Tekst Magda de Vetten
Foto René Verleg
Een goede plek om te wonen voor iedereen: dat is het doel van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis. Hierbij zijn jongeren betrokken die zelf dakloos zijn geweest. Een van hen laat bij een wandeling door Arnhem zien waar ze op straat bivakkeerde. Wat maakte ze mee? En wat hebben de jongeren voor elkaar gekregen?
“Kijk, hier heb ik weleens geslapen.” We staan voor een enorme rododendron in een Arnhems park. Pas als Kelly (23) de plek aanwijst, zien we aan de zijkant een minuscule opening in het gebladerte. Wie er bukkend naar binnen gaat, komt in een gangetje aan de binnenkant van de struik. Net genoeg plek om een slaapzak uit te rollen.
Kelly is twee jaar dakloos geweest en adviseert VWS nu als lid van het Jongerenpanel De Derde Kamer. We wandelen langs de plekken waar ze eerder rondzwierf. Bij de tocht zijn ook Jojanneke Kraan, beleidsmedewerker bij de directie Maatschappelijke Ondersteuning, en Fanny Koerts, die het jongerenpanel ondersteunt vanuit Up to Us, een organisatie die ‘maatschappelijke veranderingen begeleidt’.
Een slingerend pad door het park. Kelly ploft neer op een bankje waar ze veel uren doorbracht. Wat zat ze er te doen? “Wachten. Tussen afspraken in. Om studiefinanciering te kunnen aanvragen, moest ik een briefadres hebben. Het duurde tweeëneenhalve maand voor ik dat adres had. Dan zit je tweeëneenhalve maand zonder inkomen. In angst en in onzekerheid. Dat is heel erg lang. Je leven staat op pauze en je kunt er niets aan doen.”
“Hoe langer je in de pauzestand staat, hoe langer het duurt om te herstellen”, weet Fanny. “Je voelt je geen onderdeel van de samenleving. Het is daarna moeilijk om weer naar school te gaan. Als jongerenpanel hebben we ons heel hard gemaakt voor meer snelheid. Mede door de signalen van dakloze jongeren heeft het ministerie van BZK dat ingezien. Dat verplicht gemeenten nu om briefadressen af te geven binnen een redelijke termijn.”
We verlaten het park en komen even later in een speeltuin, waar Kelly haar oude plek op een bank inneemt. “Ik zat hier helemaal alleen”, herinnert ze zich. “Als je er dakloos uitziet, kijken mensen langs je heen. Alsof je een lantaarnpaal of prullenbak bent. Je krijgt het gevoel: ik mag er niet zijn. Dat is zó onmenselijk. Je krijgt hoe langer hoe minder eigenwaarde.”
Dan gaan we richting bibliotheek. Kelly: “Nog steeds als ik door de stad loop, ben ik automatisch aan het scannen: wat is een goede slaapplek? Als je dakloos bent, ga je heel anders naar de wereld kijken. Ik heb een tijdje op een schoolplein geslapen. Onder een zeiltje dat ik met touw vastbond aan het hek. Met een opening aan elke kant. Zodat je kunt vluchten als iemand binnenkomt.”
“Als je dakloos bent, loop je veel risico’s. Zeker als je jong bent en vrouw. Het is best een traumatische ervaring. Je kunt verkracht worden. Meerdere keren werd ik wakker terwijl ik recht in de ogen van wildvreemde mannen staarde. Gelukkig was ik toen niet alleen.”
We gaan de draaideur van de bibliotheek door. “Hier kon ik plassen, tandenpoetsen en lezen”, verzucht Kelly. “Het is hier warm. Het is een plek waar ik even mocht zijn.” We gaan rond een tafel zitten. “De samenwerking met het jongerenpanel is heel waardevol”, vertelt Jojanneke. “Deze vorm van samenwerking was nieuw en best spannend voor ons. Bij de start stond er niets op papier. Dat moet je niet doen als je vanuit VWS kiest voor co-creatie, samenwerking. Het was een kwestie van loslaten en vertrouwen dat het goed komt. En het is goed gekomen. Met de inzet van alle betrokkenen uit de coalitie dakloosheid.”
Onderweg passeren we het Jonahuis, waar dakloze jongeren worden opgevangen. Hier kwam Kelly er weer bovenop. Een begeleider hielp met het aanvragen van een briefadres, uitkering, zorgverzekering, mentale hulp en een kamer. Fanny: “Ons panel heeft zich sterk gemaakt voor jongerenregisseurs. Dat zijn professionals die jongeren helpen om door het oerwoud van bureaucratie heen te komen. Een jongerenregisseur overziet het totaal en blijft naast de jongere staan. VWS heeft dat super serieus genomen. Een heel aantal gemeenten heeft dat nu goed geregeld. We willen ook dat zij standaard de ervaringen van jongeren meenemen bij het maken en uitvoeren van beleid.”
Jojanneke: “Daarom stimuleren we inderdaad gemeenten om ervaringskennis van dakloze mensen in te zetten. Hetzelfde geldt voor ministeries. Dat heeft een prominente plek in het actieplan.”
De jongeren van het panel toetsen ook beleid. Zij onderzochten als mystery guests de toegang tot opvang bij veertien gemeenten. Bij meer dan de helft konden de nep-dakloze jongeren niet terecht voor een slaapplek. Ze kregen bijvoorbeeld op vrijdagavond te horen dat ze zich eerst bij een loket moesten melden dat maandag openging. VWS zorgt ervoor dat zo’n signaal op tafel komt in het overleg van de staatssecretaris met de gemeenten.
Het jongerenpanel heeft ook gepleit voor betere informatie voor dakloze jongeren, vertelt VWS’er Jojanneke. Hoe zit het bijvoorbeeld met de zorgverzekering en belastingaangifte? “Gemeenten zeggen soms dat ze je niet kunnen helpen”, vult Kelly aan. “Als je weet dat je toch recht hebt op hulp, sta je sterker. Informatie moet goed te vinden zijn. En in minder moeilijke taal.”
Hoe bevalt Jojanneke deze manier van beleid maken én uitvoeren? “Doordat je van buiten naar binnen werkt, krijg je rijker beleid en dus een beter resultaat. En het is leuker. Je hebt een betere voeling met de mensen voor wie je het doet.” Kelly pleit voor een betaalde functie voor de jongeren van het panel. Omdat hun kennis belangrijk is. “Ik ben dankbaar dat ik dit werk mag doen”, besluit ze. “Andere mensen kan ik ermee helpen. Ik draag wat bij. Ik mag er zijn.”
Uitgangspunt van het ‘Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis’ is dat ieder mens recht heeft op een veilige en betaalbare plek om te wonen. Dit doel moet uiterlijk 2030 bereikt worden. Uniek aan het plan is dat het gemaakt is in co-creatie met veel partijen en ervaringskenners. Zij zijn verenigd in de coalitie dakloosheid. In de coalitie werken ook jongeren mee die zelf dakloos zijn geweest.
Bekijk het Nationaal Actieplan Dakloosheid