf- als beleidsdirecties.

* De Tijdelijke Corona Commissie (TCC) van de Tweede Kamer bestaat uit Pepijn van Houwelingen (FvD), Marijke van Beukering-Huijbregts (D66), Wybren van Haga (Groep van Haga), Ulysse Ellian (VVD), Hilde Palland (CDA), Pieter Omtzigt (Lid Omtzigt), Vicky Maeijer (PVV). De voorzitter is nog niet bekend.

Lees meer over de tijdelijke commissie Corona.